Na deze negatieve kritiek op het bestemmingsplan Groot Eiland rniag ik ook
wel wat positiefs zeggen.
Nieuwe bebossing van bepaalde gedeelten, de bescherming van het gebied (en
de daardoor strengere bepalingen), zullen zeer waarschijnlijk een goede uit
werking hebben op vogelstand en flora.
Tenslotte zou ik willen zeggen dat dit bestemmingsplan een stap is in de
goede richting om tot volledige bescherming te komen van het gehele gebied.
MOGE DIT VERSLAG OOK HIERTOE BIJDRAGEN
M.A. Buise, Steensedijk Hulst.
LITERATUURLIJST -
BAUER K. N. GLUTZ VON-BT-OTZHEIM 1969. Handbuch der Vöge"! mitt el europas
Band II. AkadVerlagsgesellschaftFrankfurt a. M. P. 260-285.
BRUUN B.1969. Gids voor de vogels van Europa. E]sevicr, Amsterdam/Brussel.
P5 6.
COMM. NED. AVIFAUNA, 1970. Avifauna van Nederland. E.J. Brill, Leiden.P 16
DAM J.H. z.j. Natuurgebieden van Nederland. Landschappen en avifauna van
Nederland en België. N.V. W.J. Thicme Cie, Zutphen. P. 256
GILLIARD E.Th. E.G. PARKES, 1971.. Wereld dor dieren, deel I vogels.
Elsevier Amsterdam/Brussel. P. 64
GRAF J. en W. VEHNER, 1969. Natuurgids voor bos en. hei. L.J. Veen's uitge
verijmaatschappij N.V., Amsterdam.
GRZIMEK B., 1969. Het leven der dieren, deel VII. Het Spectrum, Utrecht/
Antwerpen. P. 334-335
HEUKELS II. en S.J. VAN 00STR00M, 1962. Flora van Nederland. P. Noordhoff
N.V., Groningen.
KOSTER A. en J.R. MULLER, 1940. Wat vind ik daar. N.V. W.J. Thieme Cie,
Zutphen.
MAEBE J. H. VAN DER VLOET1956. Dc avifauna van het Verdronken Land van
Saeftinghe. De Gicrvalk/Le Gerfaut 46 151-190.
MAEBE J. H. VAN DER VLOET, 1952. Over rui, trc-k en biologie van de berg
eend, Tadorna tad or na (L.aan de Benedenschelde. He Giervalk/Le Gerfaut
42 59-80.
PILAT A.1970. PaddestoelengidsA.W. Bruna Zoon, Utrecht.
POSTMA W.P., 1961. Paddestoelen in kleuren. J.M. Mou.lcnhoff, Amsterdam.
RAU.H W., z.j. Onze paddestoelen. N.V. W.J. Thicme Cfc, Zutphen.
READE W. E. HOSKING, 1968. Br0edendo vogels, hun nesten, eieren en jonge,n
Moussault's N.V.Amsterdam. P. 154-155
SPONSELEE G.M.P. 1971. Beschermde terreinen in Oostelijk Zeeuws Vlaande
ren. Steltkluut 1 17 on 25
TIMMERMAN A. I960. .De bergeend (Tadorna tadorna) als brood vogel in Neder
land. Limosa 33. 159-173
WITHERBY H.F., 1958.. The handbook of British Birds, vol. III. H.F. G.
Witherby LTD, London.. P. 211-227
ZWEERES K., 1966. Naar rijke vogelgc-biedenNARoelofs van GoorAmers
foort. P. 83 -
Avifauna van Oostelijk Zeeuws Vlaanderen. In voorbereiding.
VELDERVARINGEN VAN B.MGROOTJANS
Vogels ringen in do Braakman 18 maart 1972.
Begin van dit jaar werd ik door F.K. Haak, vice voorzitter van onze vogel
wacht uitgenodigd om eens een nachtje mee te gaan ringen. Jij maakten een
afspraak voor vrijdag 17 maart, omdat dan de waterstand in de ^osterschelde
gunstig uit zou komen. Ik reed s'avonds om een uur of elf naar de afgespro
ken plaats in de Braakman en zag onderweg in de Nieuw-Ncuzenpoldereen
prachtige kerkuil op een paaltje onder aan de zeedijk zitten, die zat te
plukken aan een veldmuisje. In dezelfde polder kreeg ik een grootoor vleer
muis in het licht van de koplampen.
Bij de afgesproken plaats aangekomen, werd ik opgevangen door Kees de Kra
ker uit Zaemslag, een vaste assistent van Haak, die ook juist gearriveerd
was en mij door het drassige met riet begroeide terrein naar* dc ringplaats
leidde. Haak was samen met zijn zoon Henk al druk doende de z.g.n. staande
netten op te zetten, waarmede wij deze nacht de vogels zouden vangen. Dg
netten waren gesteld en terwijl Henk en Kees de wacht hielden bij de netten
ging ik samen met Haak. kijken over de zeedijk of de vloed al op kwam zet
ten, die dc vogels van het slik landwaarts zou jagen.
34.