18
De Nederlandse Hervormde kerk na het
bombardement van 19 oktober 1944.
(ZB/ Beeldbank recr.nr. 39999.)
Bouw Noodkerk
In de kerkvoogdij vergadering van 17
maart 1945 werd besloten ter overbrug
ging een noodkerk te bouwen. Hierna
werd besproken waar en hoe de noodkerk
te bouwen. Over de locatie ontstond
een meningsverschil. De predikant
ds. W. Reus was voor de oude locatie maar
anderen vonden dit bezwaarlijk omdat
ten eerste daar nog overlast van water was
en ten tweede de noodkerk in de weg zou
staan voor de nieuw te bouwen kerk. Er
werd besloten dat ds. Reus informatie
zou inwinnen bij de Commissie Weder
opbouw te Middelburg. Op 7 juni 1945
werd besloten de noodkerk te bouwen
op de plaats waar nu de huidige markt is.
Hier was bijna geen water geweest.
In het Zeeuws Archief is het kerkarchief
van Westkapelle ondergebracht waaron
der de Rekeningen bijlagen met betrekking
tot de aankoop, opbouw en installatie van
een noodkerk. Het bouwmateriaal was
afkomstig van een grote en een kleine hou
ten barak van de voormalige Duitse Weer
macht die bij de hofstede Grote Prelaat
tussen Westkapelle en Aagtekerke hadden
gestaan. In de grote barak was 24,7 ku
bieke meter hout verwerkt en in de kleine
ongeveer 8 kubieke meter. De kerkvoogdij
kon deze barakken van het Bureau Oor
logsbuit kopen voor 1.375,00, samen
met 10 kubieke meter grind dat resteerde
van de bunkerbouw voor 50,00. Met
de sloop van de barakken werd op 23 mei
1945 begonnen en tien dagen later was
het karwei geklaard waaraan dagelijks
zes of zeven man hadden gewerkt. Eb en
vloed heersten nog op Walcheren zodat
het vervoer van de schotten en andere
onderdelen van de barakken naar de boer
derij van J. Moens per vlot plaatsvond.
Na drie dagen was dit karwei klaar. Het
verdere transport kon met paard en wagen
omdat dit traject hoger lag en droog was.
In totaal werden twintig wagenvrachten
naar de bouwplaats gebracht.
Aangezien bouwmateriaal toen schaars
was, werden de getrokken spijkers recht
geslagen en hergebruikt. Om de aanslui
tingen tussen de verschillende dakvlakken
waterdicht te maken werden zinken goten
afkomstig uit het puin aangekocht. De
dakbedekking, asfaltpapier, was eveneens
schaars en moest speciaal worden aange
vraagd. Door het ontbreken van sorrtmige
stukken hout van de barakken moest er
nog verschillende keren hout afkomstig
uit het puin bij de gemeente worden aan
gekocht.
Zo gauw de onderdelen van de barakken
op 'het droge' waren, werd begonnen met
het herstellen van de ramen en werden
ontbrekende delen bijgemaakt. Op 7 juni
werd de plaats van de noodkerk bepaald
en kon met de bouw begonnen worden.
Eind juni was de kerk klaar. De Gemeente
Westkapelle gaf voor de noodkerk, die
plaats bood aan circa 350 personen,
honderd stoelen in bruikleen die later
voor 1.747,00 door de kerkvoogdij zijn
aangekocht. Verder stonden er zes lange
en dertien korte banken afkomstig uit de
kerk van de Gereformeerde Gemeente te
Domburg. Bij drukbezochte kerkdiensten
namen de kerkgangers hun eigen stoel
mee.
De totale bouwkosten van de nood
kerk bedroegen 6.937,16. De Synode
schonk een bedrag van 8.000,00 met
andere woorden er was een batig saldo
van 1.062,84. Op 13 februari 1945 was
er al een fonds gesticht voor de bouw van
een nieuwe kerk. Het batig saldo van de
bouw van de noodkerk werd in dit fonds
gestort.
De noodkerk was het eerste nieuwe ge
bouw te Westkapelle dat na de oorlog in
gebruik werd genomen. Ook was het een
van de eerste noodkerken in Nederland.
In Zeeland zijn na de oorlog noodkerken
gebouwd in onder andere Breskens, El-
lewoutsdijk, Vlissingen, IJzendijke en
Zoutelande.
Inwijding noodkerk
Op zondag 26 augustus 1945 werd de
noodkerk onder grote belangstelling in
gewijd. De dienst waarbij onder anderen
aanwezig waren de waarnemend burge
meester en de waarnemend gemeentese
cretaris van Westkapelle, werd geleid door
dominee W. Reus die Exodus 20 vers 24
tot tekst voor zijn predicatie had gekozen.
