©n &ttmon8tp!tt>iBrt5ulripP8ft BffmStlilof amtagpcthonti f (fftuadefo Irypfat XQ' 9 op de hoogte waren. Hieruit blijkt tevens dat hij zijn manifest geheel zonder overleg met anderen had opgesteld. Pas toen hij geen antwoord kreeg van bisschop Hiëronymus Schulz van Brandenburg en aartsbisschop Albrecht, maakte Luther de stellingen bekend aan geleerde mannen binnen en buiten Wittenberg. Het 'aanslaan van de stellingen' op 31 oktober 1517 Wel of niet bevestigd aan de deur van de slotkapel? Het publiekelijk bekend maken van de stellingen door middel van het aan slaan aan de deur van de slotkapel, zonder een antwoord op zijn brief aan de bis schop en de aartsbisschop af te wachten, zou zeker als een provocatie beschouwd zijn. Luther wilde juist provocatie en geweld voorkomen en vertrouwde vooral op de goede bedoelingen van Paus Leo X. Nooit is er enige sprake geweest van een openbare discussie over de stellingen, wat zeker de bedoeling geweest zou zijn van het aanslaan van de stellingen aan de kerkdeur. De 95 stellingen waren in het Latijn opge steld en konden dus niet door de gewone mensen, die voor de overgrote meerder heid volkomen ongeletterd waren, gelezen worden. Met andere woorden, ze waren louter bestemd als dispuut voor theologen en geestelijken. Trouwens, de tekst was ook veel te uitgebreid om staande voor de deur aandachtig te lezen. Luther heeft zijn plaatselijke bisschop en de aartsbisschop de tijd gegeven om te reageren. Dat deden ze echter niet. Het is duidelijk dat hij niet aanstuurde op een breuk met de kerk, maar op het uit de weg ruimen van aanwezige misstanden en dwalingen. Wel stuurde Luther om te beginnen op 11 november 1517 de stellingen aan zijn vriend, prior Johannes Lang te Erfurt, met de vraag of hij en zijn medebroeders er hun mening over wilden geven. Hoe is het verhaal van het aanslaan van de stellingen dan in de wereld gekomen? Op veel afbeeldingen is het te zien en tot in de twintigste eeuw werd het vrij algemeen als feit erkend. Het is Luthers medewerker Philipp Melanchthon geweest die er in het voorwoord van Luthers verzamelde wer ken melding van maakte. Hij kon er echter geen ooggetuige van geweest zijn, want hij was pas in 1518 in Wittenberg gekomen en hij publiceerde het pas na Luthers over lijden. Van de zijde van Luther kon er dus geen weerwoord op komen. Luthers se cretaris Georg Rörer heeft in een in 2006 ontdekte bron eveneens melding gemaakt van het aanslaan van de stellingen. De katholieke lutheronderzoeker Erwin Iserloh bracht in 1961 de resultaten van een uitgebreid onderzoek naar de echtheid van het verhaal naar buiten. Op grond hiervan overheerst nu bij veel theo logen de mening dat het naar het rijk der fabelen verwezen dient te worden. Wittenberg Tijdens de Zevenjarige Oorlog (1756- 1763) tussen meerdere Europese staten werd in 1760 de slotkerk grotendeels ver woest bij een bombardement van de stad. De originele deur werd hierbij vernietigd. De kerk werd echter spoedig in barokstijl herbouwd. In 1858 werden in opdracht van Frederik Willem IV van Pruisen bronzen gedenkdeuren geplaatst op de plek van de originele deur, waarop Luther zijn stellingen vastgespijkerd zou hebben. In de deuren is de originele Latijnse tekst van de 95 stellingen gegraveerd. Op 10 november 1858 vond een officiële instal latieplechtigheid plaats, exact 375 jaar na de geboortedag van Maarten Luther. Boven de deuren is een schild aangebracht van Luther met de Duitse vertaling van de Bijbel en van zijn medewerker Philipp Melanchthon met de Augsburgse Ge loofsbelijdenis, de belangrijkste geloofsbe lijdenis van de lutherse kerken. In de kerk hebben de graven van Maarten Luther en Philipp Melanchthon met hun bronzen grafplaten een prominente plaats gekre gen. De slotkerk is nog steeds in gebruik voor de Lutherse eredienst. De bronzen deuren van de slotkapel te Wittenberg. (Foto F.G. Lindenbergh- Lepoeter, 2014.) Portret van Luther, titelblad van een preek gedrukt in Leipzig, 1519. pauli ym.mitj. jiar/burd) ben teutxgjvattr £>oct> ran tnarwium ictbrrauguflimr ju Witten# burgt/ mie tne|ï&iilbigung cglicbtr orttcfcl fo ym v> cm etjUdjen fcirttr aügunflifll jugoncffm feyn/m ber geyt bcr SÓif putarien tjn Lcypfigtg^slccn.

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 2017 | | pagina 9