O
O
De soorten die tot nu toe door mij aan het Groot Eiland zijn waargenomen
worden aangegeven met een punt.
Wat de begroeiing betreft moeten we het Groot Eiland verdelen in een bos-
strook van ruim 1000 m. lengte en 500 tot 200 m. breedte, een uitgestrekt
bouwland, en rondom een strook weiland, die aan de westzijde ook een
flinke breedte krijgt en begrensd wordt door de kreekoevers.
Het bosgedeolte is botanisch het belangrijkste deel. Deze is beplant met
merendeels oude en jonge canadeee populieren, met daaronder een dicht
struikgewas van els, eik, wilg, meidoorn e.d. Daar hot bosterrein hoofdza
kelijk terwille van de jacht in stand gehouden wordt, laat men de begroei
ing zoveel mogelijk ongerept. Ook is cr aan de westzijde nog een produc-
tiebos zonder onderbegroeiing
Op de vrij kalkrijko zandige grond heeft zich een plantengezelschap ontwik
keld, dat misschien het meest verwant is met het Elzen-verbond; met enige
invloed van het omringende landschap.
Volgende bomen, heesters, slinger- en klimplanten werden in een 5-jarige
periode (1943-1948) aangetroffen, ruw gerangschikt naar de afnemende fre
quentie
Zwarte Els (Alnus glutinosa)
Katwilg (Salix viminalis)
Canadese populier (Populier Canadensis)
Zomereik (Quercus robur)
Berk (Bétula verrucosa)
(Bétula pubcscens)
2-stijlige Meidoorn Crataegus oxyacantha)
Hondsroos (Rosa canina)
Vlier (Sambucus nigra)
Sleedoorn (Prunus spinosa)
Zuurbes (Berberis vulgaris)
G-elderso Roos (Viburnum opulus)
Hoggerank (Bryonia dioica)
Hop (Humulus lupulus
Van de overige planten zijn diegenen niet vermeld, die duidelijk in het
aangrenzende bouw- en weiland thuishoren (periode 1943-1Q48):
Dauw braam (Rubus caesius)
Bosbraam (Rubus sp.
Avond-Koekoeksbloem (Melandrium album)
Teunisbloem (Oenothera biennis)
Ruw Vergeetmijnietje (Myosotis ramosissima)
Smeerwortel (Symphytum officinale)
Bastaard Klis
St. Janskruid (Hypericum perforatum)
Heggedoornzaad (Torilis japonica)
Glad Parelzaad (Lithopermum officinale)
Kruipwilg (Salix repens)
Nsgelkruid (Geum urbanum)
Gewone hennepnetcl (Galeopsis tetrahit)
Fluitekruid (Anthriscus sylvestris)
Robertskruid (Germanium robertianum)
Muur (Steilaria media)
Wilde peen (Daucus carota)
Guichelheil (Anagallis arvensis)
Zandmuur (Arenaria serpyllifolia)
Wilgenroosje (Epilobium angustifolium)
Heermoes (Equisetum arvense)
Akker munt (Mentha, arv ensi a)
Jacobskruiskruid (Senecio jacobaea)
Grote Brandnetel (Urtica dioia)
Vlaslecuwebek (Linaria vulgaris)
Dagkoekoeksbloem (Melandrium rubrum)
Kleefkruid (Galium aparine)
Blaassilene (Silene vulgaris)
Midd. Vergeetmijniet (Myosotis arverisis)
Liggende Klaver (Trifolium campestre)
Maart Viooltje (Viola odorata)
Gele Honingklaver (Melilotus altissimus)
Trilgras (Briza media)
Kromhals (LYcopsis arvensis)
Slangekruid (Echium vulgare)
Bosandoorn (Staphys sylvatica)
Asperge (Asparagus officinalis)
Bijvoet (Artemisia vulgaris
Breedbladige wespenorchis
(Epipactis helliborine)
Brunei (Prunella vulgaris)
Canadese fijnstraal
(Erigeron canadensis)
Grote ratelaar (Rhinanthus glaber)
KlRatelaar (Rhinanthus minor)
Hondsdraf (Glechoma hcderucea)
Witbol (Holcus lanatus)
Kamgras (Cynosurus crostatus)
Kruldistel (Carduus crispus)
Agrimoni (Agrimoni eupatoria)
Knautia (Knautia arvensis)
Duivekervel (Fumaria officinalis)
Roigersbek (Erodium cicutarium)
Veldlathyrus (Lathyrus pratensis)
Hoornbloem (Serastium holosteoides
Ringelwikke (Vicia hirsuta)
Hoenderbeet (Lamium amplexiaule)
Zachte Ooievaarsbek(Geranium m.)
Kleine Ooievaarsbek (Geranium
pusillum)
Vierzaadwikke (Vicia tetrasperma)
Gladde Ereprijs (Veronica polita)
Haagwinde (Calystegia scpium)
Rode Ogentroost (Euphrserotina)
Vogelwikke (Vicia cracca)
Gele Morgenster (Trag. pratensis)
Hellblaadjc (Pulicaria dysonter.)
Bosaardbei (Frageria vesca)
Gevleugeld Helmkruid (Scophularia
al at a
Rolklaver (Lotus corniculatus
Bitterzoet (Solanum dulcamara)
Keverorchis (Orchis ovata)
Duizendguldonkruid (Centaurium
minus)
Kale Jonker (Cirsium palustre)
17
