duiker 2-2; grote Zaagbek 2 vr. Toppereend 7 m. de vrouwtjeseenden en niet te vergeten wilde eenden, alle soorten bij elkaar opgeteld zo'n 200- tal ex. Na weer in de auto's gestapt te zijn, werd koers gezet naar het vertrek punt.. Tijdens deze tocht (door het bos en langs de kreek) werden de vol gende soorten waargenomen: blauwe reiger 2 ex.; wilde eend 90-tal ex.;- pijlstaart 1 m.- (waarschijnlijk aangeschoten); slobeend 2 exbergeend 20-tal ex.; scholekster 7 ex.; goudpluvier 6 ex.; kluut 1 ex. (bijzonder-^* heid deze tijd van het jaar); zwarte ruiter 1 ex.; wulp 24; kramsvogel 10-tal; roodborst 2; pimpelmees ex. gehoord; ekster 1- grote mantelmeeuw 1; en^een dode stern waarover men het niet eens kon worden of het een vis- diëf je dan wel een noordse stern was. x) Na deze wandeling werd nog even naar de Mosselbanken gereden. Hier waren vooral eenden te zien: wilde eend plm. 450 stuks en enkele tientallen bergeenden. Ook nog plm. 150 scholeksters. Bij het kreekje achter de dijk waren nog een 100-tal meerkoeten, 2 bergeenden en een graspieper te zien. Om ongeveer 16.30 uur keerde een ieder weer, na de dank zij het vrij góede weer goed geslaagde excursie. M. Buise x)De kop van deze vogel is naar het Zoöl. Museum van de Universiteit van Am sterdam gestuurd. Per 1/2 kreeg ik het volgende bericht: Tenslotte iets over de kop die u ons vorige week toezond. Beze is niet van een stern, zo als u dacht, maar van een gewone kokmeeuw, en wel van een volwassen vogel in winterkleed. De rode snavel en poten zijn kenmerken die kokmeeuwen en enkele Stern—soorten gemeenschappelijk bezitten, maar de kokmeeuw -springt er'toch onmiddellijk uit door de naar verhouding veel dikkere snavel, de langere poten en de donkere vleugeltekeningDeze determinatie is wel te leurstellend voor u, want een Stern in de winter zou inderdaad iets bij zonders zijn. w.g. C.S. Roselaar. G.iv.l.p. Sponselee. VERSLAG- VAN DE OP 19-2-1972 GEHOUDEN AUTOTRIP ROND GROOT EILAND PAULUSPOL- DER EN PUTTING. Om 9.00 uur verzamelden zich 23 vogelwaarnemers van alle leeftijden aan Rapenburg Tol op de dijk richting Luntersho.ek. Het was vrij mistig, koud maar met weinig wind. Nadat men zich over de 8 wagens verdeeld had begon de tocht naar de westzijde- van het Groot Eiland. Hier' werden waargenomen: fuut 2 ex.; blauwe reiger 1 ex. kuif eend 7 ex.; grote zaagbek 2 pr.; wulp 3 ex.; Op het Plaatje enkele honderden houtduiven (meestal zitten.er hier een paer duizend); grote bonte specht 1 ex.; kolgans 20-tal ex.; mantel meeuw 1 ex. en 6 bergeenden. Bij het Klein Eiland (Brug nr. 8), waer ik zelf regelmatig waarnemingen doe, werden de volgende soorten waargenomen: slobeend 1 m.waterhoen 20-tal; bergeend 7 ex.; 'n 200-tal. meerkoeten; smient 15-tal; een troepje wulpen, 2 knobbelzwanen en enige wilde eenden, kiovitten en'kramsvogelsNu volgde een mooie rit over nckele van de vele prachtige polderwegen die Oostelijk Zeeuws Vlaanderen bezit. Tijdens deze rit weer de nodige vogels zoals kneutjes, 1 grote bonte Specht, kramsvogels, 2 blauwe reigers, koolmezen en, niet te vergeten, talloze voorbeelden van schade, aangericht door houtduiven, zoals afgevretcn koolzaadvelden. De Grote Vogel was oen kleine tegenvaller, hier waren niet veel vogels: bril- duikcr 2 vr. enige bergeenden, 1 dodaars en 1 fuut. (Ook nog enkele grote zaagbekken. Sp. Een andere waarneming nabij De V0gcl en de Putting, maakte dit ruimschoots goed: nl. 1 smalleken en 1 torenvalk, boven een stuk bouw land. (Hier zagen we duidelijk het verschil in jachttechniek der beide soorten: het smelleken jaagt steeds vrij laag over de gre ndterwijl de to renvalk biddend in de lucht hangt, de kop in de wind, om zich af en toe om laag te laten vallen, voor zover wij konden zien, zonder sucses echter.) In de Putting zelf was het niet bijzonder druk met ganzen, ongeveer 700 stuks kolganzen, heel wat minder dan het maximum van 12.000 ex. Verder wer den nog opgemerkt: scholekster 1, grutto 1, slobeend 2 m. en enige kievit ten. In de Kleine Putting nog een 80-tal goudplevieren en enige tientallen kramsvogels en kievitten. Na een goed geslaagde tocht keerde iedereen te ca. 11.30 uur weer huis waarts M. Buise. 12

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1972 | | pagina 6