26 Foto 2, de schuur van de abdij Ter Doest bij Lissewege. en dat gold ook voor Zierikzee waar in 1554 op het stadhuis een prachtige kap werd gerealiseerd (foto 2). De bouwmaterialen in de Nederlanden Voor de eerste onderkomens, zoals bij Brabers, werden natuurlijke materialen gebruikt die ter plekke werden gevon den. Later toen de bewoners in aantallen toenamen en de behoefte naar bouwma teriaal steeg, moest men gaan zoeken naar materialen die van elders kwamen zoals eiken stammen uit Duitsland. Van deze stammen maakte men vlotten die stroomafwaarts werden gevoerd over de Rijn. Tot ca. 1600 werd eikenhout ingevoerd dat verzaagd en verhandeld werd in Dordrecht of Schoonhoven. Daarna was het grotendeels gedaan met deze hout soort omdat de bossen in Duitsland leeg gekapt waren, mede veroorzaakt door de behoefte aan eikenhout voor de scheeps bouw. Men moest overschakelen op het zachtere en grovere grenenhout en het vurenhout uit Scandinavië, de Baltische staten en Rusland; dit hout werd aange voerd in Zaandam en Amsterdam. Het transport van het geïmporteerde hout Het transport van het ruwe hout naar de bouwplaats of naar de werkplaats waar de eerste bewerkingen plaatsvonden ging veelal per schip. Soms werden "bouw pakketten" samengesteld voor een com plete kapconstructie aan de hand van eenvoudige tekeningen die dan per schip naar de bouwplaats werden vervoerd. Zo is bekend dat de onderdelen voor de kap van de Maria Magdalenakerk van Goes in 1423 te Brussel werden gemaakt. Maar het maken van de kap gebeurde ook op de bouwplaats, zeker voor klei nere bouwwerken. Daar werd eerst een vlakke vloer gemaakt waarop de vorm van de te maken kap werd getekend (uitgeslagen). Op deze vloer werden de benodigde onderdelen op maat gezaagd en vervol gens werden alle nodige houtverbindin gen gemaakt zoals lassen, pen- en gat verbindingen en zwaluwstaarten. In het openluchtmuseum in de buurt van Mulhouse in de Elzas is tegen een bestaande zijgevel van een gebouw als maquette zo'n vloer aangebracht. Op dit verticale vlak ziet men een houtconstructie uit de Vogezen waaraan gewerkt wordt door werklieden die afgebeeld zijn als poppen (foto 3). Als men meerdere gebinten of spanten wilde maken van gelijke afme tingen dan kon voor elk gebint of spant weer gebruik gemaakt worden van dezelfde tekening op de vloer. Bronnen: G. Berends, Historische houtconstructies in NederlandArnhem, 1996. P. Bot, Vademecum historische bouwmateria len, installaties en infrastructuur, Arnhem, 2009. H. Janse, Houten kappen in Nederland 1000-1940, Delft, 1989. H. Janse, Kerken en torens in Zeeland, Zaltbommel, 1969. F. Jilleba, Het Oude Middelburgse Woonhuis, Middelburg, 1977. Jongepier, Zeeland in de prehistorie, Middelburg, 1995. W. Price, Architectuur in Hout, Bussum, 2005. J.A. Trimpe Burger, De Romeinen in Zeeland, Middelburg, 2002. Foto 3. De muurmaquette met vloer in het openluchtmuseum in de buurt van Mulhouse in de Elzas. F.G.C. Rothuizen: foto's en tekeningen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 2015 | | pagina 26