Het Christelijk zangkoor verleende me-
De ingebruikneming van de noodkerk september 1945. Foto N. Flipse-
Roelse. (ZB/Beeldbank recr.nr 39797.)
Vanwege het tekort aan zitplaatsen namen sommige kerkgangers bij
de ingebruikneming van de noodkerk, september 1945, hun eigen stoel
mee. Foto N. Flipse-Roelse. (ZB/Beeldbank recr.nr. 39798.)
dewerking aan deze dienst. De gemeente
zong Ps. 84 de verzen 1, 3 en 5 die ook bij
de inwijding van de verbrande kerk wa
ren gezongen. Daarna vond de plechtige
ingebruikneming plaats van de bijbel, het
doopvont en het avondmaalszilver, die
voor het bombardement op een veilige
plek waren ondergebracht. Het doopbek
ken, vervaardigd door de Middelburgse
zilversmid Philippus Prié, was in decem
ber 1760 geschonken door Johan Adri-
aan van de Perre naar aanleiding van zijn
huwelijk met Jacoba van den Brande op
30 oktober 1760. De vier zilveren avond
maalsbekers, vervaardigd door de Mid
delburgse zilversmid Hendrik Boshart,
werden in 1764 door Catharina Cornelia
Steengracht, weduwe van Johan van de
Perre geschonken. Baron H.J. van Doorn
schonk in 1916 twee zilveren avondmaals-
bordjes. Het grote avondmaalsbord werd
in 1919 door leden van de kerkgemeente
geschonken.
Inrichting
Ook het orgel, dat in 1936 na vele ver
gaderingen en onenigheid tussen de
kerkvoogdij en orgelraad was ingewijd,
ging in 1944 verloren. De organist, Cijs-
ouw, liet daarom zijn eigen orgel naar de
noodkerk overbrengen. In de kerkvoog
dijvergadering van 10 april 1946 vroeg
hij of het orgel verzekerd was voor brand.
Indien dat niet het geval was moest het
voor 2.000,00 worden verzekerd. Dit
gebeurde. Kennelijk wou de organist zijn
eigen orgel weer terug of prefereerde de
kerkenraad een eigen orgel want de heer
H.C.A. Varel werd ingeschakeld om een
noodorgel voor de kerk te kopen. Januari
1947 kon een orgel, in Meliskerke ge
kocht, in de kerk worden geïnstalleerd.
De aankoop was mogelijk door financiële
steun uit Leiderdorp. Overigens heeft dit
orgel slechts korte tijd dienst gedaan in
de noodkerk. Blijkens de notulen van de
kerkvoogdij van 17 november 1947 is het
voor 3.000,00 verkocht. De heer Varel
werd weer gevraagd advies te geven over
twee te koop aangeboden orgels. Het aan
te schaffen orgel moest met een eventuele
uitbreiding ook geschikt zijn voor de
nieuw te bouwen kerk. Aangezien dit niet
mogelijk bleek, werd besloten voorlopig
af te zien van de aankoop van een orgel.
Waarschijnlijk is er toen een harmonium
zonder elektrische windvoorziening in de
kerk geplaatst. De organist nam hierop
zijn ontslag. Hij had geen zin met zo'n
orgel de zang te begeleiden. Toen in Zou
telande een nieuw orgel werd geplaatst,
kocht Westkapelle het oude. Dit orgel is
in 1951 overgebracht naar de nieuwe kerk.
Andere kosten voor de kerk waren de aan
schaf van drie kolenkachels 67,30) en
de plaatsing daarvan (f 50,15). Uiteraard
moest er toen ook een kolenhok komen
323,16). Voor de verlichting werd de
kerk aangesloten op het elektrische net
127,63). Aanvankelijk bestond de
verlichting uit elf kale gloeilampen. Later
werd besloten om porseleinen kappen aan
de lampen te bevestigen.
Een andere investering was de aanschaf
in 1947 van twee ventilatoren omdat er
klachten waren over te weinig ventilatie.
In de kerkvoogdijvergadering van 10 mei
1948 werd gevraagd of de ventilatoren
niet stil gezet konden worden. Het was
weliswaar benauwd in de kerk maar de
apparaten maakten verschrikkelijk veel la
waai. In 1949 was de ventilatie nog steeds
slecht en werd de timmerman nogmaals
gevraagd hierin verandering te brengen.
Of dit gelukt is, vermelden de notulen
niet.
