Voor ons vlogen enige groepen koperwieken, veldleeuwerikken en spreeuwen op en zagen we verscheidene pimpelmezen, watersnippen, zilvermeeuwen, zwarte kraaien, wilde eenden, koolmezen en een blauwe reiger.. Bij de kreek zelf aangekomen, sloegen we af richting Vissersvorkorting. Op dit stuk bemerkten we enige kramsvogels, roodborstjes, een ekster en verscheidene groepjes van de reeds eerder vernoemde zangvogels. Onderwijl gaf onze gids ons vele aanwijzingen over hoe men vogels moet waarnomen. Ook noomdta hij enkele soorten die tot de broedvogelfauna van het Canisvliet behoren, zoals waterral, woudaapje, bergeend en dit jaar, 12 paartjesfuten. De geschiedenis over het ontstaan van het Canisvliet en het ontstaan van haar naam werd ook behandeld. Op de Vissersverkorting zelf zagen wc weinig vogels, slechts enkele krams vogels in een boomgaard, maar des te meer tekenen van veramerikaansing van onze bevolking, zoals de heer v.d. Steen het uitdrukte, namelijk een paar matrassen en diverse olieblikkcn, die gezusterlijk in de berm lagen. Bij oen vroegere vuilnisbelt, die door het Staatsbosbeheer beplant is, werd even halt gehouden om dit uniek stukje natuurterrein beter te kunnen bekij ken en kregen we te horen dat daar oen paar woudaapjes gfebhoed hadden. We kregen echter geen woudaapjes te zien, daar deze reeds weggetrokken zijn, w-el een fazant, enkele groenlingen en koolmezen. Enige tijd later sloegen we af bij een boerderij en gingen het wandelpad langs de kreek op. Hier lag voor ons een staaltje van vakmanschap van het Staatsbosbeheer. De sportvissers, waarvoor een steiger, en de wandelaars, waarvoor een wan delpad was aangelegd, aan de ene kant van de kreek met daarachter struik gewas en aan de overkant het gedeelte dat niet betroden mag worden en waar de dieren rustig hun gang kunnen gaan. Op de terugweg werd nog een oranje bosbekorzwam gevonden, volgens do heer v.d. Steen een zeldzame paddestoelesoort. _.0ok wérden we op het vreemde geluid., (als van een vogel die de nek omge draaid wordt zoals onze gids hot uitdrukte) van. een waterral gewezen. Om 15.50 uur kwamen wc verkleumd van de koude terug uit op het üitgangs- r punt. Na onze gids, de heer v.d. Steen bedankt te hebben voor zijn uitstekende begeleiding keerden we weer naar huis terug. M. Buise. VERSLAG VAN DE OP 18-12-1971 GEHOUDEN RONDLEIDING IN HET KLOOSTER. DORP 25 TE WACHTKBEgË. (BEIiGIE).~ Om 14.00 uur ging dé deur open en de eerste bezoekers kwamen reeds binnen. Voor ons stonden in glazen vitrines, keurig opgezet, 550 vogels, die 234 soorten vertegenwoordigden, nagenoeg de gehele bclgische 'avifauna dus en r ook ongeveer 250-ex.otische vogels, afkomstig uit Kongo, Brazilië en Chili. Ook de zoogdieren mogen niet onvermeld blijven want de'-marter acht igen waren rijkelijk vertegenwoordigd. De soorten waren Ln verschillende stadia voorgesteld: in dons- en jeugd- klccd, mannetje en vrouwtje en diverse kleurafwijkingen. Ook de eieren van verschillende soorten waren tentoo.ngc s t e ld h~ Het daarop volgende uur kwamen nog heel wat mensen binnen, totd-at het totaal bij 21 bleef steken. Toen iedereen eens rondgekeken had, begon de rondleiding langs de tentoon gestelde groepen en gaf de heer Sponselee, geassisteerd door de heren van Putte en Grootjans, uitleg over da diverse soorten die ook in Zeeuws-Vlaan- deren voorkomen zoals: van de roofvogels ondermeer de kerkuil, die!hier tegenwoordig zeldzaam is, de steenuil en de torenvalk; de steltlopers o.a. de steltkluut, waaraan onze vogelwacht trouwens zijn naam ontleent, kluut, grutto en de forse wulp; en niet te vergoten de eenden (wat ?ou Nederland, het waterland je bij uitstek zijn, zonder ,zijn eenden) en diverse andere vogels als Vlaamse gaai, winterkoning en ropdborst,. Na deze woorden ging ieder weer op zichzelf alles, nader beki jken Na een wandelingetje door dc tuin, waarbij menige struik en boom nader wer den bekeken, keerde^ een ieder om 16.15 weer naar huis terug. M. Buise. 4. - 'jgt

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1972 | | pagina 4