De kerk op Den 'Oek Ds. Arie van der Maas Op nieuwjaarsdag 2015 legde een felle brand het uit 1905 daterende kerkgebouw van de Protestantse gemeente te Hoek in Zeeuws-Vlaanderen volledig in de as. De aan de westzijde aangebouwde consistorie en het van later datum daterende kerkcentrum werden gespaard evenals een deel van de in 1900 gebouwde toren. In dit artikel een overzicht van de geschiedenis van het kerkgebouw in Hoek en een impressie van de in december 2016 heropende geheel nieuw gebouwde kerk en gerestaureerde toren. Oorsprong Wie de oorsprong van het kerkgebouw in Hoek wil beschrijven komt terecht in het hart van de Tachtigjarige Oorlog (1568 - 1648). Het gebied dat we nu Zeeuws- Vlaanderen noemen bestond aan het eind van de zestiende eeuw uit meerdere eilandjes en landsdelen die met het vaste land van Vlaanderen verbonden waren. Hoek bestond nog niet, wel was enkele honderden meters ten zuiden van waar het latere dorp gevestigd zou worden, op de zuidoosthoek van de Koudepolder, vanaf 1586 in enkele fasen het Mauritsfort gebouwd. Een militaire vesting van Prins Maurits en zijn troepen aan de noordoever van het Axelsegat, waar recht tegenover door de Spanjaarden enkele jaren eerder Fort Philippine gebouwd was. Dit Mauritsfort zou in 1601 een cruciale rol spelen in de ontstaansgeschiedenis van Hoek en haar kerk. Aan de noordwestkant van de Koudepolder lag de Heerlijkheid Vremdijke. Een klein dorp met kerk dat in de loop van de vijftiende en zestiende eeuw steeds vaker te kampen kreeg met overstromingen. Van tijd tot tijd was het kerkje van Vremdijke door de overstromingen niet te gebruiken voor de eredienst en werd uitgeweken naar noodlocaties. Zo is te lezen in de kerkenraadsnotulen van 15 november 1600: alsoo de polder dryven is en volgens de kercke nie gebruycke en can, is go et gevonden, dat men voor dy tyt in schuure van ouderling... de Keyser als in best gelegen voor hetgeheele lant. Enige tijd later werd opnieuw 'verhuisd' en wel naar de schuure van Geerhart Valcke. De predikant van Vremdijke, ds. Johannes Bollius, de derde predikant na de Reformatie en bevestigd in januari 1592, woonde inmiddels ook al op het veiligere Mauritsfort. Dit blijkt uit de kerkenraadsnotulen van 14 maart 1601 waar staat: op het Mauritsfort ten huyse van Hr. Joh. Bollius. De storm met overstroming van 25 november 1601 bracht de genadeklap voor het dorpje Vremdijke. Niet alleen vrijwel alle huizen maar ook het kerkgebouw was nu onherstelbaar vernield. Alleen de toren heeft er nog vele jaren gestaan, als bekend zeebaken voor de scheepvaart. De bevolking die het langst gebleven was in het bedreigde dorp vond tijdelijk of permanent onderdak op het Mauritsfort of elders in huizen en boerderijen langs de dijken van Lovenpolder en Koudepolder. Met name de hoek van deze twee polders ontwikkelde zich verder, niet alleen tot kruispunt van wegen die over de dijken slingerden, maar ook als relatief veilige plek om zich opnieuw te vestigen. Blijkbaar overtuigde deze gunstige ligging ook het kerkbestuur bij hun beslissing om deze locatie te kiezen voor de bouw van een nieuwe kerk. Zover was het echter nog niet. In de eerste jaren van de zeventiende eeuw werd gekerkt op het Mauritsfort in de schuur naast het woonhuis van ds. Bollius die, zo blijkt uit kerkenraadsnotulen van 1603, toestemming kreeg Doop en Avondmaal te bedienen in zijn pastorie omdat de kerk weg was. De klok van Vremdijke was na de ramp gered en in Neusen opgeborgen. Al spoedig wilden de bewoners van Lovenpolder en Koudepolder ze weer terug hebben om ze op het huis van de predikant op het Mauritsfort te plaatsen. De toestemming werd verkregen van de magistraat van Neusen, als de kerk zelf de kosten zou dragen. De oude kerk van Hoek met de nieuwe toren, 1900-1905. (Oud fotomateriaal is afkomstig uit het gedenkboekje Oud en Nieuw (zie noot 1). De andere foto's zijn van Peter Mahu fotografie in Hoek.)

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 2017 | | pagina 7