27
komen ondermeer mechanica, geometrie,
driehoeksmeting en timmerwerken. Het
schetsboek wordt bewaard in de Bibliothe-
que National te Parijs, een kopie ervan is
in belangrijke bibliotheken aanwezig.
De bouwplaats
En zo is er nog veel meer dat verbazing en
verwondering oproept en vooral zijn er
veel vragen over de realisatie van het ge
weldige bouwwerk. Wie waren de ontwer
pers, waar kwamen de vaklieden vandaan,
waar vond men het meest geschikte bouw
materiaal en hoe was het transport daar
van geregeld? Wie had de leiding tijdens
de bouw en hoe ging dat met de betaling?
Hoe kreeg men al die bouwmaterialen op
z'n plaats op een hoogte van zo'n 40 meter
(en later nog hoger) boven de grond? Op
de laatste vraag zal ik proberen een ant
woord te geven.
In de oudheid zoals in Egypte was men
al bekend met het transporteren van
zware stenen materialen naar de diverse
bouwplaatsen. Als de situatie dat toeliet
werd gebruik gemaakt van schepen op de
Nijl of van speciaal aangelegde hellende
banen (hellend vlak) in de woestijn waar
op rollen en met veel mankracht de mate
rialen over het zand werden gesleurd. Veel
later gebruikten de Romeinen soortgelijke
technieken voor hun bouwwerken, zij be
schikten over eenvoudige hijskranen maar
informatie daarover en over het gebruik
daarvan gingen verloren.
Bij de bouw van de kathedralen moesten
nieuwe apparaten ontwikkeld worden om
bouwmaterialen omhoog te hijsen. De
ruimte rond de te bouwen kathedraal was
beperkt, van een hellend vlak kon daarom
geen sprake zijn. De bouwloodsen, de
voorraden en de samengeklonterde mid
deleeuwse bebouwing rond de bouwplaats
dwongen tot een zeer zorgvuldig grondge
bruik. Een strakke organisatie en adminis
tratie moeten ervoor gezorgd hebben dat
het geen totale chaos werd.
Om te beginnen moest het ontgraven
puin in de fundering worden afgevoerd.
Het nieuwe bouwmateriaal, in hoofdzaak
bestaande uit kalksteen afkomstig uit een
groeve die 8 km verder lag, werd de stad
ingebracht door karren die door ossen
en later door paarden getrokken werden.
Ook was een grote hoeveelheid hout dat
ter plaatse verkregen werd nodig voor de
steigers, de gereedschappen en de tijdelijke
ondersteuningen van onder andere de
boog- en gewelfconstructies. Harder hout
zoals eiken werd gebruikt voor de kolos
sale kapconstructies. En dan te bedenken
dat al die materialen gedurende vele jaren
werden aangevoerd door de smalle om
hoog lopende middeleeuwse straten van
de stad. Wat moeten de bewoners opge
lucht zijn geweest toen de kathedraal in
1260 gereed was.
Behalve onbewerkte natuursteen werden
ook delen aangevoerd die in de groeve al
een bewerking hadden ondergaan. Dit
scheelde in de hoeveelheid vracht maar
het kwam ook voor dat grote ruwe stuk
ken kalksteen ingemetseld werden om
daarna bewerkt te worden.
Op de bouwplaats werd gewerkt door
grondwerkers, steenhouwers, metselaars,
mortelmakers, timmerlieden, pleisteraars
en vooral veel sjouwers die knechten
of knapen werden genoemd. Deze on
geschoolde arbeiders assisteerden de
ambachtslieden en hielpen daar waar dat
nodig was. Zij moesten er voor zorgen dat
de werkzaamheden van de vaklieden zo
ongestoord mogelijk konden voortgaan.
Om de inzet van menselijke spierkracht te
beperken werd gebruikt gemaakt van ge
reedschappen en vervoersmiddelen zoals
ossen- en paardenkarren, rollen, hefbo
men, draagbaren (berries) en kruiwagens,
die het mogelijk maakten om redelijk
zware lasten te verplaatsen.
Ook werden, waar dat mogelijk was, wa
terkracht en windenergie ingezet om de
arbeid te verlichten zoals voor het maken
en slijpen van gereedschappen van de
timmerlieden en de steenhouwers. Met
hijskranen en kaapstanders (schetsen 1
en 2) werden de zwaardere onderdelen
omhoog gehesen. De timmerlieden waren
Foto 2. Kathedraal van Chartres, schip en koor.
Foto 3. Kathedraal van Chartres.