e m met swaïfimm etv
11
het Moreau-orgel geplaatst. Het was
dominee Hendrik de Koe die op 1 okto
ber 1786 de eerder aangehaalde tekst van
Psalm 150 gebruikte tijdens de prediking
ter gelegenheid van de ingebruikname
van het Moreau-orgel. De tekst die nog
steeds is te lezen en op 7 september 2013
door de feestelijkheden rond het orgel
weer centraal stond.
Rol Martinus Slabber
Jellema vervolgd zijn verhaal dat het
Moreau-orgel te danken was aan de heer
Martinus Slabber. Hij was een zeer
betrokken kerklid en sinds 1767, in de
functie van rendant, verantwoordelijk
voor de financiële zaken van de kerk.
Hij heeft er, door deze schenking, voor
gezorgd dat in Baarland het eerste orgel
op het Zuid-Bevelandse platteland werd
geïntroduceerd, na de stad Goes, sinds de
reformatie. Hiermee had Slabber zichzelf
en Baarland op de kaart gezet4.
Orgelbouwers Moreau
De lezing wordt vervolgd door een toe
lichting van Jellema over de familie
Moreau. Jacob Franfois Moreau (circa
1684-1751) was een Nederlandse orgel
bouwer en waarschijnlijk in Vlaanderen
geboren. Op 9-jarige leeftijd verhuisde
hij met zijn ouders naar Den Haag. Om
het vak te leren ging hij terug naar
Vlaanderen en in de leer bij Louis II de
la Haye (1696-1779) die orgelbouwer
was in Gent. Het was bij orgelbouwer
Pieter I Van Peteghem waar Louis II de
la Haye in korte tijd zijn vakmanschap
verder had weten te verfijnen5. In 1718
ging Moreau in Rotterdam wonen en
trouwde in 1724 met Isabella Philippina
de la Haye, zus van zijn leermeester
Louis II de la Haye6. Uit het huwelijk
werd in 1729 zoon Johannes Jacobus
Moreau geboren.
Jacob Moreau begon zijn carrière als
orgelbouwer met onderhouds- en repa
ratiewerkzaamheden en bouwde klave
cimbels, huisorgels en kleine kerkorgels.
Na enkele herstellingen en aanpassingen
van de orgels in de voormalige Ooster-
kerk en de Grote of Sint-Laurenskerk in
Rotterdam kreeg Moreau in 1732 de
opdracht voor het bouwen van een
nieuw orgel in de Sint-Janskerk te
Gouda. De bouw hiervan was in 1736
gereed. Hiermee staat het beroemdste
Moreau-orgel in Gouda. In 18e-eeuwse
berichten is te lezen dat het orgel van
Gouda in een adem genoemd werd
genoemd met het nog steeds wereld
beroemde Müller-orgel in de Grote of
Sint-Bavokerk van Haarlem7.
Vergelijk van Abt Vogler
In zijn beroemde vergelijking van het
Müller-orgel uit Haarlem met het
Moreau-orgel uit Gouda vergeleek de
orgeldeskundige Abt Vogler de orgels
met twee verschillende vrouwen'5. "Het
Müller-orgel in Haarlem is mooi, superieur,
maar trots, hard en wilskrachtig. Het
Moreau-orgel in Gouda is zoet, beminnelijk,
meer zachtaardig, een meer handelbare vrouw.
Om één woord te noemen, een meesteres"9
Jellema heeft geen idee waar de abt zijn
kennis van vrouwen vandaan haalde en
hoe hij tot dit vergelijk was gekomen.
Maar Jellema is ervan overtuigd dat de
abt zeker kennis had van orgels en
terecht noemde hij met ere de naam van
Moreau.
Jellema blijft in zijn toelichting maar
even bij de vergelijking van orgels met
vrouwen. Een grote vrouw hoeft niet
mooier te zijn dan een kleine vrouw en
de schoonheid van dit kleine Moreau-
orgel in Baarland kan worden vervat in
één woord, overweldigend. Volgens
Jellema is er ook een ander woord voor.
De schoonheid van het Moreau-orgel is
volgens Jellema na zijn eerste kennisma
king met het instrument heel "ontroe
rend".
De blootgelegde schildering op een balk van de orgelgalerij naar een tekst uit Psalm 150, "Halleluja. Looft God in zijn heiligdom. Looft Hem met
snarenspel en orgel".