Bij bijzondere diensten was de kerk te
klein en er gingen stemmen op of zij niet
uitgebreid kon worden. In de kerkvoogdij
vergadering van 11 januari 1949 werd
besloten de noodkerk niet te vergroten,
er waren te hoge kosten aan verbonden
bovendien hoopte men binnen afzienbare
tijd de nieuwe kerk in gebruik te kunnen
nemen.
De afschrijfperiode van de noodkerk was
te stellen op vijfjaar. Het totaal dat in
aanmerking kwam voor vergoeding waren
de bouw- en inrichtingskosten, te weten
9.563,70.
Nieuw kerkgebouw
Al op 13 februari 1945, dus voor de
sluiting van het dijkgat, werd een fonds
gesticht voor wederopbouw van een nieuw
kerkgebouw. Al op 17 juli 1946 werd de
Middelburgse architect Berghoef uitgeno
digd, om in de gezamenlijke vergadering
van kerkvoogdij en kerkenraad te praten
over de eventuele bouw van een nieuw
kerkgebouw dat plaats moest kunnen
bieden aan circa 500 mensen.
De vergoeding voor de bouw van de
nieuwe kerk zou 60 tot 80 van de
bouwkosten bedragen. Het honorarium
van de architect bedroeg 8% van de bouw
kosten, maar het Rijk zou daar ook 60 tot
80% van vergoeden. Hierop werd besloten
Berghoef de opdracht te geven voor de
bouw van de kerk. Regelmatig ontving de
kerkelijke gemeente bijdragen voor het
bouwfonds dat begin 1948 13.390,20
bevatte. Overigens werd een deel van het
geld uit dit fonds gebruikt voor de nood
kerk. Uit de notulen van de kerkvoogdij
wordt duidelijk dat De bouw en restaura
tiecommissie van de Ned. Herv. Kerk een
belangrijke rol speelde. In de notulen van
16 juni en 25 november valt te lezen dat
de bouw voorlopig nog niet zal plaats
vinden omdat de woningbouw voorgaat,
bovendien was er een noodkerk.
Na het nodige overleg met de architect,
de bouw- en restauratiecommissie van de
Ned. Herv. Kerk en het Departement We
deropbouw vond op 28 september 1950
de aanbesteding van de nieuw te bouwen
kerk plaats. Ir. Klarenbeek, architect en
hoofdopzichter van het architectenbureau
Berghoef en Klarenbeek, leidde de bijeen
komst. Aan de firma J. Oord te Vriezen-
veen -Westeind, de laagste inschrijver met
199.930,00, werd de bouw van de kerk
met aangebouwd verenigingsgebouw en
kosterswoning gegund. De kerk werd op 3
november 1951 ingewijd.
Verkoop Noodkerk
In het Zeeuwsch Dagblad werd op 20
september 1951 een advertentie geplaatst
dat bij inschrijving te koop was
De Noodkerk van de Nederlands hervorm
de gemeente te Westkapelle
De zitplaatsen uit de voornoemde kerk.
De noodkerk, waarin zes jaar gekerkt was
door de Hervormde gemeente, werd okto
ber 1951 zonder banken verkocht aan de
firma Dekker te 's-Gravenpolder en bracht
3.400,00 op.
Literatuur en bronnen
I.H. Vogel-Wessels Boer, 'Een baken in zee'. De
laatgotische Willibrordkerk te Westkapel, in:
Bulletin Stichting Oude Zeeuwse Kerken, 1995,
nr. 34.
T.H. von der Dunk, De herbouw van de Her
vormde Kerk van Westkapelle na de brand van
1831, in: Bulletin Stichting Oude Zeeuwse Ker
ken, 1995, nr. 35.
Walcheren onder vuur en water 1939-1945. Den
Boer Middelburg/Uitgevers. 1984.
Zeeland in bewogen dagen. 1940 - 1945. West
kapelle in vuur en water. 3e deel, z.j.
Burgerslachtoffers van Westkapelle tijdens en kort
na de Tweede Wereldoorlog. Red. Adrie Lous,
Kees Pouwelse en Robbert Jan Swiers, met
bijdragen van o.a. Kees Cijsouw.
Zeeuws Archief, Archief Hervormde Gemeente
te Westkapelle, toegang 341, inv. nrs.138, 139,
154,156,160,273.
C. Boogaart, Kerkgebouwen in Westkapelle door
de Eeuwen heen. De afleveringen 26 en 27.
De kerken van Westkapelle tijdens de Tweede
Wereldoorlog. De afleveringen 28 en 29 De
Noodkerk.