De vernieuwde Nieuwe Kerk in Zierikzee 3 Huib Uil De heropening op woensdagmiddag 9 april 2014 van de Nieuwe Kerk in Zierikzee is een nieuwe mijlpaal in de geschiedenis van dit kerkgebouw. De restauratie en aansluitend de herinrich ting betekenen dat de vernieuwde Nieuwe Kerk weer in goede staat is gebracht en op een zodanige manier dat de gebruiksmogelijkheden beter zijn geworden. In deze bijdrage wordt een beknopt overzicht gegeven van de geschiedenis van de kerk, met een accent op de recente periode. De brand van 1832 Op de plaats van de Nieuwe Kerk stond tot 1832 de Sint Lievensmonsterkerk. Deze laatgotische hallenkerk was het pronkjuweel van de stad. Het ging om de grootste kerk van Zeeland met een lengte van 102 meter en een vloeropper vlakte van 4100 vierkante meter. De kerk liet zich vergelijken van de grootste stadskerken in ons land. Hoogtepunten van het interieur waren de preekstoel uit 1672, waarvan de voet werd gevormd door zes gebeeldhouwde mannenfiguren, en het orgel uit 1768-1770, gebouwd door Johan Hendrik Batz uit Utrecht. Aan al dit fraais kwam een abrupt einde toen in de nacht van 6 op 7 oktober 1832 brand uitbrak, zeer waarschijnlijk als gevolg van het onvoorzichtig omgaan met vuur door loodgieters. De sterke wind wakkerde het vuur aan. Onheilspellend was de aanblik in de nachtelijke uren. Blussen bleek onbe gonnen werk. Delen van het dak stortten met donderend geweld naar beneden. De gewelven en bogen begaven het voor een deel onder het vlammenge- weld. De brand woedde tot de vroege ochtend. De aanblik van wat restte was treurig. Alleen de kale muren, de gevels en de torentjes waren nog intact. Hoewel herstel mogelijk was, werd al snel gekozen voor afbraak en nieuw bouw. Dadelijk werd begonnen met een inzamelingsactie. Binnen korte tijd was voor bijna 42.000 gulden binnen aan gif ten en toezeggingen, aangevuld met 13.000 gulden van buiten Zierikzee. De leidinggevende figuur binnen de kerk voogdij was de secretaris jonkheer Willem Dignus de Jonge. Hij legde con tact met Pieter Huijsers Az., architect in Breda die zijn sporen had verdiend in de kerkenbouw. Deze kwam naar Zierikzee en werd van meet af aan betrokken bij de afbraak en de nieuwbouw. Al in november werd begonnen met de afbraak. Systematisch werden de funde ringen tot een behoorlijke diepte wegge broken en alles wat bruikbaar was, opzij gelegd. Maar ook werd er veel nodeloos stukgeslagen zoals grafmonumenten. De lust tot afbraak was zo groot dat ook overwogen werd de toren af te breken om ook die te vervangen door nieuw bouw. Dat plan verdween echter naar de achtergrond en er werd integendeel gekozen voor herstel. De opbrengst van de afbraak van de kerk was zeer goed. Zo werd veel puin afgevoerd om te die nen als waterstaatswerken zoals bijvoor beeld het kanaal Terneuzen-Gent. De afbraak en de bijkomende werkzaam heden duurden tot en met april 1834. Plannen Naast Huijsers werd drie Zierikzeese deskundigen gevraagd een plan voor een nieuw kerkgebouw te vervaardigen. Het moest tweeduizend zitplaatsen bevatten en de kosten mochten niet meer bedra gen dan honderdduizend gulden. Geen van de ontwerpen leek aanvankelijk kans te maken. Uiteindelijk werd gekozen voor de koepelkerk die Huijsers had ontworpen. Die kon echter slechts der tienhonderd mensen bergen en de kos- ten waren ver boven de honderdduizend gulden. Door een subsidie van het rijk van twintigduizend gulden en door bezuinigingen op het ontwerp resteerde uiteindelijk een tekort van dertigduizend gulden. Een extra inzamelingsactie in Zierikzee werd echter een mislukking. De plannen moesten worden bijgesteld. Huijsers ontwierp een kruiskerk in strak ke classicistische vormen naar de trant van de tijd. De begroting kwam toch nog boven de ton uit wat net haalbaar was. Toen het werk in 1835 werd aan besteed, bleken de aannemers ver boven de begroting te zitten. De goedkoopste kwam uit op 134.000 gulden. Aan Huijsers werd gevraagd of zijn begroting wel klopte. De architect voelde zich aan getast in zijn beroepseer en hield bij hoog en laag vol dat de kerk voor de begrote som gebouwd kon worden. Desnoods zou hij dat zelf doen voor 109.000 gulden. Uiteindelijk draaide het erop uit dat Huijsers van architect ook aannemer werd. Nieuwbouw In juli 1835, tweeënhalf jaar na de brand, werd begonnen met de bouw. Op 9 sep tember werd de eerste steen gelegd. Voortvarend ging men aan het werk en in dat kader werden 690 heipalen gesla gen, ieder zeven meter lang. Op het werk werden onder meer circa 723.000 metselstenen aangevoerd en 933 kubieke I I De kruiskerk, ontworpen door P. Huijsers, 1835. (Deze en andere foto's: Collectie Gemeentearchief Schouwen-Duiveland, THA 0021).

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 2014 | | pagina 3