«9
V
4
Foto 13. De plaats waar de gevel en de dak
constructie samenkomen.
ten wordt onderverdeeld in vijf vakken
die bekleed zijn met Celotex platen, een
soort zachtboard met een lichte kleur. De
omtimmering van de spanten volgt slechts
voor een deel de ijzeren spanten van de
kap. De nok van de kap ligt op 22,6 me
ter boven de vloer,je zou kunnen zeggen
dat veel kubieke meters zijn 'weggetim-
merd', mogelijk omwille van de akoestiek;
nergens komt de staalconstructie van de
spanten in het zicht, wel wordt de plaats
van de spanten in het plafond extra met
lijstwerk geaccentueerd. Deze lijsten had
den oorspronkelijk een lichtblauwe kleur
wat goed paste bij de neutrale kleur van
de plafondplaten.
Later is er een tweedeling in het plafond
gekomen: de lagere platen langs de ge-
velramen hebben nu een grijze neutrale
kleur terwijl de hogere platen, die oor
spronkelijk ook lichtgrijs waren, blauw
zijn geschilderd. (In het achterste deel van
Foto 14. De nieuwe situatie met het blauwe plafond.
de kerk boven de gaanderij is het plafond
niet blauw geschilderd en zo krijgt men
een indruk van hoe het vroeger was voor
het gehele plafond.)
De donkerbruine banken van eikenhout
zorgden aanvankelijk voor een prettig
contrast met de gemetselde wanden en
het lichte plafond. Dat effect is echter
voor een deel te niet gedaan toen een
groot deel van het plafond blauw werd
geschilderd. De banken die op de vloer
staan die 40 centimeter naar achteren
oploopt werden door de fa. G.A. Loo-
nen en Co in Breda gemaakt. In eerste
instantie was gedacht aan grenenhout
maar de keuze viel op eiken. Het werden
klapbanken met voor de zitplaatsen een
breedtemaat van 50 cm. De banken wer
den opgeleverd op 25 juli 1930, de kosten
bedroegen fl. 10,50 per plaats (foto 17).
Voor de verlichtingsarmaturen werd ge
kozen voor moderne glazen bollen uit de
Giso serie van de fabrikant Gispen uit
Rotterdam. Deze lampen werden in 1926
op de markt gebracht, de bollen werden
gemaakt van kristalglas voorzien van een
dun laagje opaalglas. In de catalogus van
Gispen van 1929 wordt de kerk vermeld.
De lampen van Gispen zijn later vervan
gen door diepstralers die hoog in het pla
fond zijn ingebouwd. Ongetwijfeld zullen
deze ornamenten zorgen voor meer licht
maar de oorspronkelijk laaghangende
bollen die leken te zweven, pasten beter
bij de architectuur van de kerkzaak De
diepstralers zijn eigenlijk nietszeggende
vreemde eenden in de bijt die niet bij
dragen aan de ruimtelijke architectuur
van het interieur. Later is er een soort
voorzetbeglazing aan de buitenzijden van
de smalle kerkramen aangebracht. Deze
voorzieningen van vergeeld geworden
plastic gevat in bruine houten lijstjes ge
ven de gevels een rommelig aanzien en
Foto 15. Het zicht vanuit de entreehal.
Foto 16. Glas in lood achter in de kerk.