De Westerkerk in Goes (deel II) 13 F.G.C. Rothuizen In het vorige bulletin is aandacht besteed aan de voorbereidingen die vooraf gingen aan de bouwopdracht om het groeiende aantal leden van een zitplaats te kunnen voorzien. Hierbij moest de keuze gemaakt worden om de oude kerk uit te breiden, een nieuwe kerk te bouwen op de oude locatie of een nieuwe kerk te bouwen of een nieuwe locatie. Verder kwam de bouwcommissie aan de orde, de architec tenselectie, de grond aankoop en de fi nanciering. Dit deel volgt met de verdere ontwikkelingen over de uiteindelijk geko zen nieuwbouw op een nieuwe locatie. Het ontwerp Schetsen en voorontwerpen zijn jammer genoeg niet teruggevonden want het is altijd interessant om iets te weten over het verloop van het ontwerpproces.Wel zijn er foto's opgedoken uit een vroeg ont werpstadium (vermoedelijk uit het najaar van 1928) van een maquette die gemaakt was van klei (foto 3). Een aantal zaken die later in het definitieve ontwerp zullen te rugkomen zijn al wel herkenbaar zoals de situering, de vorm en de compositie van de bouwvolumes en de geveldetails. Aan de achterzijde van de kerkzaal is een lage aanbouw en haaks daarop een wat hoger bijgebouw dat is verlengd met een laag blok waarin, zoals het lijkt, een viertal kleine woningen zijn opgenomen. Het complex oogt niet echt modern. De tamelijk lompe toren is op een merk waardige manier met de voorgevel van de kerk verbonden. De dakkapellen boven de ramen en de uitgebouwde entrees doen denken aan een middeleeuwse dorpskerk wat nog versterkt wordt door de lage muurtjes rondom het complex. De wo ningen voor de koster en de predikant ontbreken nog, mogelijk stamt de ma quette uit een periode dat er nog beslist moest worden of deze woningen ook in de nieuwbouwplannen zouden worden meegenomen. Onduidelijk is voor wie de vier kleine woningen bedoeld waren, ze lijken een beetje op hofjeswoningen waar alleenstaanden in werden ondergebracht. In de laatste maanden van 1928 moet er hard gesleuteld zijn aan het ontwerp want het definitieve ontwerp dat op 29 januari 1929 aan de kerkenraad ter goedkeuring werd aangeboden, toont een veel even wichtiger complex. De kerk krijgt een duidelijke entree aan de Westwal, de toren is nu veel slanker, de dakkapellen zijn verdwenen evenals de lage muurtjes en er is nog slechts 1 aanbouw aan de achterzijde. De wonin gen voor de predikant en de koster staan los en krijgen ieder een eigen plaats, in de compositie is dit een duidelijke voor uitgang. Het gehele complex krijgt een eigentijdse uitstraling met als bindende elementen de forse rode steile daken en de gele baksteen. Het definitieve ontwerp omvat het kerkgebouw, de pastorie, de kosterswoning en een fietsenberging alles gesitueerd op het Ravelijn de Grenadier op de hoek van de Westvest.De entree van de kerk is gelegen aan de Westvest en wordt geaccentueerd door een slanke to ren waarvan de koperen spits zich op 37,5 meter boven het maaiveld bevindt. De to- Tekening 2. Perspectief van de kerk. ren lijkt een beetje op die van het PZEM kantoor in Middelburg, een gebouw dat Arend Rothuizen in 1938 ontwierp. De situering op het betrekkelijk kleine terrein is uitstekend. Komend uit de richting Middelburg heeft men een mooi uitzicht op de kerk, de gevels weerspie gelen in het water van de vest. Er zouden plannen zijn geweest om de zijgevel rechtstreeks uit het water op te trekken maar zeer waarschijnlijk werd dat te duur (tekening 2).Tegen de achterzijde van de kerkzaal is een aanbouw die uit een bega ne grond en een verdieping bestaat. Hier zijn de vergaderruimten voor de kerke- raad en de catechesatie. de orgelgaanderij, garderoberuimten en een kluis (tekening 3). Het metselwerk is gelijk aan dat van het interieur en gemetseld in het Vlaams verband met terugliggende voegen. Op veel plaatsen worden grote of kleine ac centen gelegd zoals rond raam- en deur openingen, soms terugliggend dan weer uitstekend (foto's 4, 5, en 6). De bouwvoorbereidingen Nadat de keuze was gemaakt voor de zaalkerk van Arend Rothuizen werden de voorbereidingen getroffen om te komen tot een aanbesteding. Dat hield in dat er bestektekeningen en een bestek gemaakt moesten worden waarmee bij de aanne mers een prijs kon worden opgevraagd. In totaal werden in mei 1929 11 bestek- Foto 3. Foto van een kleimodel.

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 2016 | | pagina 13