EIJMEN OPEN GROENE STAD. Hulst 23 september 1971. Onder bovenstaande titel hield de heer van Hattum, hoofd van de plantsoe nendienst van de gemeente Emmen, op bovenvermelde datum een lezing over veranderde inzichten t.a.v. plantsoenaanleg en -beheer. Deze bijeenkomst werd georganiseerd door onze Vogelwacht. Uitgenodigd waren alle burgemeesters, wethouders en directeuren van Open bare werken, hoofden van de plantsoenendiensten, ambtenaren van RW'S, PWS, Heidemi j, Waterschappen, Cultuurtechnische Dienst en anderen-die met open baar groen te maken hebben. Dg uitnodigingen waren gericht aan alle gemeen ten e.d. in geheel Zeeuws-Vlaanderen. We hadden het genoegen 22 belangstellenden te mogen begroeten. Het hoofdthema van de inleiding van de spreker was het betrekken van de natuurlijke vegetatie in de stadsplantsoenen etc. Wij zijn van mening dat het tot onze taak als Vogelwacht behoort beleids- en beheorsmensen in de gelegenheid te stellen eens kennis te maken met andere opvattingen over openbaar groen. Dit te meer daar hot natuurlijke roen steeds verder afneemt zonder dat daarvoor iets in de plaats komt. et is zeker mogelijk door een andere opzet van de openbare beplantingen enige compensatie te verkrijgen. Naa.st het boeiende betoog oogstten ook de vele fraaie dia's van de spreker veel bijval. Na de inleiding ontspon zich tussen de inleider en een deel der aanwezigen een geanimeerd gesprek over vak-aangelegenheden. Enige aanwezigen betreurden het dat niet alle betrokkenen in Zcouws-Vlaan- deren deze bijeenkomst konden bezoeken. Op hun verzoek zijn wij met de heer van Hattum overeengekomen zijn inlei ding te vermenigvuldigenWe zullen alle colleges van B en W enige exem plaren toesturen alsook de beheersmensen. - Een artikel uit het Zeeuws Tijdschrift van 1964 van de hand van Ir. W. Thijsen over: De vegetatiekundigc grondslagen van de landschappelijke ver zorging in Zeeland, mogen we eveneens copiëren. In dit artikel bespreekt de auteur welke boom- en heestersoorten in de ver schillende delen van het Zeeuwse landschap pa-s sen en derhalve kunnen worden aangewend voor landschappelijke plantsoenen. ^ok dit artikel zal aan belanghebbenden worden toegezonden. Voor belangstellende leden hebben wij nog enige exemplaren in reserve. Deze zijn verkrijgbaar bij de voorzitter. 0. Sponselee VERSLAG VAN DE OP 11-9-1971 GEHOUDEN EXCURSIE LANGS DE SCHELDEDIJK IN DE - OMGEVING VAN KREVERSHILLE. 's Middags om 14.00 uur verzamelden zich 10 oudere en 6 jongere vogelwaar nemers onder do dijk bij Krevershille t Was zonnig en winderig, een ideaal wandelweer!je dus. Op do dijk geko men werden we reeds door enkele koeien, wulpen, kokmeeuwen en scholeksters begroet. Verderop werden op de slikken nog enkele wulpen, scholeksters, wilde een den, 2 regenwulpen, 3 graspiepers, bontbekplevieren en kleine mantel-meeu wen waargenomen Nadat we over een afrastering waren geklommen, kwamen we op de deltadijk. Hier was de vogelfauna veel rijker vertegenwoordigd en zagen wc buiten de reeds genoemde vogels ook nog enige groenpootruitorstureluurs, 1 zwarte ruiter en nog 2 vogels, die oen kleine discussie veroorzaakten, maar die tenslotte als goudplevieren werden gedetermineerd. Na-dat we bij camping "De Zeemeeuw" de dijk afdaalden en op de terugweg gingen, bemerkten we nog enige witte kwikstaarten en boerenzwaluwen en zorgde de heer Sponselee nog voor enige hilariteit, daar hij zich te ver over een sloot boog om een plant te trekken, onderuit gleed en een nat pak opliep. Om ca. 17.00 uur kwamen we terug op ons uitgangspunt na, een, mede dank zij het goede weer, zeer goed geslaagde wandeling. M. Bui se. WERFT LEDEN. Het aantal leden bepaalt de sterkte van de vereniging. Hoe sterker de ver eniging, hoe moer we kunnen doen voor het behoud van de laatste resten vrije natuur in ons gewest. Daarom: WERFT LEDEN. 24

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1971 | | pagina 4