A#.-.
yoi. r- 4
2?.2**. - -
-
<r. -
éi-
é-<
él-.
riï-é./'A
12
de preekstoel een open liturgisch centrum
te creëren. Daarvoor werd de dooptuin
opgeofferd. Vanaf omstreeks 1980 is de ten
dens juist weer om de dooptuin te sparen
en zodoende de historisch zeer belangrijke
eenheid van preekstoel met omringende
dooptuin te handhaven.
6. Als noot 3.
7. GA Kapelle, archief Herv. Gem.Wemel-
dinge, kerkvoogdij, voorl. nr. Mulder 1.
8. GA Kapelle, RAZE 2952, nummer 43.
9. Als noot 3, pag. 46-47; WJ. op 't Hof,'Het
leven en het werk van Joos van Laren ju
nior (1586-1653)', in Nooit uitgereformeerd,
Nieuwdorp/Nunspeet, 2012, pag. 77.
10. O.J. de Jong, De Reformatie in Culemborg,
Assen, 1957, pag. 243-245.
11'Besteck van Predikstoel en Doopstoel in
AK: 6 Maij 1672', in Kwartaalblad binnen-
stadskerken Groningen, Groningen, 1979, pag.
4-5.
12. Gea van Essen, Bouwheer en bouwmeester:
bouwkunst in Groningen, Stad en Lande
(1594-1795), Assen, 2010, pag. 265.
13. Tonko Ufkes,'Nieuwbouw en verbouw van
kerken rond 1660', in Stad en Lande, Gro
ningen 2012, jaargang 21, nr. 4, pag. 18-21.
14. P.H. Rem, Het interieur van de Grote Kerk van
Dordrecht en van de Laurenskerk van Rotterdam
van 1572 tot omstreeks 1625, diss.VU Am
sterdam, 1998, pag. 79.
15. Historisch centrum Overijssel (HCO),
archief Herv. Gem.Wesepe, archief nr. 1443,
inv. nrs. 2,232,253.
16. Internet website Grote of Sint Janskerk
Montfoort, rondleiding kerk door ds. M.
van Kooten.
17. Als noot 14.
18. Als noot 14, pag. 11, 50-51, 84.
Wesepe, kerk Protestantse Gemeente. (Foto ds. R. Gosker.)
Wesepe, kerk Protestantse Gemeente, interieur. (Foto ds. R. Gosker.)
Noten
1. W. van 't Spijker, Acta Synode van Dordrecht
1578, in: De Nationale Synode van Dord
recht 1578, Amsterdam, 1978, pag. 155-156.
2. H.J. Olthuis, De doopspraktijk der Gerefor
meerde Kerken in Nederland. 1568-1618,
Utrecht, 1908, pag. 191.
3. C.A. van Swigchem e.a., Een huis voor het
Woord. Het protestantse kerkinterieur in Neder
land tot 1900, 's-Gravenhage/Zeist, 1984,
pag. 207: Omstreeks 1800 kwam er een
kentering. Men vond het niet meer be
zwaarlijk om het oude koperen doopbek
ken te vervangen door een sierlijke zilveren
schaal, vaak geplaatst op een bijpassende
kolom en voorzien van de naam van de
schenker. In Den Haag kreeg men zelfs de
beschikking over een gouden doopbekken.
4. Als noot 3, pag. 205.
5. Als noot 3, pag. 195: Dooptuin is niet de enige
benaming. Er waren er verschillende in omloop.
Sommige sloegen op de afscheiding als zodanig.
Behalve 'tuin'werd ook gesproken van 'hek',
soms van 'schutsel' en een enkele keer van 'sta
ketsel'Andere aanduidingen hadden betrekking
op de afgeperkte ruimte: 'huis' of'huisje'. De
toevoeging 'doop' (dooptuin, doophuis) werd vaak
weggelaten.
Bij veel restauraties en herinrichtingen van
het kerkinterieur na de Tweede Wereldoor
log is men er toe overgegaan om rondom
voor de Augustijnenkerk in 1635, noch
over een gebruik ervan in de periode
direct daarvoor in de Grote Kerk.
Het is echter niet ondenkbaar dat ook in
de allereerste periode van de Reforma
tie in de Grote Kerk vanaf de preekstoel
werd gedoopt. Dit gezien de mededeling
in de Dordtse kerkenraadsacta van 19
september 1574: dat men bequamelick van
den predickstoel metter eerster gelegenheit sal
mogen dopen.
Op een schilderij van het interieur van de
Grote Kerk van Daniël de Blieck (1620-
1673), gedateerd 1658, is de in 1635 ge
plaatste doopstoel zichtbaar.18)
Over het antwoord op de vraag wanneer
aan het gebruik van de doopstoel een
einde is gekomen tasten we in het duister.
Waarschijnlijk is dat uiterlijk eind acht
tiende eeuw geweest, maar in een aantal
kerken geruime tijd daarvoor. De op
Wesepe (Ov.) betrekking hebbende gege
vens dateren als uitzondering uit de eerste
decennia van de negentiende eeuw.
7S3T-
sZt )j*/£ -
,r. UtT. Z
- - - -
Ji ti
0' - - -
JLsff.
-
i
-/2e~
J5:ï- <i
éi—
-
•JZ. -
-JZ^.
Wesepe, fragment uit het ontvangstboek van de kerk, 1818. (HCO, archief
Herv. Gem.Wesepe, 1443/inv. nr. 253.)