Vijf eeuwen Sint-Janskerk en twee eeuwen Sint-Janskerkhof in Sluis Op 16 september 1811, meer dan 200 jaar geleden, veroorzaakte loodgieter Moelaert door een onvoorzichtige handeling brand op het dak van de Sint-Janskerk in Sluis. De Sint-Janskerk was een kolossaal gebouw dat na haar stichting rond 1325 snel uitgroeide tot een rijke religieuze instelling met een fors personeelsbestand en vele bezittingen. De Sint-Janskerk was één van de grootste van Vlaanderen met een indrukwekkend interieur en vele altaren, kapellen, kerkschatten en grafmonumenten. De inwoners van Sluis waren terecht trots op hun kerk. Na de brand werden de restanten van de kerk geruimd en kwam het voormalige kerk- terrein bekend te staan onder de naam Sint-Janskerkhof. In 2018 is het Sint-Janskerkhof heringericht. De contouren van de kerkplattegrond zijn weer zichtbaar gemaakt. Enkele bestaande grafzerken zijn gerestaureerd en opnieuw in het terrein gelegd. Zo worden vijf eeuwen Sint-Janskerk en twee eeuwen Sint-Janskerkhof in Sluis weer enigszins zichtbaar gemaakt. Sluis: van internationale havenstad tot internationale toeristenstad Sluis: internationale havenstad (1275-1475 Sluis werd rond 1275 gesticht aan een bocht in het Zwin en ontwikkelde zich in enkele decennia tot een rijke havenstad. Het had goede verbindingen met andere Vlaamse plaatsen en steden en nauwe ban den met Engeland en de Noord-Duitse Hanze. De stad werd tussen 1300 en 1450 actief gesteund door de Vlaamse graven en de Bourgondische hertogen, deels uit verzet tegen al te machtige en vaak opstandige grootsteden als leper, Brugge en vooral Gent. Twee grote burchten op de beide oevers konden het Zwin, de toe gangsweg en levensader naar Brugge en Gent, afsluiten. Niet voor niets noemde een Franse koning Sluis in die tijd 'de poort van Vlaanderen'. Rond 1450 was Sluis een voorspoedige, kleurrijke Bourgondische stad. In de over slaghaven werden bulk- en luxegoederen uit geheel Europa geladen en gelost. Reli gieuze en openbare gebouwen, zoals twee grote kerken, stadskloosters, kapellen, de beide kastelen, het belfort, stadspaleizen, poorten en versterkingen domineerden het straatbeeld. Sluis: van garnizoensplaats tot internatio nale toeristenstad (1475-2018) In de tweede helft van de vijftiende eeuw werd Sluis door verzanding van het Zwin voor grote schepen steeds moeilijker be reikbaar. Het commerciële zwaartepunt begon zich te verplaatsen naar het econo misch vrijere Antwerpen. Sociale onrust en opstanden sleepten Sluis mee in jaren van ellendig geweld. Reders, zakenlui en inwoners vertrokken naar elders en Sluis werd een verarmde stad. Arco Willeboordse In de Tachtigjarige Oorlog wisselde Sluis een paar keer van bezetter (Spaans of Staats), het laatst in 1604, toen de stad veroverd werd door Maurits. Door de strategische ligging vlakbij de monding van de Schelde en het Zwin was Sluis op nieuw belangrijk, zij het alleen in militair opzicht. De legering van een Staats gar nizoen, verantwoordelijk voor de verde diging van de uitgebreide vestingwerken, zorgde voor een bescheiden welvaart. In 1747-1748 kreeg Sluis een Franse bezetting. Franse artilleriebeschietingen legden de stad in 1794 geheel in as. De negentiende eeuw was een zeer arme tijd voor Sluis, maar in het begin van de twintigste eeuw bloeide de stad weer op dankzij het toerisme. In 1944 werd de stad opnieuw door oorlog verwoest. Na de wederopbouw werd Sluis een toeris tische trekpleister van de eerste orde en met de toeristen kwam ook de welvaart terug. Jaarlijks trekt het stadje van nog geen 2.500 inwoners, maar met vele kleine winkels en meer dan veertig horecazaken, enkele miljoenen bezoekers. Het verhaal van Sint-Jan Johannes de Doper De Sint-Janskerk in Sluis was genoemd naar Johannes de Doper. Johannes was volgens het evangelie van Lucas de zoon van de priester Zacharias en Elisabeth, de nicht van Jezus' moeder Maria. De naam Johannes is de vergriekste vorm van het De stad Sluis. (Collectie gemeentearchief Sluis.)

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 2019 | | pagina 3