16
waagde het openlijk de mis op te dragen.
Heer en meester waren de hervormden,
zeker in Middelburg. Zij waren het die in
de Sint-Maartenskerk en de gasthuiskerk
hun kerkdiensten hielden en gewapend
met bijlen en messen trok een menigte van
enkele honderden naar het Gravensteen
om de personen te bevrijden die daar om
wille van hun geloof gevangen zaten.
Het was wel duidelijk dat deze uitzonder
lijke toestand niet lang kon duren. Dat
bleek bijvoorbeeld in Vlissingen waar de
Sint-Jacobskerk ook leeggeruimd gereed
stond voor hervormde erediensten. Toen
Margaretha van
Parma, landvoogdes
van de Nederlanden.
predikant Gelein Jansz. d' Hoorne na
enkele dagen verblijf in Middelburg het
Vlissingse stadsbestuur verzocht om te
mogen preken in die kerk, werd hem dat
geweigerd. Inmiddels waren 24 gewapen
de mannen van stadswege aangenomen
om de baljuw bij te staan bij de bewaking
van de Sint-Jacobskerk.
Ondertussen had landvoogdes Marga
retha onder druk van de Nederlandse adel
enige concessies gedaan. In het Akkoord
van 25 augustus werd bepaald dat preken
van de hervormden toegestaan zouden
worden op plaatsen waar ze tot dan toe
gehouden waren, maar nooit binnen de
steden. Zo ontstond een nieuw evenwicht:
de katholieken konden in het vervolg
weer beschikken over hun eigen kerken en
de hervormden moesten genoegen nemen
met preekruimte buiten de steden. In
Middelburg was dat een pakhuis, in Ar-
nemuiden een zoutkeet, in Zierikzee een
meestoof en in Tholen, Poortvliet, Kou-
dekerke en Sint-Maartensdijk een schuur.
De Veerse calvinisten tenslotte behielden
de gasthuiskerk aan de rand van de stad.
Blijkbaar was men met deze oplossing niet
ontevreden. Toen ongeregeldheden op 18
oktober binnen de Sint-Pieterskathedraal
in Middelburg dreigden uit te lopen
op een herhaling van de beeldenstorm,
distantieerde de kerkenraad zich van deze
wilde actie, die dan ook tot niets leidde.
De Middelburgse hervormden hadden
immers al bereikt wat zij in eerste instantie
wilden bereiken en handhaven van die
positie stond bij hen voorop.
Ternauwernood een half jaar zou deze si
tuatie zo voortduren. In maart 1567 maak
te de inkwartiering van regeringstroepen
op Walcheren een (voorlopig) eind aan
dit hervormd kerkelijk leven in Zeeland.
Maar dat is een heel ander verhaal.
Noten
1Zie voor de grafmonumenten in het koor:
P.A. Henderikx, De graven en grafmonu
menten van graaf/rooms-koning Willem
II en Floris de Voogd in het koor van de
abdijkerk te Middelburg in Archief van het
Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der We
tenschappen, 2014, p. 5-63.
Zie voor alle overige bronvermeldingen: C.
Rooze-Stouthamer, Hervorming in Zeeland (ca.
1520-1572), Goes, 1996.