13 Middelburg, Nieuwe Kerk en Koorkerk. CHOO* V.Y.XK. De Sint-Maartenskerk was het tweede doelwit voor de groep beeldenbrekers. Bij hun aankomst vonden zij de kerkdeuren gesloten, maar met een mast waren die snel opengeramd. Ook in deze kerk werd alles gebroken wat breken kon, zelfs het sacramentshuis waarin de hostie werd bewaard moest eraan geloven. De meest heiligschennende daad werd door Cop- pen Slot bedreven toen hij de hosties op de grond gooide, deze met voeten trad, ondertussen uitroepend: 'Als dit waarlijk God is, zou hij mijn tenen wel kunnen afbijten'. Blijkbaar begon het gebodt van de kerkenraad (belediging verboden) op de achtergrond te raken. Gestolen werd er echter ook hier niet. Kerkenraadsle den leverden juweelen en ornamenten waarbij een zilveren crucifix op voet, bij de baljuw in. Daar werden ze door Geert de zilversmid eerst gewogen en vervolgens geregistreerd. En verder trokken de beeldenstormers, naar de Sint-Pieterskathedraal. Hier hoefden zij de toegang niet te forceren; hier openden de kosters zelf de deuren voor hen. Men had ook de tijd gehad om tal van zaken in veiligheid te brengen. Alleen het sacramentshuis moest het nog ontgelden; de smid Balten Simonsz. sloeg het kapot met zijn hamer. En een achter gebleven Mariabeeld, hoog tegen de wand staand, werd met een touw neergehaald. Veel was er in deze derde parochiekerk niet te vernielen. Wel viel het kerkar chief in handen van de brekers, die zich niet ontzagen om brieven en privileges te verscheuren en bovendien vier pond gr.Vl. uit een geldkistje te stelen. Daarmee handelden zij regelrecht tegen het gebodt van de kerkenraad. Waarschijnlijk verloor de kerkenraad de controle toen ook de overige kerken door beeldenstormers werden bezocht. Op een enkele uitzondering na zijn deze anoniem gebleven. Alleen de naam van timmerman Aalbrecht Jansz. raakte bekend. In de au gustijnenkerk smeet hij het al in stucken. Ook in de franciscanenkerk en begijnen- kerk werd alles gebroken. In de kerk van de begarden werden het sacramentshuis en de altaarbeelden kapot geslagen; in de gasthuiskerk en de zusterkerk bachten 's-Gravenhove werden beelden en altaren vernield. Het doel van de hervormde kerkenraad was echter bereikt: de Middelburgse pa rochiekerken waren gereed om in gebruik genomen te worden voor calvinistische kerkdiensten. De overige Zeeuwse steden In Vlissingen herkennen wij vrijwel hetzelfde patroon. Kort voor 22 augustus verzocht de kerkenraad het stadsbestuur om het nieuwe gasthuis, buiten de stad gelegen, te mogen gebruiken als pre- dikplaats. Toen hun dit werd geweigerd verklaarden de hervormden dat zij dan zelf naar een geschikte ruimte zouden omzien. Daarbij hadden zij de Sint- Jacobskerk op het oog. Op 22 augustus was het zover. De deur aan de zuidzijde van de kerk werd ingebeukt en de ver nieling van dcgruwelijke afgoden - om nogmaals hun woorden te citeren - nam een aanvang. Ook hier berustte de leiding bij de kerkenraad. Bovendien was Geleijn Jansz. d'Hoorne, predikant van Middel burg en Vlissingen, actief betrokken bij de verwoesting. Afgezien van een vechtpartij met enkele schippers en de (vermoede lijke) diefstal van een paar schilderijen, verliep de breking volgens het plan van de kerkenraad. Verdere vernielingen buiten de Sint-Jacobskerk vonden in Vlissingen geen plaats; het karmelietenklooster bleef gespaard. De kloosterlingen werden door de stedelijke overheid in bewaerder bant gehouden en de baljuw bewaakte samen met de secretaris de lege kloostergebou wen. De hervormde kerkenraad had echter ook hier zijn doel bereikt. Voortaan zou de Sint-Jacobskerk kunnen dienen voor calvinistische erediensten. In de andere Zeeuwse steden was van een planmatig uitgevoerde actie geen sprake, zelfs niet in Veere, Zierikzee of Sint-Maartensdijk, waar zich eveneens een

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 2017 | | pagina 13