Feestelijke bijeenkomst vanwege restauratie dakruiter
van het kerkje van Waterlandkerkje L.M. van der Gouwe
22
Na de restauratiewerkzaamheden prijkt
de dakruiter van het kerkje van Water
landkerkje weer fier boven het dorp uit.
Nu de dakruiter is gerestaureerd ziet het
kerkje er weer prachtig uit. Reden voor
de Plaatselijke Commissie om een feeste
lijke bijeenkomst te organiseren, zodat
iedereen het resultaat kan bewonderen.
Op zaterdag 14 april 2012 was het gezel
lig druk rond het kerkje. De zon over
goten dag met een strak blauwe lucht
deed de dakruiter nog beter uitkomen.
Onder de bezoekers alom bewondering
en waardering voor het behaalde resul
taat. In de ingang van de kerk werd
iedereen gastvrij ontvangen en eenmaal
binnen koffie of thee aangeboden.
Vervolgens begon het officiële program
ma met enkele gastsprekers en orgelspel.
Na de welkomstwoorden van de heer
Verbrugge kreeg de heer Flos als voor
zitter van het dagelijks bestuur van de
Stichting Oude Zeeuwse Kerken het
De gerestaureerde dakruiter van het kerkje van Waterlandkerkje, (foto
L.M. van der Gouwe).
woord. De heer Flos ging in op het
samenspel van kerk en dakruiter. Een
kerk en een toren dan wel dakruiter vor
men een onlosmakelijke eenheid. De
kerk met de dakruiter vormen samen
een bindend element net zoals het gehe
le bouwwerk een bindend element
vormt in de samenleving. Gelet op het
gebruik van het gebouw door de activi
teiten van de Plaatselijke Commissie
draagt de kerk bij aan het onderhoud
van de leefbaarheid van het dorp, aldus
de heer Flos.
De volgende spreker was de heer
Lepoeter, lid van de redactiecommissie
van het Bulletin. Als leidraad voor zijn
lezing haalde hij een eerder artikel aan
van zijn hand, wat is verschenen in het
Bulletin van voorjaar 1981.1 Vervolgens
zoomt hij in op de eigendoms- en
onderhoudskwestie van de dakruiter.
Nadat de burgerlijke gemeente Water
landkerkje in 1970 was opgegaan in
gemeente Oostburg stelt deze gemeente
zich op het stand
punt dat de torens
dan wel dakruiters
bij de kerken hoor
den en dus ook het
onderhoud voor
rekening was van
de kerkbesturen.
Nadat in 2003 de
burgerlijke
gemeente Oostburg
opgegaan was in
gemeente Sluis ver
anderde het stand
punt niet. Door het
ontbreken van
langdurig onder
houd begon de
situatie door lekka
ges steeds nijpender
te worden en was
uiteindelijk een
ingrijpende restau
ratie noodzakelijk.
Dit heeft gemeente
Sluis toch doen
besluiten het niet
gesubsidieerde
gedeelte van de
kosten te betalen.2 De totale restauratie
kosten bedragen circa 100.000,00.
Als laatste spreker ging de heer De Jonge
in op de praktijk van de restauratie. De
Jonge, werkzaam bij architecten en ste
denbouwkundigen bureau Rothuizen
van Doorn 't Hooft, wees de aanwezigen
op het belang van goed en adequaat
onderhoud met als voorbeeld de dakrui
ter. Door goed en tijdig onderhoud kan
veel vervolgschade voorkomen worden
en geld worden bespaard. Verder kreeg
de bijzondere constructie van de krach
tenafdracht van de dakruiter en de kap
de aandacht, welke in de kerkzaal deels
zichtbaar is. Ook kwamen een aantal res
tauratiekeuzen aan de orde, zoals het
aangieten van de stijlen met epoxy in
plaats van het aanhelen met hout.
Daarnaast gaf de heer De Jonge nog uit
leg over het aanpassen van een aantal
detailleringen, zoals het omhoog brengen
van de loodbekleding en het uitneem-
baar maken van de hekken. Verder is er
duivenwering aangebracht, de haan
opnieuw verguld, het uurwerk deels ver
nieuwd en opgeknapt en de scheur in de
luidklok gerepareerd. Naast de dakruiter
zijn ook nog enkele steunberen gerestau
reerd.
Tussen de sprekers en als slot konden de
aanwezigen genieten van prachtig orgel
spel. Na afloop van het programma was
er een informeel samenzijn met een
hapje en een drankje. Verder kon de
tentoonstelling van de creaties van de
plaatselijke jeugd van het kerkje van
Waterlandkerkje worden bewonderd. De
plaatselijke commissie kan terugkijken op
een geslaagde middag en met recht trots
zijn op het behaalde resultaat.
Noten
1. G.J. Lepoeter, Stichting Oude Zeeuwse Kerken,
bulletin 6, Waterlandkerkje, 1981, pag. 8-10.
2. G.J. Lepoeter, Stichting Oude Zeeuwse Kerken,
bulletin 61De eigendom van kerktorens in Zeeland
(deel 4 en slot), 2012, pag. 10-11.