18
rap tempo de veelheid aan geschilderde
voorstellingen. Ervaring in het inrichten
van een kerkgebouw voor hun godsdienst
hadden de gereformeerden in onze streken
niet. Hierdoor zal de 'zuivering' ook niet
overal op dezelfde wijze zijn verlopen.
Door het ontbreken van overkoepelende
richtlijnen waren de plaatselijke
kerkmeesters degenen die het feitelijk
voor het zeggen hadden.
Op de meeste plaatsen werd het schip
van de kerk ingericht als 'preekkerk',
met centraal opgesteld de preekstoel,
omringd door de dooptuin en daarbinnen
een beperkt aantal zitplaatsen voor de
kerkenraad. In het overige van de ruimte
was er plaats voor een enkele herenbank
en verder staanplaatsen voor het gewone
volk. Pas veel later zou de ruimte met
zitbanken gevuld worden.
Voor de periodieke viering van het Heilig
Avondmaal nam men op meerdere
plaatsen het koor in gebruik. Deze ruimte
was van zijn gewijde status ontdaan en
voor het overige in feite een min of meer
nutteloze ruimte geworden.8' Ook in
een aantal van de Zeeuwse kerken zal de
opstelling van de avondmaalstafel in het
koor gebruikelijk zijn geweest.
Het koorhek nam in de hele omwenteling
een aparte plaats is. Het vormde visueel
Het schip van de kerk
te Kapelle met op
de achtergrond het
koorschot. Tijdens
de restauratie in de
periode 1963-1967
is het koorschot
verwijderd. Het tegen
het schot bevestigde
tekstbord is toen uit
de kerk verdwenen.
(Foto J.P.A. Antonietti,
RDMZ, 1922.)
de afscheiding tussen het schip - nu de
preekkerk - en het koor. Dat veranderde
vooralsnog niet. Men liet het koorhek,
dat blijkbaar geen storende herinnering
aan de katholieke periode betekende, op
De dichtge
metselde
triomfboog in
de kerk te Oude-
lande. (Foto
T.Lepoeter-Boes.)
vele plaatsen voor kortere of langere tijd
in stand als afbakening van de preekkerk.
Er zijn zelfs voorbeelden van vernieuwing
van het koorhek, wanneer dit door
ouderdom aan vervanging toe was. Het
is aannemelijk dat in de Zeeuwse kerken
waar een doksaal aanwezig was, dit wel als
onderdeel van de zuivering vervangen zal
zijn door een aan de nieuwe bestemming
van de kerk aangepaste, meer sobere
afscheiding.
Strikt genomen waren alle maatregelen
voor de omvorming en inrichting
van de bestaande kerkgebouwen
noodmaatregelen, een 'roeien met de
riemen die men had'. De Nieuwe Leer
concentreerde zich volledig op het
Woord. Het ideale kerkgebouw daarvoor
was de centraalbouw, waarin alles compact
rondom de preekstoel gegroepeerd
was. Pas in de loop van de zeventiende
eeuw zouden mondjesmaat deze kerken
gebouwd worden. In Zeeland kwam voor
het eerst in 1614 in IJzendijke zo'n kerk
gereed.
Het koorschot
Beginnen we met het citeren van Van
Swigchem: In verscheidene middeleeuwse
kerken hebben de gereformeerden na
verloop van tijd het koor aan het oog
onttrokken door een houten schot. De
meeste voorbeelden dateren uit de 18'
en 19e eeuw. Soms is de ingreep bij een