11 in de tempel, 2. de bergrede, 3. Jezus predikt vanuit een bootje, 4. twee enge len in lege blauwe hemel, 5. transfigura tie van Jezus op de berg Tabor, 6. Jezus als goede herder; hoog in het priesterkoor: kruisiging van Jezus; de vier evangelisten, noordzijde Mattheus en Marcus, zuidzijde Lucas en Johannes; transept zuid kopgevel: terugkeer van de verloren zoon; doopkapel, zuid naast de toren: engeltjes in de hemel; op diverse plaatsen: een groot aantal afbeeldingen in medaillons. Om de betekenis van het werk van Frans de Vos te illustreren citeren we zijn bio graaf Jan Olsen: Ook al was De Vos geen Miclielangelo of Rubens, kunsthistorisch lijkt ons de binnenbeschildering pan het kerkge bouw te Graauw meer dan de moeite waard en bijzonder interessant om te conserperen. Vooral omwille pan die typische neo gotische decoratieve elementen, die pandaag op een toenemende belangstel ling mogen rekenen. De kerkoersiering kan gelden als relict en schoolooorbeeld van een bepaalde kunsthistorische opvatting. Een zeldzaamheid, als we ermee rekening houden dat vele gelijk aardig beschilderde kerkgebouwen vrij onlangs (vooral na het tweede Vaticaans Concilie, dat soberheid pre dikte) in eenvoudige kleurstelling wer den herschilderd of overgeschilderd. Behouden is hier dus de boodschap. En indien haalbaar, restaureren! Het is immers bijna een unicum dat deze beschilderingen bewaard zijn. En absoluut uniek in Nederland is de combinatie van circus en kerk, van kermiskunst en late neogotiek. 19) Het schilderij van Jan Haak Johannes Romanus (Jan) Haak (1826-1881) was in zijn tijd de belangrijkste kunstschilder in het Land van Hulst. Jan Haak schil derde gehele families en taferelen, maar vooral portretten. Hij por tretteerde heel nauwkeurig. Meestal zijn de bijzonderheden van iemands uiterlijk precies weer gegeven, zoals onregelmatigheden van de huid of aan de ogen. Hij is daarnaast ook werkzaam geweest als restaurateur van oude schilde rijen. De kerk in Graauw is in het bezit van één schilderij van Jan Haak; het hangt in de zuidelijke dwarsbeuk, tegen de oostwand. Oorspronkelijk (vanaf omstreeks 1857) deed het schilde rij dienst als altaarstuk boven het hoogal taar in het priesterkoor. Het is een voor stelling van de tekst in Marcus 10:14, Laat de kinderen tot Mij komen, verhindert ze niet. Deze samenkomst van personen rond Jezus Christus wekt niet de indruk geschilderd te zijn naar werkelijk bestaande personen, maar onmogelijk is het zeker niet. Meer waarschijnlijk is het dat Jan Haak een schilderij of een kopie van een schilderij met dit thema heeft gezien. Een goede mogelijkheid om kunst te zien was bijvoorbeeld in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten te Antwerpen. Daar heeft hij in ieder geval het werk van de beroemde, in 1584 te Hulst geboren schilder Cornelis de Vos kunnen bekijken. We kunnen dat con cluderen uit het feit dat Jan Haak op zijn manier een weergave maakte waar schijnlijk als studieobject - van De Vos' meesterwerk Abraham Grapheus 'Knaep van het Sint Lucasgilde'(Oudheidkundige Kring De Vier Ambachten Hulst) 20) Het hoofdaltaar Ter gelegenheid van het gereedkomen van de kerkuitbreiding is het hoofdaltaar in 1914 vervaardigd in het atelier van Hendrik van der Geld te 's- Hertogenbosch. Het werd aan de kerk geschonken door burgemeester P.A. Baart en zijn echtgenote. Afbeeldingen op het hoogaltaar: 1bovenop het altaar: de gekruisigde Christus met aan zijn rechterhand Moeder Maria en aan zijn linkerhand de apostel Johannes; 2. linkerzijde retabel: het offer van Isaak (door Abraham); Schilderij van J. Haak naar de tekst in Marcus 10:14 (Laat de kinderen tot mij komen, verhindert ze niet). 1857, olieverf op doek, 156,7 x 118,0 cm.

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 2015 | | pagina 11