Religieuze rijkdommen van de wederopbouwperiode
op de kaart gezet David Koren
In de periode 2015-2016 heeft de Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland (SCEZ) een
groot waardestellend onderzoek uitgevoerd naar de wederopbouwkerken (1940-
1970) in Zeeland. Het gaat om een bijzondere en een kwetsbare categorie religieus
erfgoed. Alle informatie uit dit onderzoek is gebundeld in het rapport Tussen
baksteen en beton. De waarde van de Zeeuwse wederopbouwkerken dat eind 2016 is
gepresenteerd.1' In dit rapport wordt een beeld geschetst van de maatschappelijke
ontwikkelingen in deze periode en de uitwerking daarvan op de architectuur en
stedenbouw. Hiermee is een belangrijke kennislacune gevuld. Dit artikel bespreekt
de belangrijkste uitkomsten.
De kern van het rapport is de catalogus van de nog circa 100 aanwezige kerken
die alle zijn beschreven, gefotografeerd en gewaardeerd. Tot op heden was een
overzicht - of een zo compleet mogelijk overzicht - afwezig. Dat maakte het lastig
individuele kerken te waarderen. De belangstelling voor kerken uit de wederop
bouwperiode komt in ieder geval langzaam op gang en dat is gezien de rijke oogst
in Zeeland meer dan terecht!
Veel wederopbouwkerken, maar wel in
concentraties
De hoeveelheid wederopbouwkerken
heeft te maken met een aantal omstandig
heden die tamelijk uniek zijn voor deze
provincie. Naast de algemeen geldende
redenen als herstel van de oorlogsschade,
stadsuitbreidingen en de komst van
nieuwe denominaties, gelden voor Zee
land nog twee specifieke redenen waarom
er kerken werden gebouwd: de Waters
noodramp van 1953 èn de opkomst
van het (massa)toerisme na de Tweede
Wereldoorlog. De komst van katholieke
badgasten naar deze overwegend protes
tantse provincie heeft er toe geleid dat er
in diverse kustplaatsen rooms-katholieke
(openlucht)kerken werden gebouwd,
Voorzijde van het
waardestellende
rapport Tussen
Baksteen en Beton
(bron: SCEZ).
speciaal voor de toeristen. Daarnaast is het
van belang te wijzen op de diversiteit aan
denominaties in Zeeland. Het religieuze
spectrum is breed, waardoor er in som
mige kleine kernen wel vijf kerken staan
om alle gezindten te bedienen.
De spreiding van wederopbouwkerken
over de provincie is in belangrijke mate
te relateren aan de bovengenoemde oor
zaken, waarbij het herstel van de oorlogs
schade de reden is dat er zoveel weder
opbouwkerken - bijna één op de vier - in
de gemeente Sluis zijn. De oorlogsschade
was hier als gevolg van de Slag om de
Schelde in 1944 enorm, waarbij complete
stads- en dorpskernen (Oostburg, Bres-
kens, Schoondijke e.d.) zijn weggevaagd,
met inbegrip van de kerken. Een tweede
belangrijke concentratie aan kerken
bevindt zich op Schouwen-Duiveland,
waar relatief veel kerken zijn verwoest als
gevolg van de watersnoodramp in 1953.
De derde noemenswaardige concentratie
is te vinden in de grote Zeeuwse steden
(Goes, Middelburg, Terneuzen en Vlis-
singen), een gevolg van de naoorlogse
bevolkingsgroei. De toeristenkerken zijn
uiteraard langs de (hele) Zeeuwse kust te
vinden.
Sober en traditioneel
Zeeland heeft in vergelijking met andere
provincies relatief kleine wederopbouw
kerken. Zeeland is een rurale provincie
met veel dorpen en enkele kleine steden,
waarbij zelfs de provinciehoofdstad de
grens van 50.000 inwoners niet haalt.
Hoewel Zeeland in de wederopbouwtijd
geen krimpgebied was en dat nu wel is,
groeide ook toen de bevolking niet zo
hard als in andere delen van het land.
De omvang van de kerken is duidelijk
aangepast aan de beperkte grootte van de
stads- of dorpskern, een enkele uitzonde
ring zoals de rooms-katholieke kerk van
IJzendijke daargelaten. Ook kende Zee
land geen eigen architectenopleiding en
heeft de provincie altijd moeten bouwen
op architecten van buiten. Een Zeeuwse
architect als Arend Rothuizen keerde na
zijn studie in Delft weer terug naar Zee
land en bracht de nieuwste kennis mee.
Daar tilde hij de architectuur mee naar
een hoger plan, hoewel dit niet automa-
1.Stichting
jff)| Culturee
M Erfgoed
■55i 1 Zeeland
Tussen baksteen en beton
De waarde en betekenis van de Zeeuwse wederopbouwkerken