te Graauw G.J. Lepoeter De kerk van de H. Maria Tenhemelopneming Treurnis over de recente ontwikkelingen 13 Na het verschijnen in 1963 van het boek van Michel van der Plas over het Neder landse katholicisme in het interbellum is de uitdrukking Het Rijke Roomse Leven welhaast een gevleugeld woord geworden. Voor het begin van de ontwikkeling moeten we naar het jaar 1853, toen met het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in Nederland alle seinen op groen werden gezet. Het rooms-katholieke volksdeel, dat, nadat de Gereformeerde Kerk na de Reformatie de officiële publieke kerk was geworden, ondergewaardeerd en op een zijspoor was gezet, kwam tot leven. Vooral beneden de grote rivieren was de opbloei krachtig en niet te stuiten. Het was toegestaan dat er weer kerken voor de katholieke eredienst werden gebouwd. Daar was grote behoefte aan en dit proces kwam dan ook vrijwel direct op gang. Het was de geniale architect P.J.H. Cuypers (Roermond 1827-1921) die als grote en inspi rerende voortrekker fungeerde. Terugverwijzend naar de Late Middeleeuwen werd door hem de neogotiek geïntroduceerd. Tal van karakteristieke kerken en torens, kloosters en kapellen verrezen in een snel tempo in steden en dorpen. In het bisdom Breda was Graauw als één van de allereerste parochies aan de beurt voor de bouw van een nieuwe kerk. Als ar chitect werd PJ. Soffers uit Ginneken aan gesteld. Op 12 maart 1856 was het werk voltooid en kon de eerste mis er worden opgedragen. Het was het begin van een glorierijke periode, de kerk was letterlijk en figuurlijk het centrum van het bestaan. Carnaval en processies waren even onmis baar als het dagelijks brood. In de mis, de eucharistie en het verenigingsleven was jong en oud met elkaar verbonden. Het Rijke Roomse Leven nam gaandeweg bezit van de dorpsgemeenschap van Graauw. De zichtbare tekenen ervan kwa men samen in de kerk. De veelheid aan beelden, vaandels, schilderijen, in harmo nieuze combinatie met het bijzondere werk van de Belgische kunstschilder Frans de Vos, het was voor iedereen die de kerk betrad als een warm welkom, een verade- ming en een feest van herkenning. Het in 1962 gehouden Tweede Vaticaans Concilie - het concilie van de modernise ring van de Katholieke Kerk - bracht een lawine aan veranderingen met zich mee. Vrijwel overal moesten de kerkinterieurs het ontgelden, veel van het oude ver trouwde voldeed niet meer aan de eisen van de tijd en moest het veld ruimen. Zo niet in Graauw, daar volstond men met enkele geringe wijzigingen. Door de jaren heen bleef het daar onveranderd. Lang zamerhand werd het - zelfs in landelijk opzicht - een uitzonderlijk kerkinterieur, hoe langer hoe meer cultureel erfgoed. Toen in 1997 pater Ruyloft zijn pastoraat in Graauw beëindigde en de parochie niet meer opnieuw van een eigen pastoor werd voorzien, betekende dit - hoewel nog niet iedereen dit zo duidelijk inzag - het begin van het einde. Per 1 januari 2016 viel het doek, de kerk werd voor de eredienst ge sloten. De stilte nam bezit van gebouw en interieur. De parochie Graauw werd opge nomen in de nieuw gevormde parochie Interieur van de H. Maria Tenhemelopnemingkerk te Graauw, gezien vanaf het orgel, 2018. (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort/ documentnummer 14529-73208.)

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 2020 | | pagina 13