10 nieuwe kerk en toren te bouwen. Er werd een ontwerp gemaakt maar de middelen ontbraken om dit ten uitvoer te brengen. Uiteindelijk werd besloten om dan maar te beginnen met de toren, mede omdat de burgerlijke gemeente Hoek een financiële bijdrage leverde, vanwege het belang van het aanbrengen van een voor iedere inwoner van het dorp zichtbaar uurwerk. Bovendien was het oude torentje dat zich midden op het dak van de oude kerk bevond het meest dringend aan vervanging toe. In 1900 was de nieuwe toren gereed. In de daarop volgende jaren, tot aan de Tweede Wereldoorlog beklom de bode van de gemeente Hoek iedere dag de toren om de klok op te winden zodat de Hoekenezen 'bij de tijd waren'. Toen de nieuwe toren er eenmaal stond groeide het verlangen bij kerkleden en verdere dorpsbewoners om ook de kerk zelf nieuw te bouwen. In oktober 1903, het jaar waarin Ds. Evert Raams werd bevestigd, werd collecte met lijst voor vrijwillige bijdrage van deur tot deur gehouden. De opbrengst was boven verwachting hoog. In een week tijd werd zesduizend gulden bijeen gebracht waarmee een definitieve basis voor nieuwbouw was gelegd. De heer L. de Bruijne uit Terneuzen werd aangewezen als architect en hij maakte een plan op basis van eerdere ontwerpen die reeds eind negentiende eeuw gemaakt waren. Begin 1905 werd de oude kerk afgebroken en de kerkdiensten van de gemeente werden gedurende het jaar 1905 in de oude Openbare school gehouden. Op 17 december 1905 werd de nieuwe kerk, aangebouwd tegen de nieuwe toren, ingewijd met een rede van ds. Raams over Mattheus 21: 13a: Mijn huis moet een huis van gebed zijn. De aannemer van de kerkbouw was Jac. de Feijter die het werk samen met de heren Keuning, Nieuweling en Kiel realiseerde. De bouwkosten van de kerk bedroegen circa 15.000,-. De kerkelijke gemeente van Hoek wist zelf in totaal 8.000,- bijeen te brengen en de Synode van de Nederlandse Hervormde Kerk gaf een bijdrage van 4.500,- uit de Generale Kas. De kerk was aanzienlijk vergroot en telde nu circa 550 zitplaatsen bij maximale bezetting. Een van de weinige oude onderdelen die werden meegenomen uit de oude kerk was de preekstoel die dateerde van de restauratie uit 1714. Zes jaar later, in 1911, werd een nieuw orgel, gebouwd door de gebroeders Van der Kley uit Rotterdam, in gebruik genomen. Gebrandschilderde ramen Uiteraard bevonden zich, vanwege de beperkte financiële middelen, in de in 1905 gebouwde kerk geen onnodig kostbare elementen, zoals bijvoorbeeld gebrandschilderde ramen. Medio jaren vijftig van de vorige eeuw bevonden de twaalf ramen die de kerk telde, zich echter in dermate slechte staat dat de kerkvoogden zich gingen buigen over een herstelplan. Een eerste kleine financiële prikkel werd gegeven doordat uit het Nationale Rampenfonds naar aanleiding van de Watersnoodramp van 1953 de gemeente Hoek een bedrag van 700,- ontving vanwege de geleden schade in de Nieuw Neuzenpolder. De gemeente Hoek verdeelde dit bedrag over de drie Protestantse kerkgemeenschappen waarbij de Hervormde gemeente 337,- ontving. Deze gift bracht het denken op gang. De kerkvoogdij wilde echter zo mogelijk niet volstaan met noodzakelijk herstel maar wilde ook graag een inhoudelijke verfraaiing toevoegen aan het kerkgebouw. Mede voor dit doel werd door middel van een intekenlijst een geldinzamelingsactie gehouden op het dorp en in de polders, een vroege vorm van 'crowdfunding'. Het resultaat van deze actie was het voor die tijd aanzienlijke bedrag van 3.436,-. Interieur van de afgebrande kerk, met de preekstoel uit 1714, 2012.

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 2017 | | pagina 10