Collectieve instroom van rijksmonumentale kerken en torens Borsele in het Brim-2016 20 In 2006 is door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE)1' een nieu we subsidieregeling voor rijksmonumenten ingevoerd, namelijk het Besluit rijkssubsidiëring instandhouding monumenten (Brim). Na een overgangs periode zijn de oude regelingen Brom en Brrm vervallen en overgegaan in het Brim.2' Hiermee verschoof het accent van puur onderhoud gevolgd door dure restauratie meer naar planmatige instandhouding. Het jaar van instro men in het Brim is gefaseerd gebeurd en was afhankelijk van de categorie (kerken) en het monumentennummer.3'Voor de Borselse rijksmonumentale kerken en torens was het jaar van instroom 2010. Door evaluatie en een te kort aan financiële middelen is de regeling regelmatig aangepast. Vanwege de helderheid, welke regeling het betreft, wordt daarom het jaar van indiening achter het Brim genoemd. Brim-2010 Vanwege de invoering van het Brim door de RCE heeft Borsele in 2009 het plan opgevat om voor alle rijksmonumentale kerken en torens de zogenaamde Brim op te stellen en de subsidieverzoeken richting de rijksdienst centraal te coördi neren. Dit om enerzijds de kerkbesturen te ontzorgen en anderzijds om te gaan voor de maximaal te behalen subsidies. Deze verzoeken zijn ingediend op basis van het Brim 2010 (jaar van indiening), welke geldt voor de planperiode 2011 tot en met 2016. Bijna alle subsidieverzoeken zijn gehonoreerd, waarmee deze aanpak is een enorm succesvol is gebleken. In vergelijking met de huidige regeling was deze voor de kerken ruimhartig, 65% subsidie van de totale kosten. Daarnaast droeg de provincie en Borsele nog bij, zodat de eerste 100.000,- geheel gefi nancierd was. Voor het meerdere moest het kerkbestuur zelf 35% aan eigen mid delen bijdragen. De uitvoering van Brim-2010 Bij restauraties waarbij de kerk van de kerkelijke gemeente is en de toren van gemeente Borsele is het uitgangspunt om zoveel als mogelijk gezamenlijk op te trekken. Dit geeft enerzijds een financi eel voordeel en het zorgt voor de minste overlast naar de omwonenden. Borsele heeft de overtuiging dat juist door de samenwerking van alle betrokken partijen het meest maximale resultaat voor de instandhouding van onze kerken kan wor den behaald voor nu en in de toekomst. Met de betrokken partijen wordt bedoeld de RCE, de provincie Zeeland, kerkbestu ren en Borsele. Maar ook de deskundig heid van bijvoorbeeld de architect, Mo- numentenwacht Zeeland, aannemer, lood gieters, leidekker, koperslager, schilder en het Restauratie Opleidingsproject waarbij jonge talenten opgeleid worden, zodat ook in de toekomst nog vakmensen zijn die onder andere kerken kunnen restaureren. Deze samenwerking hebben wij inmid dels al een groot aantal keren herhaald. Een aantal jaren geleden de kerk en toren in Nisse en daarna de kerk en dakruiter in Hoedekenskerke en Driewegen.Vorig jaar kerk en toren in 's-Gravenpolder en de kerk en toren hier in 's-Heer Abtskerke. Op dit moment staan de torens van Baar land en Ovezande in de steigers. Na de bouwvakvakantie zal Oudelande volgen. Daarnaast zijn ook de Dorpskerk en de H. Blasiuskerk in Heinkenszand gerestaureerd en de H. Bonifaciuskerk in Kwaden- damme. Deze laatste kerken bezitten geen toren die gemeentelijk eigendom is. Restauratie lantaarn toren van de Maartens kerk in 's-Gravenpolder. (Foto H. Ruissen, 2015). L.M. van der Gouwe Brim 2016 Volgend jaar is de planperiode van zes jaar afgelopen. Dit bekent dat wij afgelopen maart weer voor de meeste kerken en to rens, net als zes jaar geleden, Brim-plannen hebben opgesteld en de subsidieverzoeken voor de komende zes jaar hebben inge diend bij de RCE op basis van het Brim 2016.4) Wij hopen medio dit jaar van de RCE te vernemen dat de subsidies ook weer voor de komende planperiode van zes jaar, vanaf 2017 tot en met 2022, be schikbaar worden gesteld voor de kerk en torens in Borsele. Toch baart de toekomst zorgen. De subsidie is afhankelijk gesteld van de herbouwwaarde en gemaximeerd op 50%. Dit betekent in de praktijk in vele gevallen dat het plafondbedrag lager zal uitvallen en dat daarnaast zelf de helft moet worden bijgedragen.Veder is de provinciale subsidieregeling opgeheven. Een positief punt is dat de meeste kerken en torens in Borsele door de aanpak met gelden uit het Brim-2010 er goed bijstaan. Dit betekent in de praktijk dat met min der financiële middelen het huidige niveau toch in stand kan worden gehouden. Een ander punt van zorg is het gebruik van de kerken. De RCE kent alleen subsidie toe als er sprake is van bestendig gebruik. Voor zover er momenteel in de toekomst kan worden gekeken zullen de kerken nog tot en met 2022 gebruikt blijven worden voor de eredienst. Maar ook binnen Bor sele zullen op termijn kerken gaan sluiten. Komende tijd zal verder onderzoek wor den verricht om in beeld te krijgen welke kerken dat betreffen en hoe deze dan her bestemd zouden kunnen worden. Noten 1. In 2009 werd de naam gewijzigd van de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurland schap en Monumenten (RACM) naar de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). 2. Brom is de afkorting van Besluit rijkssubsi diëring onderhoud monumenten. Brrm is de afkorting van Besluit rijksubsidi ering restauratie monumenten. 3. Ieder rijksmonument heeft een uniek num mer, het zogenaamde monumentennum mer, waarbij het ingeschreven staat in het monumentenregister. 4. In de praktijk is sprake van Brim-2016, om dat het jaar van instroom 2016 is. Omdat de regeling sinds 2013 niet meer is gewijzgid spreekt de RCE formeel van Brim-2013, planperiode 2017 tot en met 2022.

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 2016 | | pagina 20