en daarvan zijn nog een fles en een stuk
Duitse krant uit die tijd teruggevonden.
De jongens die moesten posten vonden
het blijkbaar nogal een gedoe om hele
maal naar beneden te lopen om te plassen.
Zij vonden hiervoor een oplossing tussen
de galmborden. Daarbij kwam er urine op
het dak van de kerk terecht. Hetzelfde dak
dat afwatert op de waterkelder. Ovezande
is pas laat op het waterleidingnet aange
sloten en de bewoners zouden zijn gaan
klagen bij het Duitse gezag van die tijd.
De overlevering wil dat de Duitsers toen
de waterkelder zouden hebben leegge
pompt en schoongemaakt. Ook wij heb
ben getracht de kelder leeg te pompen om
het gewelf te kunnen inspecteren en zo
nodig te repareren. Na twee dagen pom
pen is die poging gestaakt. De kelder was
toen nog maar halfleeg.
Oostgevel: Rechte koorsluiting en raam
Bouwhistorisch onderzoek door L. van
der Gouwe wijst uit dat de huidige rechte
koorafsluiting waarschijnlijk de oorspron
kelijke afsluiting is. Hij baseert deze con
clusie onder andere op een kopergravure
uit 1790-1792 van Van Drielst en op een
kadastrale minuut van 1811-1832. Beide
bronnen laten een rechte afsluiting zien.
De kopergravure toont een gotisch raam
in de oostgevel. Van der Gouwe schrijft
deze afsluiting toe aan Vlaamse invloeden,
waardoor meer Zuid-Bevelandse kerken
een rechte koorafsluiting gekregen heb
ben. Hij doet geen stellige uitspraken over
de rechte koorafsluiting en adviseert ver
der archeologisch onderzoek.
Tijdens zijn onderzoek was een deel van
de oostgevel zichtbaar in de voormalige
consistorie. Bouwsporen van het raam
ontbraken daar echter. Die kwamen later
aan het licht toen het interieur van de
kerk werd gerestaureerd. De wijze waarop
het raam in de oostgevel was dichtgemet
seld was weinig duurzaam. Er waren twee
dunne schillen geplaatst, versterkt met een
metalen gaas en stucwerk. Daartussen was
het hol. Bij het verwijderen van de oude
stuclaag (noodzakelijk om de nieuwe stuc
aan te kunnen brengen) werd het wandje
aan de binnenzijde zodanig verzwakt dat
het niet behouden kon worden. Gekozen
werd om het raam terug te brengen voor
zover het bijgebouw dat toeliet. Met
groeven in de wanden van de kerk wordt
aangegeven tot hoever het raam voorheen
doorliep.
De gehele kerk is in 1865 voorzien van
een sierpleister. Die pleister werd in 1955
weer verwijderd. De sierpleister is nog te
zien op oude foto's. Bij de recente restau
ratie zijn stukken van deze pleister terug
gevonden op de oostwand van de kerk in
de consistorie. Er is voor gekozen om deze
pleister niet te verwijderen, maar in situ te
laten voor de geïnteresseerde bezoeker. De
restanten pleisterwerk zijn voorzien van
schijnvoegen.
De Kruisbloem
Een kruisbloem is een gebeeldhouwd
sierelement dat vanuit elke richting het
silhouet heeft van een kruis. Het wordt
meestal gebruikt als de bekroning van
pinakels, frontalen of geveltoppen. De
kruisbloem van het Wit Arjaentje bestaat
uit een smaller wordende stam, prisma
tisch van vorm, uitmondend in een bla
derkrans (acanthusbladeren) die uitbot in
vier knoppen of hogels.
De vorige kruisbloem was gemaakt van
gips en is waarschijnlijk door vorst zo
danig beschadigd dat hij in stukken uit
elkaar gevallen is. Tot op heden heb ik
nog niet vernomen of daarbij schade aan
de kerk of het bijgebouw is ontstaan. De
De nieuwe kruisbloem gemaakt door Pieter van Staveren.
Links: Restauratie van een raam van de kerk.