ren dat er veel belangstelling bestond. Degenen die niet ge weest zijn hebben veel gemist. Het ledental van onze vereniging groeit gestadig, hetgeen de mogelijkheden te goede komt. Zoals u elders in dit blad ver meld vindt, gaat de ledenwerving nog steeds door. Allen die op enige wijze onze vereniging steunen zijn wij ten zeerste erkentelijk. In het vertrouwen dat wij uw aller steun zullen mogen blijven behouden, zetten wij ons werk voort tot grotere bescherming van de vogelstand in ons gewest en ver daarbuiten. In deze tijd van het jaar is uw bestuur bezig met het ringen van jonge vogels, daarmede het belang van de wetenschap die nende. Het spreekt vanzelf dat de aandacht en de zorg voor de broedgebieden in ons gewest onverslapt is en zelfs steeds toeneemt. _r De ganzen in de Putting Dr Mörzer Bruijns, hoofd van R.I.V.O.N., heeft verleden jaar in een van de afleveringen van "De Levende Ha-tuur" een arti kel gepubliceerd onder de titel "De Putting bij Kloosterzan- de als pleisterplaats van Kolganzen". Een schematisch kaar tje van de Putting en twee foto's van kolganzen verluchtten het artikel. ("De Putting"is een voor Z.V1. uniek weide-ge- bied, gelegen ongeveer tussen Hengstdijk en Kloosterzande Aan de zuidzijde grenzend aan de weg die langs de kreek"G-root Vogel" loopt en aan de noordzijde door de Tasdijk gescheiden van de "Kleine Putting".) Het zou ons veel te ver voeren het hele verhaal over te n^men, maar we willen onze leden toch niet de conclusies onthouden, die de heer Mörzer Bruijns trekt en waaruit wij kunnen afleiden wat voor een belangrijk gebied onze Putting is als overwintering-3gebied. Dit echter in sa menspel mot de Saeftinge; de Putting is fouragegebied, hun nachtrust zoeken de ganzen in de jchorren van genoemd ge bied. Tijdens heldere nachten blijven ze wel in de Putting, Er wordt ook gewezen op andere geschikte voedselgebieden in de onmiddellijke omgeving, te weten Groot Eiland, Braakman, Wal soorden, Pauluspolder e.a. en die waarschijnlijk de aantrekke lijkheid van de Putting verhogen, omdat bij verstoring de gan zen daarheen kunnen uitwijken. Geschat wordt dat ongeveer een vierde deel van de in Neder land overwinterende kolganzen dit doet in de Putting. Dit is internationaal gezien ook een zeer groot aantal,want in heel Engeland en Wales komen niet meer dan 10500 individuen voor; in België maar enkele honderden en in Duitsland schat men het totaal op 10000 tot 1 5000 stuks. Nemen we echter uit het overzicht het jaar 1954-/1955 dan zien we dat in de Putting in januari 1200, in februari 10000 en in maart nog eens 1500 ganzen aanwezig waren. 1957/1958 is als volgt: okt. 62; nov. 300; dec. 1100; jan. 4300; febr. 8600; mrt.12000 en apr.100. In februari van dit jaar waren weer 10000 kolganzen aanwezig. Wij geloven dat met de nog onvolledige cijfers echter reeds is aangetoond hoe belangrijk dit gebied is en we mogen dan ook de hoop uitspreken, dat streekverbeteringswerken (de komende herverkaveling) geen schade toebrengen aan de Putting. -S. - Het vogeljaar j Het tijdschrift "Het Vogeljaar", orgaan van de Ned. Ver. tot besch. van vogels en de met haar samenwerkende verenigingen, bevat interessante artikelen met fraaie foto's, vlotte teke ningen, die geen enkele vogelliefhebber zou mogen missen. Een artikeltje viel ons extra op, en wel omdat het mede voor ons bedoeld is. We nemen het letterlijk over: "EEN BELANGRIJKE WAARNEMING. "Dit jaar hebben we enkele belangrijke waarnemingen gedaan, "n.l., dat er nog steeds verenigingen en groepen van vogel vrienden zijn, die aan de uitgave van "Het Vogeljaar" geen "deel hebben. Wie er de eerste jaargangen, toen nog onder de "naam "Wiek en Sneb" op naslaat en een vergelijking treft met "ons tijdschrift van thans, bemerkt toch welk resultaat door "samenwerking en goede verstandhouding is verkregen. Zij,die "er aanvankelijk aarzelend tegenover stonden, zijn nu enthousi- "ast. Alhoewel, het moet nog beter en het kan ook beter. "IJ hebt kritiek? Dat is best en bovendien gezond. Wilt U ec& "ter met die kritiek het beoogde doel bereiken,dan moeten wj "er met elkaar eens over praten. Wij zijn bereid. "Sr-aat de naam van Uw vereniging niet op de achterpagina va, "dit tijdschrift? (Er staan er reeds acht, de onze nog niet. "led.) Het is toch voor Nederland uniek en belangrijk, dat er "reeds zoveel verenigingen meewerken aan de uitgave van ee, "tijdschrift voor vogelbescherming en vogelstudie. "U heeft andere opvattingen over vogelbescherming en vogel studio? Dat is heus geen belangrijk bezwaar. We behoeven hei "niet altijd met elkaar eens te zijn.Ook dit jaar hebben velen "belangeloos aan ons tijdschrift meegewerkt. Daarvoor onzu

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1961 | | pagina 2