14
15
IJzendijke, het tiengebodenbord. (Foto J.W.P. Prins.)
2 Tim. 2:19. Het is aannemelijk dat de
borden bij de inrichting van de kerk zijn
aangebracht. Een foto van deze tekstbor
den is te zien bij het artikel De hervormde
kerk te Zonnemaire 150jaar in bulletin nr.
78 april 2018, pag. 22.
Met hartelijke dank aan:
Dr. L.F. van Driel te Sint Laurens, voor
zijn adviezen betreffende spellingsvarian
ten, taalgebruik en woordkeus in relatie
tot de verschillende Bijbelvertalingen;
E van den Kieboom, archivaris van de
gemeente Tholen, voor zijn hulp bij het
verkrijgen van de informatie over de
Thoolse kerken.
Noten
1In de negentiende eeuw ontstonden kerken
en gemeenten van gereformeerde signatuur
naast de Nederlandse Hervormde Kerk.
In een aantal kerkgebouwen hiervan heeft
men, in navolging van de oude traditie
tekstborden aangebracht. Deze blijven in
dit artikel buiten beschouwing.
2. C. A. van Swigchem e.a., Een huis voor het
Woord. Het Protestantse kerkinterieur in
Nederland tot 1900, Den Haag/Zeist 1984,
pag. 268-281.
3. M. van Zanten, Religieus erfgoed uit kerken
en kloosters in de Lage Landen, Zutphen
2008, pag. 266. De minder oude tekstbor
den, die vaak zijn aangebracht ter vervan
ging van de oorspronkelijke exemplaren,
zijn niet altijd meer van gekalligrafeerde
teksten voorzien. We zien daarop in een
aantal gevallen de meer moderne, vlotter
leesbare schrijfwijzen.
4. R. Steensma, Protestantse kerken, hun pracht
en kracht, Gorredijk 2013, pag. 163-216.
5. E. den Hartog, 'Geen beeldhouwwerk in
steen, dat niet beschilderd is', in De Mid
deleeuwen in kleur, themanummer Madoc,
tijdschrift over de Middeleeuwen, jaargang
15, nr. 4, winter 2001, pag. 279.
6. In de beginperiode van de Reformatie
kwam plaatsing van het tiengebodenbord
op het koorhek, de plaats waar in de katho
lieke periode het kruisbeeld stond, regelma
tig voor. Dit gebeurde vooral in kerken waar
het koor als ruimte voor de avondmaalsvie
ring was ingericht. In die gevallen was het
bord aan beide zijden van tekst voorzien.
(Nisse, Scherpenisse, Tholen).
7. Schoolreglement Goes, 1655: 7. Sullen
de kinderen die de letters leeren kennen le
classe) ooc leeren het Onse Vader en de tivaalf
artikelen des christelijken geloofs, en die
leeren spellen (2e classe) sullen ooc de tijen
geboden, het morgen- en avondgebed mits
gaders het gebed voor- en na den eten leeren.
(Gemeentearchief Goes, archief stad, inv.
nr. 3279).
8. H. Uil, De scholen syn planthoven van de
gemeente, Bergschenhoek 2015, pag. 682
683.
9. H.D.J. van Schevichaven, De St. Stephens-
kerk te Nijmegen, Nijmegen 1900, pag. 100.
middelen hiertoe beschikbaar zullen zijn.
Eveneens uit 1620 dateert een bord met
daarop een tweetal Bijbelteksten, duide
lijk bedoeld om de kerkgangers te stimule
ren geld te geven voor de armenzorg: (1)
Gedenckt den armen, want wie hem der
armen ontfermt, die leent het den Heere.
(Proverbia 19:17); (2) Salich sijn de barm-
hertige want sij stillen barmherticheijt ver-
crijgen. (Mattheus 5:7). Deze teksten zijn
ontleend aan de Deux-Aesbijbel. Hierin
heet het boek Spreuken nog Proverbia.
Tegen de zuidelijke wand bevindt zich een
groot gemarmerd eikenhouten gedenk
bord uit 1623 (ca. 3,50 bij ca. 2,10 meter),
met aan de bovenzijde aangebracht een
stuk kurk en een horizontaal geplaatste
ladder. Het herinnert aan een mislukte
poging van de Spaanse troepen om met
behulp van stukken kurk en ladders de
vesten over te steken en de stadswallen te
beklimmen. De tekst op het bord luidt:
Godt heeft gemaakt te niet daanslag onser
Vijanden. Waarvan men nog hier siet Kurk
en leert haar schanden. Den 1 November
1623.
