10 Aangetroffen vervuiling in de kapvoet met zichtbaar links de aanzet van het tongewelf en rechts de buitengevel, 2013 (foto: K. de Jonge) Vanuit de kerkzaal zichtbaar de opengemaakte kapvoet met boven de gemetselde buitengevel het zwaar aangetaste hout, 2013 (foto: K. de Jonge) deze ruimte achtergelaten te zijn. Lekkage vanuit de goot had met dit afval als perfec te voedingsbodem gediend voor de zwam. De zwam had zich verspreid in het metsel werk, achter het stucwerk en over de onderste gewelfdelen van het tongewelf in de kerk. Het probleem bleek niet nieuw. Tijdens de restauratie bleken muurplaten (houten balken waarop de kap draagt, lig gend tegen de binnenzijde van de muren) in het verleden vervangen te zijn in beton. Daarnaast werd bouwfysisch de kapvoet doorgerekend omdat vermoed werd dat niet alleen de lekkage de oorzaak was van de aantasting. Zwam heeft namelijk drie factoren nodig om te kunnen bestaan: voeding, temperatuur en vocht. De invloed van temperatuur werd dan ook doorgerekend met thermische rekenmo dellen en wat bleek: in de kapvoet kon, bij een ongunstige verhouding van de bin nen- en buitentemperatuur, condensatie optreden op het houtoppervlak. De in het verleden vaak toegepaste bestrijding door het vervangen en behandelen (vergiftigen) van het aangetast hout was daarom voor de kerk niet afdoende. Ook de tempera tuur moest worden beïnvloed om herha ling te voorkomen. De schade kon ook met een geringe vochtproductie goed worden verklaard: de voet van de kap met de daarbij behorende balken voor het metselwerk kon worden vergeleken met een voorzetwand met iso latie, zonder dampremmende laag en met openingen in de binnenconstructie! De geringe hoeveelheid verwarming respectie velijk warmtetoevoer naar de achter het metselwerk gelegen voet van het gewelf speelde ook een belangrijke rol in de vochtige condities van het hout. In samenwerking met Climatic Design Consult werden de te nemen maatrege len bepaald. Dat waren: de balken/muurplaten achter het metsel werk dienden een warmer en daardoor relatief droger milieu te krijgen door het aanbrengen van isolatie achter de balk; het aanbrengen van een weerstandsdraad achter de liggende balken zodat door middel van deze draad de balk ver warmd kan worden; het beperken van hogere temperatuur in de kerkzaal; het verlagen van de vochtigheid in de kap door het verbeteren van het binnen milieu in de kerkzaal; het vocht technisch scheiden van de condities in de kap en de kerkzaal en die van een separate ventilatie voorzien; de condities in de kap in de nieuwe situ atie monitoren. Voorwaar geen eenvoudige opgave aan gezien de houtconstructies dragend zijn en er bovendien weinig ruimte was voor het aanbrengen van nieuwe materialen. De oplossing werd gevonden door de muurbalken los te houden van het met selwerk met harde kunststof blokken als afstandhouders. Tussen metselwerk en hout werd aerogel isolatie aangebracht. De flexibele eigenschappen van deze hoogwaardige isolatie maakt het aan brengen in nauwe ruimtes mogelijk en beperkt de kans op thermische lekkage. Een verwarmingslint dat ingeschakeld wordt bij (te) lage temperaturen voor komt dat er condensatie op kan treden.

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 2014 | | pagina 10