23
Interieur met banken en op de achtergrond het Marcussenorgel, 1978 (foto: J.D.C. Berrevoets, Collectie Gemeentearchief Schouwen-Duiveland, ZM 0878)
De kerkelijke strijd tussen modernen en
orthodoxen was tot omstreeks 1950 zeer
hevig. Kiesverenigingen van beide zijden
streden hard. De modernen slaagden erin
steeds weer de overwinning te behalen,
zij het dat hun meerderheid krapper
werd. In 1932 was de verhouding vrij
zinnig - rechtzinnig 3 tegen 2. Daarmee
hielden de vrijzinnigen de rechtzinnigen
in toom door hen slechts een predikants
plaats toe te staan en een minimaal aantal
ambtsdragers. Bovendien bepaalden zij
wie de rechtzinnige predikant mocht zijn
waarbij zij steeds voor een irenisch of
gematigd orthodox predikant kozen die
het goed recht van de vrijzinnigen moest
erkennen. In 1942 en 1943 wisten de
rechtzinnigen de stembusstrijd te win
nen. Toen werden de rollen omgedraaid.
Van rechtzinnige zijde werd becijferd dat
zij de laatste vrijzinnigen in 1948 uit de
kerkelijke colleges konden zetten. De
oorlog en de wens geen oude toestanden
te laten herleven, zorgde voor kalmte en
een compromis waarbij rechtzinnigen en
vrijzinnigen in de kerkelijke colleges
elkaar in evenwicht hielden.
Ondertussen was de band tussen kerk en
samenleving losser geworden. Vanaf het
laatste kwart van de negentiende eeuw
was het geen gewoonte meer om een of
tweemaal naar de kerk te gaan. De zon
dag leende zich bij velen in toenemende
mate voor ontspanning. Toch werden de
kerkdiensten nog zeer trouw bezocht en
voegden de Zierikzeese Hervormden
zich nog grotendeels in het spoor van
vorige generaties. Vanaf omstreeks 1900
hadden enkelingen laten noteren dat ze
niet tot een kerkgenootschap behoorden.
Het waren bijna allemaal Hervormden
die daartoe overgingen. Na de Tweede
Wereldoorlog zou de uittocht, waarvan
vooral de Hervormde kerk te lijden had,
gaan toenemen, zij het dat die langzaam
verliep. Overgangen naar andere, meer
behoudende kerken kwamen mondjes
maat voor, veel groter was het aantal dat
de kerk de rug toekeerde.
Zowel het vrij- als rechtzinnige deel had
ermee te maken. De vrijzinnigheid vond
nieuw elan door hun positie opnieuw te
bepalen waarbij zij afstand nam van het
moderne geluid dat uit de mond van ds.
Bax was te horen. De vrijzinnige predi
kant, ds. J.B. Assendorp, schreef in het
kerkblad 'Van achter de Beuze' in 1977:
'Maar in de vrijzinnige theologie is er
ook veel veranderd. Een nieuwe toe
wending naar de bijbel, een grote aan
dacht voor b.v. de christologie, nieuw
zicht op de afgrondelijkheid van mens en
wereld breken zich baan'.
De rechtzinnigen waren het over veel
dingen eens en bleven Jezus Christus
centraal stellen. Maar wat hield hen
samen? Rechtzinnigen behoorden tot
nagenoeg alle partijen die Nederland
kende. Rechtzinnigen lazen allerlei kran
ten, van Het Vrije Volk tot en met het
Algemeen Dagblad. Rechtzinnigen
deden aan zondagssport. Slechts een
klein deel van de rechtzinnigen deed zijn
kinderen op de christelijke lagere school.
Iedere dag aan de eettafel uit de Bijbel
lezen, deden slechts enkelen. Dat hun
dominee na de oorlog tot de confessio
nele richting behoorde, was verreweg de