De afgeslagen aanval op de vesting
IJzendijke moet wel een zeer bijzondere
gebeurtenis zijn geweest dat er op deze
wijze aandacht aan werd besteed.32'
19. Zonnemaire, Hervormde kerk
(PKN)
Deze zaalkerk kwam in 1868 gereed, dit
in de plaats van de afgebroken middel
eeuwse kerk. We zien hier aan beide zijden
van de preekstoel een tekstbord. Op het
bord links van de preekstoel de tekst: De
Heer kent degenen die de zijnen zijn. Op
het bord rechts: Een iegelijk die den naam
van Christus noemt, sta af van ongerech
tigheid. Beide teksten zijn ontleend aan
10. W. van 't Spijker, De acta van de synode van
Middelburg (1581in De Nationale Synode
te Middelburg in 1581, Middelburg 1981,
pag. 64-126.
11. C.A. van Swigchem, Een blik in de Neder
landse kerkgebouwen na de ingebruikneming
voor de protestantse eredienst, Den Haag
1970, pag. 11: Het Tien Geboden Bord
neemt de belangrijkste plaats in en komt
veruit het meeste voor. Dit moet niet worden
gezien als een vorm van wetticisme in de
zin waarin wij geneigd zijn dit woord op
te vatten. De afbeelding van de door God
zelf op de berg Sinaïgegeven wet is voor de
protestanten een nieuwe, moderne vorm van
zinspeling op de hoofdwaarheden van het
christendom, namelijk Gods ordonnantie,
het afwijken van de mens van Gods geopen
baarde regel, het voorlopig herstel van de wet
door het offer van Christus, en het toekomstig
definitief herstel waarnaar wij uitzien.
12. W.F. Dankbaar, Hervormers en humanisten.
Een bundel opstellen, Amsterdam 1978, pag.
228: Zo zien wij dat er van de 9de eeuw af
langzamerhand een aantal vaste liturgische
stukken [Apostolicum, Onze Vader, Tien
Geboden] in de volkstaal in gebruik kwam,
die waren aangehaakt aan de preek. Nooit
zijn ze door pauselijk gezag geautoriseerd,
maar desondanks hebben ze in de latere
Middeleeuwen in Duitsland en Frankrijk,
tot in Engeland toe, grote verbreiding gekre
gen. Met de preek vormden ze een afgerond
gedeelte in de mis, tussen voormis en offermis.
In de 16de eeuw heefi dit gedeelte zelfs een
speciale benaming gekregen. ...in Duitse
Agenden overgenomen als 'Pronaus'.
13. Voor zover bekend zijn alle tekstborden -
ook landelijk gezien - uit de periode vóór
het verschijnen van de Statenvertaling geba
seerd op een latere herdruk van de Deux-
Aesbijbel. Dit valt op te maken uit het
feit dat op de borden het voornaamwoord
ghij en de varianten daarop zijn gebruikt.
In de eerste druk van de Deux-Aesbijbel
(1562) zien we het voornaamwoord du met
de varianten dij en dijn. lek ben de Heere
dijn God, die dy wt Egyptenlande, wt den
diensthuyse gheleydt hebbe. Du en saltgheen
andere Goden beneuen my hebben).
In de tweede (1565) en de derde druk
(1568) is du vervangen door ghij, maar dij
en dijn zijn daarin nog behouden gebleven.
In de latere drukken is het volledigst/- ti-
ttwen. Toch is deze omslag niet zonder slag
of stoot gegaan. Geleerden hebben tot ruim
in de zeventiende eeuw hierover een verbe
ten strijd gevoerd. Vooral de invloedrijke
Marnix van Sint Aldegonde (1540-1598),
de vertrouweling van Willem van Oranje,
heeft zich (tevergeefs) zeer beijverd voor
het blijven gebruiken van het du-dij-dijn.
(F.L. Zwaan, Uit de geschiedenis der Neder-
landsche spraakkunst, Groningen 1939,
pag. 50 e.v.).
