duiken de kleine jongen naar voedsel. Bij de volwassen dieren komt het dui
ken naar voedsel slechts bij uitzondering voor.
BALTS:
Eind februari beginnen de paringen cn de, tot dan toe in grote scharen voor
komende, dieren beginnen daarna, onder typische fluittoon, voedselterritoria
in bezit te nemen. Dit duurt tot in april.
Het baltsritueel bestaat uit het elkaar in de vlucht na.jagen en op het land
meken de mannetjes met hun kop een knikkende beweging.
BROEDZORG EN HET VERZORGEN DER JOFTEN
Het wijfje broedt alleen. Tijdens de eerste weken lokt het mannetje het
broedende wijfje van het nest. Het wijfje herkent haar partnei aan de stem
en verlaat het nest direct. Later zit zij va,ster en laat zich zelfs door
herhaaldelijk roepen van het mannetje niet meer meelokken.
Dikwijls verlaat hot wijfje het nest ook uit eigen beweging. Het vliegt da,n
direct naar het voedselgobiedNa de etenspauze begeleidt het mannetje zijn
wi jf je steeds naar het nest terug.
Voor het opvallend getekende wijfje is het echter moeilijk onopgemerkt het
nest te naderen. Het verdwijnt daarom lopend of laat zich uit de vlucht met
grote snelheid in het hol vallen. Het mannetje wacht dan nog 5-10 min. in de
buurt van het nest en keert dan tenslotte weer na„er het voedselgobied terug.
Na een broedtijd van 28-30 dagen komen de jongen uit. Zoals andere eenden
bespoedigen de kuikens het drogen door zich schoon te maken en zich op te
poetsen. Gewoonlijk blijven de reeds uit het ei gekomen jongen in het nest
tot ook het laatste kuiken droog is.
Bij het verlaten van het nest zijn de jongen in staat tot 55 cm hoog te
springen en van hooggelegen nestplaatsen laten zij zich, zonder schade op te
lopen, naar beneden vallen.
In de regel worden de jongen vroeg in de morgen door beide ouders van het
nest weggevoerd en direct naar het zoute of brakke water geleid. Net zoals
bij de eenden en de ganzen gaat het wijfje voorop en het mannetje achter de
jongen
■fa-anvankeli jk blijven ze in familieverband. Gezinnen met vroege broedsels
blijven dikwijls lang afgezonderdLater komt het al vroeg tot een vermen
ging met andere broedsels, die dan door enkele dieren bewaakt worden.
Na 42 tot 44 dagen zijn de jongen vliegvlug (sommigen hebben echter wel meer
dan 60 dagen nodig). Van midden juni tot eind juli neigen de ouderdieren er
meer toe hun jongen in de steek te laten of de jongen actief weg te jagen.
RUI:
Voor de ruitrek van de Bergeenden van zuid-west Nederland mag ik verwijzen
naar MAEBE' cn VAN DER VLO ET 1952.
Het zou misschien ook wel interessant zijn de leeftijden te vermelden die
de bergeend kan bereiken, n.l. 11 jaar voor in het wild levende dieren en
30 jaar voor enkele tamme exemplaren.
HET VOORKOMEN VU DE BERGEEND IN NEDERLAND: (Limosa 31 159-173.)
De bergeend is in Nederland een vrij talrijke broedvogel. Het aantal brocd-
paren ligt tussen dc 2500 en de 10.000 en daarbij komen ook nog ongeveer
3000 nietbroedendc dieren nabij de broedterroinen. Dit is echter weinig ver
geleken bij Groot-Brittanniëwant daan zijn ongeveer 50.000 broedvogels
(BAUER en GLUTZ VON BLOTZHEIM1969.).
De grote broedgebieden zijn de duingebieden, kust van het IJselmoer, ook in
de IJselmeerpoldcrsmidden Friesland, Zeeland en Z-W Noord-Brabant (Avifau
na van Nederland, 1970.).
Ondanks dat de bergeend een vogel is van de kust zijn er ook herhaaldelijk
brocdgevallen gemeld diep uit het binnenland, zoals bij Nijmegen en Dqne-
kamp waar in 1946, 1957 en 1959 oen broedgeval gemeld werd.
WAARNEMINGEN
Zoals reeds eerder vermeld, begonnen mijn opgeschreven waarnemingen van
bergeenden op 13 mei 1971. Dit is nogal een late da,turn. Dc maanden voor deze
datum heb ik echter ook meerdere waarnemingen gedaan, deze z;ijn echter niet
opgetekendDit is echter geen bezwaar voor la,tere conclusies, daar ik nog
vrij precies wist hoe de situatie toen lag en het later alsnog opgetekend
heb
Alvorens met mijn waarnemingen te beginnen, wil ik eerst vermelden dat bij
na alle waarnemingen in deze periode gedaan zijn in het uur voor zonsonder
gang.
Tijdens de winter kon ik reeds balts bij de pa,artjcs waarnemen. Het eerst
omstreeks half januari. Dit duurde tot ongeveer eind mei (laatste waarne
ming op 23 mei). pq
J