5
Locatie van de fundamenten van de voormalige sacristie.
grootste kerkgenootschap de oude kerk
toegewezen moest krijgen. Per decreet van
1801 hebben de hervormden de kerk afge
kocht. Het duurde nog tot 1859 voordat
er op Ovezande een katholieke kerk ge
bouwd werd. Gelet hierop, is de kerk van
belang als uitdrukking van de geestelijke
ontwikkelingsgeschiedenis van Ovezande,
en hiermee van algemene historische
waarde. De kerk, het Vischhuijs/viskot en
de herberg de Swane werden gesitueerd
rond een T-splisting in het dijkenpatroon
dat was ontstaan na de inpoldering van
het gebied. De kerk en de herberg zijn nu
nog zichtbaar in het historische centrum
van Ovezande en maken onderdeel uit
van de ontwikkelingsgeschiedenis van het
dorp.
De laatmiddeleeuwse kerk is in de negen
tiende eeuw middels diverse herstellingen
en verbouwingen onherkenbaar aangepast
ten opzichte van zijn oorspronkelijke ui
terlijk. De kerk is van middeleeuwse Zuid-
Bevelandse dorpskerk getransformeerd tot
een gebouw dat is gebaseerd op het eclec
ticisme. De laatste forse ingreep was het
aanbrengen van het orgelbalkon met orgel
en het stucplafond naar het ontwerp van
stadsarchitect J.H. Hannink uit Goes. In
de twintigste eeuw volgde nog de nieuw
bouw van de consistorie.
De kerk is van belang voor het aanzien
van Ovezande als markant, beeldbepalend
richtings-en herkenningspunt.
Zuidgevel: Fundament voormalige sa
cristie
Aan de zuidzijde van de kerk werden in de
grond fundamenten aangetroffen van de
voormalige sacristie. Tussen 1837 en 1840
is de sacristie gesloopt. De voormalige
sacristie was op dat moment in gebruik als
schuurtje. De fundering is tijdens de sloop
gespaard gebleven. De fundering (met de
overhoeks geplaatste steunberen) is tijdens
de restauratie teruggevonden. Omdat de
fundering bestaat uit oude Zeeuwse mop
pen, bestaat gevaar op kapot vriezen in
de winter indien zij bloot zouden blijven
liggen. Daarom is er voor gekozen om de
fundering met opsluitbandjes te omgeven
en af te dekken met grint. Op die manier
zijn de contouren duidelijk waarneembaar
voor bezoekers, maar blijft de fundering
geconserveerd.
Zuidgevel: Gewelf of spaarboog?
Ter plaatse van de zuidgevel, tussen de
aansluitende fundering van de sacristie,
zijn enkele interessante bouwsporen ge
vonden. Ten eerste een restant van de door
de fundering doorgezette triomfboog. Dit
onderbouwt het vermoeden dat het voor
malige koor eerst een kapel is geweest, die
later is uitgebouwd tot parochiekerk. Het
doorgezette gedeelte van de triomfboog
kan een contrefort geweest zijn als beëin
diging (westgevel) van de kapel.
Ten tweede het gewelf of spaarboog, die
goed aansluiting vind op het doorgezette
restant in de fundering van de triomf
boog, maar geen aansluiting vindt bij de
oost fundering/gevel van de sacristie. Dit
lijkt aan te geven dat de sacristie later is ge
bouwd dan het koor of de vroegere kapel.
Meer bouwhistorisch en archeologisch
onderzoek is vereist om hier duidelijkheid
over te verschaffen.
Noordgevel: Toegangspoort
Achter de betimmering van de hal werd
een gemetselde boog van een poort aan
getroffen. De boog was dichtgemetseld
met twee dunne lagen metselwerk. Tus
sen de twee gemetselde wandjes bevond
zich puin. Deze poort gaf een verklaring
voor de flinke barst in de noordgevel die
ondanks eerdere herstellingen steeds bleef
terugkeren. De binnenste metselwand en
het puin zijn verwijderd. De scheur is her
steld. Rechts naast de poort (vanuit de hal
bezien) bevindt zich een kleine gemetsel
de nis waaruit het (waarschijnlijk hardste
nen) wijwatervat weggekapt is. De hoogte
van de poort, de positie van het scharnier
en het wijwatervat lijken de theorie dat
het vloerniveau van de kerk ooit 60 cen
timeter lager heeft gelegen te bevestigen.
Het ophogen van het vloerniveau zou zijn
gedaan vanwege vochtproblemen waar
door de houten kerkbanken wegrotten.
Het verschil tussen het vloerniveau en het
maaiveld zou kunnen worden verklaard
door het vele begraven rond de kerk.
Noordgevel: Waterkelder
Het water van het kerkdak wordt afge
voerd naar de waterkelder die zich langs
de kerk aan de hoofdstraatzijde bevindt.
Dit is een groot, langgerekt gewelf waar
van de top het gazon flauw doet bollen.
Voor de opmerkzame bezoeker zijn de
contouren van de waterkelder zichtbaar in
het gras. De kelder is ongeveer manshoog
en bevat een grote hoeveelheid water.
De waterkelder werd herontdekt bij het
verwijderen van de bossages langs de kerk.
Aan de oostelijke kant van de kelder is een
opbouw in ijsselsteentjes zichtbaar met
daarop een gietijzeren bak. De bak kan
worden voorzien van een handpomp. Die
pomp was niet meer aanwezig bij de ont
dekking van de kelder. Oudere bewoners
van Ovezande weten nog wel dat er water
bij de kerk verkocht werd. Bij langdurig
droog en warm weer vielen de putten van
de boerderijen en huizen droog. Mensen
waren dan afhankelijk van de waterkelder
voor hun drinkwater. Het water kostte
een cent per emmer. De pomp was voor
zien van een slot om eventuele diefstal te
voorkomen. De waterkwaliteit was en is
nog altijd uitstekend. Hoewel er sprake
is van hemelwater is het water koel en
zeer helder. Over de kelder wordt ook
een anekdote verteld. In de oorlog werd
er door de Duitsers op elke kerktoren
gepost. Dat gebeurde ook in Ovezande