8
maecken het Belefront daer de clocke
inhangt, zoo het oude niet bequaem en
is vernieuwen, mits hebbende het oude
tzijner bate, ende oock de clocke moe
ten hangen op den tweeden zolder.
Den aennemer is gehouden alle dit werk
werckelijck te leveren ende maeken vol
gens het bestek ende model daer van
zijnde, en zoo daer enich hout te cort of
te lanck geschreven waere, zal den aen
nemer dat moeten veranderen, alzoo dat
hij altijt moet blijven op zijn mate van
wijdte en hoochte volgens het besteck.
Den aennemer zal gehouden wezen tot
dit voorszeijde werck te leveren altemael
goet leverbaer hout, alle eijcken, niet
schalick, scherp van canten noch spec-
kich, rooden ende witten olm, ende alle
quasten geweert, alles staende ter visitatie
van lieden van kennisse, die men daertoe
committeren ende authoriseren zal.
Den aennemer zal oock met lichte deij-
len toe bededen aen de kercke tusschen
de nocke van de kercke ende het over-
wulfzel voor het inwaijen van de wint
ter tijt toe dat den metzer met zijn
werck zoo hooge zal zijn ende dan
weder afbreeken.
Dit werck is verlaten bij Laurus ende
Anthonis Jooss voor de somme van hon-
dert ponden, te betalen volgens de con
ditiën van den metzelaer.
Het ijzerwerck ofte smidt
Den aennemer zal tot dezen thoren leve
ren alle de nagelen zoo groot als cleen,
die daer van doene zullen zijn, oock alle
de hangen van de dueren, zoo valdeuren
als anders, noch zal hij leveren acht anc-
kers ende schieters, lanck drie voeten,
ende d'oogen met de veeren lang vijf
voeten van heel zwaer heel ijzer, noch
zal hij leveren het beslach van vier helm
deck vensters van hanghen ende elck een
sprincslot ende een rinck om toe te tree-
ken, oock mede al 't ijzerwerck dat tot
de clocke nodich is vermaeckt, ofte dat
daer niet goet is, zal hij moeten leveren,
ende moet oock maecken en leveren een
spille met een cruijs, wel cierlijck
gewrocht met zij crollen ende ander cie-
raat ende lanck zijn veeren negen voe
ten, wegende hondert pont, weinich
min ofte meer, met aen 't eijnde van
't cruijs een lelije, verguit in 't noorden,
ende moet noch onder dit cruijs leveren
eene coperen vergulden appel, groot
negen duijm over 't cruijs, met een gaete
van coper dubbel utgeslagen en verguit,
groot omtrent twee en eenen halven
voet, hooch naer advenant ofte zoo de
propossie uijtwijzen zal.
Schalidecker
Den aennemer van dit schalredeck zal
leveren en maecken alle 't schalredeck
dat tot dezen thoren nodich zal zijn,
ende moet het werck ende spitsen op
alle houcken wel dicht sluijten ende dec-
ken, alle de schaliën op een derde te
decken, ende dat met goede Ingelsche
schaliën van sacum ofte tarcassel
en de nagels op een dele ende sorteren
niet met schaliën stucken maer met
nagels ofte hout, zal oock mede moeten
decken de vier deckvensters met heur
kelen en loketten zoo dat behoort, oock
leveren een goede dicke hoose van loot
boven aen 't spits over de veeren, lanck
drie voeten, voorts alle loot dat tot het
dac zoude tot dichtmaekinge nodich
wezen, zal als voorschreven pyramiden
op der dackvenster naer der eijs.
De gebruikte maten
In Goes en omliggende plaatsen werd
voor bouwwerken over het algemeen de
Goese houtvoet gebruikt. De lengte
hiervan is 288 mm.
Vanaf 1805 rekende men alles terug tot
de Rijnlandse maat, dit was de voorge
schreven landmaat in de Bataafse
Republiek. Men hield vanaf die tijd
voor de Goese houtvoet 11 Rijnlandse
duim aan, dit is 11 x 26,16 mm
287,76 mm. Dit geeft een te verwaarlo
zen verschil met de oorspronkelijke 288
mm. De Goese timmerlieden zullen hun
duimstok zeker niet aangepast hebben.
Het meest waarschijnlijk is dat aange
houden kan worden:
1 voet 288 mm,
1 duim (11 duim in een voet) 26,16
mm,
1 roede =12 voet 3456 mm (Goese
houtroede).
isbalk
a 1/2 kruisbalk
vermoedelijke reconstructie
gebaseerd op de bestektekst
plan voor het vervangen van de
kerktoren te Kattendijke
schaal: 1: 50
Tekening van de constructie van de eerste sterre, houten vloer in de toren, vervaardigd op basis
van de tekst van het bestek. (Tekening ir. F.G.C. Rothuizen).