A c O Bewaarexemplaar 32 Foto 5. Felsnaden. 0 1 Ji 0 tl Cl Tl 5 Foto 7. Trotseerloodje. Het grappige is dat men het in het bouwvak - zij het sporadisch - nog heeft over 18 'ponds' lood terwijl men lood van 18 kg per m2 bedoelt. Toepassingen In de bouw wordt steeds minder gebruik van lood gemaakt. Complete dakafdekkingen van lood zoals vroeger bij de kathedralen of voorname gebouwen komen nauwelijks nog voor; bitumen en kunststof hebben de plaats ingenomen. Voor monumentale gebouwen en restauratie wordt lood nog wel veel gebruikt. De dikte van het lood hangt samen met de situatie waarin het wordt toegepast. Een nokbekleding vereist dikker, dus zwaarder, lood dan dat voor een gootbodem. De bekledingen mogen niet wegwaaien of liggen klapperen. Lood wordt nog wel veel gebruikt voor de aansluiting van een dak tegen een daarnaast hoger opgaande gevel of een schoorsteen. Dat gebeurt met loketten die trapsgewijs in het metselwerk worden opgenomen en die een loden strook afdekken (tekening 2). Een andere methode is om te werken met loden stroken die slabben worden genoemd. Zij worden ook in het metselwerk vastgezet (tekening 3). Onderlinge naden vereisen een speciale techniek, men maakt dan onder meer felsnaden die kleine lengteveranderingen ten gevolge van temperatuurswisselingen mogelijk maken en die toch waterdicht zijn (foto's 5 en 6, tekening 4). Soms is het noodzakelijk om lood vast te spijkeren op de onderliggende houtconstructie. Dit gebeurt met een nagel met een vrij grote platte kop. Deze nagel kan lekkage veroorzaken en om dat te voorkomen wordt over de nagelkop een klein plaatje lood gesoldeerd (tekening 4). Dit plaatje wordt trotseerloodje of dakloodje genoemd. Zo'n trotseerloodje geeft de loodgieter de mogelijkheid om hier en daar zijn 'handtekening' achter te Tekening 4. Nokbekleding met trotseerloodjes. laten. Foto 7 laat een trotseerloodje zien van de loodgieter Jobse uit Middelburg. Behalve de naam van het bedrijf is loodgietersgereedschap, bestaande uit een leihamer met een brug en het jaar waarin de werken plaatsvonden, afgebeeld. Het getoonde plaatje is 50 mm breed en 80 mm hoog. Bronnen: E.J. Rothuizen, Het Dak, Amsterdam 1916. M. Sirag Jzn, Bouwmaterialen, twaalfde druk, Amsterdam 1952. R. Jellema, ir. M.C.A. Meischke, ir.J.A. Muller, Bouwkunde, derde druk, Delft 1953. Piet Bot, Vademecum (historische bouwmaterialen, installaties en infrastructuur), Alphen aan de Maas 2009. P.P. Steijn, Meestertekens op het dak, een verkenning naar de verschijningsvorm van trotseerloodjes van plm. 1580 tot 1995, Bosch en Duin (eigen beheer) 1995. Foto's en tekeningen: F.G.C. Rothuizen. Foto 6. Felsnaden en trotseer loodjes. dakbeschot trotseerloodje na8e' aanzicht nokgording felsnaad dakbeschot lood 25-30 kg/m2 T trotseerloodje ruiter leien

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 2017 | | pagina 32