14. De Statenvertaling (of Statenbijbel) is de
eerste officiële Nederlandstalige Bijbelverta
ling, die rechtstreeks uit het oorspronke
lijke Hebreeuws, Aramees en Grieks werd
vertaald. De opdracht voor de vertaling
werd in 1618 gegeven tijdens de Synode
van Dordrecht; de Staten-Generaal werd
gevraagd om de vertaling te financieren. Na
de eerste uitgave in 1637 verschenen van
de Statenvertaling, evenals eerder van de
Deux-Aesbijbel, in de eeuwen daarna een
aantal herdrukken, die van correcties en
aanpassingen van de spelling waren voor
zien. Dit maakt het vaak moeilijk de tekst
op de borden te verifiëren.
15. J. Adriaanse, De oude kruiskerk van Arne-
muiden (1505-1857) II, in Bulletin SOZK
nr. 50 april2003, pag. 9.
16. Johannes Melse (Goes 19 juli 1887-17 juni
1968) was leraar aan de ambachtsschool en
de vakschool voor meisjes te Goes. Hij was
schilder, tekenaar, graficus en decorateur.
Vooral de door hem vervaardigde houtsne
den zijn bekend en van hoge kwaliteit. (Jan
Bruijns, Stilte over Zeeland. De wereld van
Johan Melse, Goes 1994.)
17. ZA, toegangsnr. 4061, inv. nr. 161, notulen
kerkvoogden en notabelen 28-5-1926,
26-10-1928,21-2-1929,6-6-1929,25-6
1930.
18. Rijkscommissie voor de monumentenzorg,
Voorloopige lijst der Nederlandsche monu
menten van geschiedenis en kunst, deel VI, de
provincie Zeeland, Utrecht 1922, pag. 66.
19. Gemeentearchief Goes, Archief Her
vormde gemeente 's-Heer Arendskerke, inv.
nr. 217.
20. Als noot 19, inv. nr. 247.
21. G.J. Lepoeter, De basiliek van de H. Wil-
librordus te Hulst, in Bulletin SOZK nr. 12
april 1984, pag. 9-19.
22. Als noot 18, pag. 192.
23. J. de Ruiter, Nisse, dorp aan de Zivake, Goes
1996, pag. 43.
24. In juni 2018 is het tekstbord van de muur
gehaald en met de keerzijde zichtbaar weer
teruggeplaatst.
25. Informatie verstrekt door M. Bimmel.
26. Oudelande. Als noot 18, pag. 203.
27. De in Zierikzee geboren Joost Nout trad
op 17 februari 1813 te Goes in het huwe
lijk. Zijn beroep was toen valetpeintre
(schildersknecht). Hij overleed op 31-jarige
leeftijd als schilder te Goes op 8 september
1822.
De in 1775 te Middelburg geboren schilder
Johan Finjé woonde en werkte vanaf 1801
in Goes. In 1839 vertrok hij naar elders.
28. B.J. de Meij, De burgerlijke en kerkelijke
geschiedenis van Rittbem, Welzinge en Nieti-
werve, Middelburg 1929, pag. 107.
29. Gemeentearchief Tholen, archief Her
vormde gemeente Sint-Maartensdijk, Kerk
rekeningen, inv. nrs. 22, 63. Leendert van
Splunter was geboren te Noordwelle op 20
december 1767. Hij huwde op 6 mei 1790
met Adriana de Jonge uit Sint-Annaland.
Beiden woonden toen al in Sint-Maartens
dijk. Hij overleed op 22 mei 1840 in Sint
Maartensdijk.
30. R. Steensma, als noot 3, pag. 171. Steen
sma stelt, zonder verdere bronvermelding,
dat de plaatsing van het koorschot en het
aanbrengen van de beschildering dateren
uit het jaar 1801. In het archief van de
kerk kunnen we hiervoor geen bevestiging
vinden. De plaatsing van het koorschot
vond al plaats in 1746. (G.J. Lepoeter,
Maria Coomans, ambachtsvrouwe van
Wemeldinge. Een testament, weergave, ana
lyse, conclusies, Goes 1998, pag. 11).
31. In 1613 was (toen nog graaf) Maurits
opgenomen als ridder in de in 1349 door
Koning Edward III van Engeland inge
voerde prestigieuze Orde van de Kousen
band.
32. J.W.P. Prins e.a., Een Mauritskerk. IJzen
dijke 1614-2014, IJzendijke 2014, pag.
41-42.