18
Oostzijde van de Katse kerk in Kats. (Foto L.M. van der Gouwe, 2017.)
Zuidzijde van de Maartenskerk in Baarland. (Foto L.M. van der Gouwe,
2017.)
de maximaal subsidiabele kosten. Deze
was volgens de RCE voor grote kerken te
laag en voor kleine kerken te ruim. Om
hier grip op te krijgen besloot de RCE tot
invoering van de herbouwwaarde van een
kerk voor het bepalen van de maximaal
subsidiabele kosten. De herbouwwaarde
kan gezien wordt als de maat voor de
grootte van het object en de rijkheid hoe
het is gebouwd en uitgevoerd, zoals bij
voorbeeld de toepassing van ornamenten,
decoraties, materiaal enzovoort. Verder
heeft de RCE geconcludeerd dat de
besteding van een 0,5% van de herbouw
waarde van een kerk per jaar voldoende is
voor sober en doelmatig onderhoud. De
herbouwwaarde wordt bepaald uit een
verzekeringspolis of uit een taxatierap
port, waarnaar de polis verwijst. Voor
niet verzekerde monumenten moet de
herbouwwaarde blijken uit een door een
verzekeringsmaatschappij geaccepteerde
taxatie, bijvoorbeeld een offerte.
Brim-2016
Zowel de Katse kerk als de Maartenskerk
zijn ingestroomd in het Brim-2016. De
regeling is sinds 2013 niet gewijzigd, zo
dat de RCE formeel spreekt van het Brim-
2013, planperiode 2017 tot en met 2022.
De huidige regeling geeft de volgende
financiële situatie voor deze kerken.
Katse kerk
De herbouwwaarde van de Katse
Kerk is door de verzekering bepaald
op 711.400,-. De maximale subsidie
voor 6 jaar bedraagt dan vervolgens:
711.400,- (taxatiewaarde) x 0,5%
(percentage sober onderhoud) x 6 (plan
periode) x 50% (subsidiepercentage)
10.671,-.
De RCE heeft in september 2016 beschikt
dat de maximale subsidie voor de komen
de planperiode, vanaf 2017 tot en met
2022, 10.671,- bedraagt. Dit betekent
een bedrag aan subsidie van 1.778,50
per jaar. Vanwege het subsidiepercentage
van 50% houdt dit in dat de Katse Kerk
hetzelfde bedrag bijlegt, zodat de kerk in
de praktijk voor 3.557,- per jaar moet
worden onderhouden.
Maartenskerk
De herbouwwaarde van de Maartenskerk
bedraagt 3.019.500,-. De maximale
subsidie voor 6 jaar bedraagt dan ver
volgens: 3.019.500,- (taxatiewaarde) x
0,5% (percentage sober onderhoud) x 6
(planperiode) x 50% (subsidiepercentage)
45.293,-. Ook dit bedrag is door de
RCE in september 2016 beschikt voor
de planperiode 2017 tot en met 2022.
Dit betekent een bedrag aan subsidie van
7.548,83 per jaar. De Maartenskerk
moet hetzelfde bedrag bijleggen, zodat de
kerk in de praktijk voor 15.097,66 per
jaar moet worden onderhouden.
De balans
De RCE is er in geslaagd om door de
invoering van het Brim-2013 de subsidie
zodanig te verdelen dat alle verzoeken
kunnen worden gehonoreerd. Verder
valt er wat te zeggen voor de gehanteerde
systematiek om de maximaal subsidiabele
kosten te baseren op de herbouwwaarde.
In basis zorgt dit instrument voor een
meer evenwichtige verdeling van de finan
ciële middelen. Maar er zijn ook kritische
noten. De door de RCE gestelde 0,5%
voor sober onderhoud lijkt aan de lage
kant. De totale geraamde subsidiabele
kosten van de Katse kerk en de Maartens
kerk bedragen respectievelijk 66.092,33
en 170.650,16. Dit terwijl beide kerken
in redelijk goede bouwtechnische staat
verkeren. Dit betekent dat kerken ofwel
zelf flink moeten bijdragen om de bouw
technische staat op peil te houden, ofwel
in onderhoud achteruit gaan. Om met
eigen middelen de huidige conditie op
peil te houden, betekent dit voor de Katse
kerk een bijdrage van 55.421,33 en voor
de Maartenskerk 125.357,16. Dit lijkt
een onmogelijke opgave voor de plaatse
lijke stichtingen.
Noten
1In de praktijk is er sprake van Brim-2016,
omdat het jaar van instroom 2016 is.
Omdat de regeling sinds 2013 niet meer is
gewijzigd, spreekt de Rijksdienst voor het
Cultureel Erfgoed formeel van Brim-2013,
planperiode 2017 tot en met 2022.
2. L.M. van der Gouwe, Wijziging rijkssubsi
die voor rijksmonumentale kerkgebouwen,
Bulletin SOZK, nr. 61, februari 2009.
3. L.M. van der Gouwe, Instandhoudings
subsidie per 1 januari 2011, Bulletin SOZK,
nr. 64, december 2010.
4. L.M. van der Gouwe, Restauratie van de
Johannes de Doperkerk en toren te 's-Heer
Abtskerke, in Bulletin SOZK, nr. 75,
december 2016.