UITZETTEN VaN VELBUILEN.
Bij werkzaamheden aan de Kreekrakdam in het voorjaar van 1971 werden
twee nesten van. velduilen verstoord. Boor de zorg van een attente
bulldozermachinist werden de eieren in een broedmachine uitgebroed.
Be, jongen kwamen daarna in het roofvogelrevalidatiecentrum in het
ooievaarsdorp liesveld te Groot Ammers (Ned. Ver. tot Besch. van
Vogels). Boor de echtgenote van de beheerder, Mevr. Smits, werden de
dieren met de hand opgefokt, Ofschoon dit op zich al zeer veel moeite
en toewijding vraagt, komen de problemen pas als de dieren moeten le
ren jagen. Baar op het Liesveld op een gegeven ogenblik ruim 40 bin
nengebrachte 'roofvogels aanwezig waren, was het de beheerders ten -
enen male onmogelijk dit werk op zich te nemen. Boor bemiddeling van'
onze Vogelwacht verklaarde de heer Riemslag te Biervliet zich bereid
3 Velduilen en 1 Ransuil deze kunst te leren. Zodra de vogels zelf
standig kunnen jagen worden ze in de Braakman losgelaten. We wensen
de heer Riemslag, die meer ervaring heeft met het houden van (vaak
minder valide) roofvogels, veel succes met dit moeizame maar boeien
de werk.
EXCURS IEPROGRaMMa
Be volgende excursies zullen worden gehouden op ^aterdag^ll september
te Kreverhille. 'Bit dorpje is gelegen aan de Schelde"!üssen"PêrkpöI-~~
derhaven en Ossenisse. Vandaar uit wandelen "we over de Scheldedijk en
enkele polderdijken om Ossenisse heen. Vertrek te 14.00 uur.
zondag_24_oktober van 9.00 tot ca, 12.00 v.m. in de Waterleidingbos-
sënTë Clinge, ¥e verzamelen voor restaurant lermidor (niet op de
parkeerplaats s.v.p.) aan de weg Hulst-Kapellebrug.
BESCHERMBE TERREINEN IN OOSTELIJK ZEEUWS-VLaaNBEREN
In de vorige aflevering van de "Steltkluut" publiceerden we een over
zicht van de natuurterreinen, eigendom van Staatsbosbeheer. We willen
deze serie vervolgen en behandelen thans de
Vrije_V°gelreservaten.
Vrije Vogelreservaten zijn gebieden waar de vogels beschermd worden
omdat de eigenaar of de gebruiker met de Nederlandse Vereniging tot
Bescherming van Vogels is overeengekomen daartoe alles in het werk
te stellen. Hij zal bij het beheer van zijn gronden naar beste ver
mogen rekening houden met de belangen van de vogels. Het rapen van
eieren wordt niet toegestaan. Het jachtrecht blijft onbeperkt aan de
eigenaar of pachter, maar er zal op weidelijke manier gejaagd worden
en alleen op de soorten waarop de jacht is geopend.
Bé. natuurwetenschappelijke betekenis van de terreinen kan om redenen
van plaatsruimte slechts summier worden aangegeven.
Vooral willen we nog een opmerking plaatsen: veelal zal blijken dat
de terreinen niet of beperkt toegankelijk zijn. Als het betreffende
terrein een bungalow of boerderij met omliggend gebied is, zal dat
voor niemand moeilijkheden opleveren. aIs het echter om kreken of
weidegronden gaat zal dat bij sommige (lichte) wrevel opwekken. Bat
is ten' onrechte. Allereerst is het natuurlijk van belang dat de op
een te'rrein verblijvende vogels de nodige rust kunnen genieten om te
broeden en voor zichzelf en hun jongen te zorgen. Van belang is na-
tuurlijk ook het eigendomsrecht. Toestemming vragen aan de eigenaar
is toch wel vereist. Verder komt er nog bij dat de meeste terreinen
voor de gemiddelde "zondags"wandelaar onbegaanbaar zijn (drassig,
weidend ve.e w.o. in toenemende mate stieren). Be ervaring heeft boven
dien geleerd dat men een veel beter overzicht van de vogelstand heeft
op enige afstand van een gebied dan er midden in. Als voorbeeld willen
we de Emmakreek noemen in de Emmapolder. Van achter de dijk (Saaftin-
ge-zijde) ziet men de kluten zitten broeden resp. fourageren met .hun
jongen. Zodra men over de sloot is, zijn alle volwassen vogels opge
vlogen en drukken de jongen zich. Niet broedende vogels verlaten het
terrein en gaan elders voedsel zoeken. Be soortenrijkdom is opeens
opmerkelijk lager. Bit geldt voor alle terreinen die in de onderhavi
ge lijst genoemd worden.
In 1970 door bemiddeling van onze Vogelwacht tot stand gekomen Vrije
Vogelreservaten, waarvan als rechthebbende diegene wordt vermeld,
waarmee de overeenkomst iégesloten.,
Bit kan zowel de eigenaar, de eigenaar/gebruiker als de pachter zijn.
16,
t I