GRRRGE ANKER
22
Voor de Gasthuiskerk had dat een aparte
regeling tot gevolg want het linker
torentje werd stedelijk eigendom en het
rechter kwam aan de kerk. De scheiding
hield in dat de kerkgebouwen, die voor
heen in beheer waren van de overheid,
onder de kerkelijke gemeenschappen
moesten worden verdeeld. Daartoe
moest de bevolking worden geteld en de
waarde van de kerken en kerkelijke
eigendommen getaxeerd. De waarde van
de Kleine kerk kwam op 3.000 gulden,
die van de Grote kerk op 21.000 gulden.
De Hervormde gemeente - die naam
werd steeds vaker gebruikt - claimde
zowel de Grote als de Kleine kerk. Het
inwoneraantal van Zierikzee bedroeg in
1798 6.304 zielen. Daarvan was twee
derde Hervormd en een vijfde deel
rooms-katholiek. De Walen, Luthersen
en Doopsgezinden kwamen samen niet
verder dan 355 personen. Op grond van
deze verhouding konden de Katholieken
aanspraak maken op de Kleine kerk.
Doordat de Hervormden bereid waren
om 1.000 Zeeuwse rijksdaalders in tien
termijnen aan de Rooms-katholieke
parochie te betalen, kwam de Kleine
kerk in hun bezit. In een overeenkomst,
ondertekend door vertegenwoordigers
van alle kerkgenootschappen, werden de
afspraken vastgelegd.6
Vrijzinnigen en rechtzinnigen
Ondanks deze scheiding bleven de
Hervormde kerk en de overheid nauw
aan elkaar verbonden. In de regelgeving
had de staat een belangrijk aandeel en
nog lang kreeg de Hervormde gemeente
de traktementen van de predikanten ver
goed, zij het dat die bedragen niet wer
den verhoogd waardoor vanaf de twin
tigste eeuw uit de kerkelijke kas moest
worden bijgepast. Veel ingrijpender
waren de kerkelijke ontwikkelingen.
Vanaf 1834 voltrok zich de afscheiding
die het begin vormde van de Christelijke
Gereformeerde kerk. In Zierikzee was
het effect beperkt omdat hun aantal
gering was. De kerkelijke strijd zou ech
ter vanaf de jaren zestig en zeventig de
Hervormde gemeente hevig beroeren.
De kerkgangers zagen steeds meer predi
kanten op de kansels die aanhangers
waren van de moderne theologie. Ik
citeer ds. W. Bax. Hij beschreef de
moderne Protestant als volgt: 'Hij wil
niets weten van gelooven op gezag
Zijn geloof moet een redelijk geloof zijn
en anders verwerpt hij het. Hij
gelooft dus niet aan een bovennatuurlijk
ingrijpen Gods in de loop der dingen
Hij beschouwt dus de Godskennis als de
vrucht van des menschen nadenken en
de godsdienst als de ontwikkeling en
openbaring van 's menschen godsdiensti
ge aanleg'. Tot zover ds. Bax. Wie goed
heeft geluisterd, zal meteen denken aan
het boek van ds. Hendrikse, 'Geloven in
een god die niet bestaat'. Ik zal geen
groot geheim onthullen wanneer ik
opmerk dat de gedachten van ds.
Hendrikse niet nieuw en niet origineel
waren.
De Hervormde gemeente raakte ver
deeld in een modern kamp, dat het
grootste deel van de gemeente omvatte,
en in een kleiner deel dat als orthodox
of rechtzinnig werd aangeduid. Dat deel
werd zodanig groot dat zij niet uitgeslo
ten konden worden. Het ontstaan van
een rechtzinnige evangelisatie in 1874
was het gevolg. Om te voorkomen dat
nog meer Hervormden de kerk zouden
verlaten, werd in 1878 een rechtzinnig
predikant beroepen. Dat werd een
dominee van de ethische richting die
drie moderne predikanten als collega's
had. Het was slechts een gedeeltelijke
bevrediging van de behoefte aan een
rechtzinnige prediking. Daarom bleef de
evangelisatie bestaan die zich omvormde
tot een kerkelijke gemeente waaruit de
Gereformeerde kerk aan de Sint
Domusstraat is voortgekomen. Toen in
1904 een poging mislukte om een twee
de rechtzinnig predikant te beroepen,
ontstond een nieuwe evangelisatie, maar
die was geen lang leven beschoren.
i
De Gasthuiskerk aan het Havenplein, c.1960 (foto: J.H.A. Ochtman, Collectie Gemeentearchief Schouwen-Duiveland, 0 2044).