De'meeste bergeenden die ik heb waargenomen broeden waarschijnlijk op het Groot Eiland. Zelf heb ik in mijn waarnèmingsperiode één nest ontdekt name lijk onder de populierenaanplant op enkele meters van het toernooiveldje van de kempha&ntjes Het nest was gelegen in een konijnepijp en toen ik het vond" lagen er dons veertjes bij de ingang. Verder vond ik verschillende sporen bij het nest en verscheidene grasstengels waren afgeknapt, zodat ik het waarschijnlijk achtte dat het nest bewoond was. Daar ik het nest niet wilde verstoren heb ik het verder mot rust gelaten en ben ik er niet meer bij geweest. Dit verhinderde echter niet dat ik daar geen waarnemingen deed, want vanaf de weg kon ik de plaats waar het nest lag redelijk goed in de gaten houden. Een week later heb ik van die plaats een bergeend op zien vliegen en toen het dier op het grote slikveld was aangekomen zag ik dat het een wijfje was. Op de grote slikplaat kwam een mannetje op haar toe en samen zochten ze verder voedsel. Tot mijn spijt heb ik ze niet lang meer kunnen waarnemen daar ze verjaagd werden, en ik dus niet heb kunnen zien of het mannetje het wijfje naar het nest terugbracht, hoe zij naar het nest zou gaan en of het mannetje een tijd in de buurt van het nest zou wachten, alvorens naar de slikplaat terug te vliegen. Ha deze dag heb ik nooit meer een exemplaar daar vandaan zien komen en ik heb er ook geen jongen van gezien. NU DE GRAFIEKBESPREKING VAN DE 'ALGEMENE STAND AAN HET KLEIN EILAND: Om te proberen een duidelijk overzicht te geven van het zichtbare bergeen denbestand aan het Klein Eiland heb ik een grafiek gemaakt die ons het vol gende toont: DE JONGEN: Op de grafiek is te zien dat er voor 26 mei geen jonge dieren zijn waarge nomen. De eerste waarneming van jonge dieren ia van 26 mei toen plotseling een gezin met 12 jongen uit het riet kwam gezwommen (Dit gezin is door mij in de waarnemingsperiodesteeds geobserveerd" zodat ik dit' gezin later zal behandelen). Op 27 mei is dit gezin weer te zien, nu echter met maar 10 jongen. Na 27 mei een daling tot er op 28 en 31 mei zelfs helemaal geen jongen te zien waren. Met de daling van het jongenaantal was er ook een verslechte ring van het weer (Mist en motregen). Wc-1 meende ik op 31 mei een jong te zien dic-p in het riet, maar dit kan op een vergissing berusten. Na 1 juni verbeterde het weer, het was overtrokken, koud, maar droog. Op 2 juni zwemmen er echter weer 7 jongen rond, op 7 juni 10 en op 9 juni zelfs 36. Ne zien dus een stijging van het aantal jongen. Op 17 juni zien we dat er weer minder zijn namelijk 30, tenopzichte van 9 juni een daling. Op 17 juni trof ik echter ook nog iets anders aan. Op het, toen bijzonder vuile en stinkende water, dreven 4 dode jongen rond. Na 17 juni zijn er veel minder jongen te zien, op 21 juni 13, op 23 juni 14, ondanks het toen nog altijd heersende mooie weer. Ook nam ik op 21 en 23 juni reeds enkele jongen waar, die reeds vrij onaf hankelijk waren en dat de ouders van deze jongen zich weinig meer met deze jongen ophielden. Eenmaal zag ik een paartje gemeenschappelijk hun 4 jongen wegjagen. Op 21 juni waren er van de 13 jongen 2 vrij onafhankelijk en op 23 juni waren dat er zo'n 5. Op 25 juni zien we weer een forse stijging van het aantak jongen, n.l. 39, met daarop 2 dagen later, op 27 juni weer een daling tot op 20. Van deze laatste 2 data waren er al heel wat jongen vrij onafhankelijk, op 25 juni van de 39, 9 en op 27 juni van do 20, 5. DE VOLWASSEN DIEREN: Voordak mijn opgeschreven waarnemingen begonnen, waren de volwassen berg eenden steeds in vrij grote getale te zien. Er waren soms meer dan 30 die ren op een dag; (Vnl. eind april en begin mei). Op 13 mei waren er volgens de grafiek nog steeds zo'n 20 dieren aanwezig. Na 13 mei zijn er slechts zeer weinig volwassen dieren te zien. Op 17 mei geen; op 23, 26 en 27 mei 2 (paartjes) en op 28 mei slechts 1, nl. een mannetje Na. de slappe periode van 17 tot en met 28 mei weer ccn opleving van het aantal volwa„ssen dieren. Op 31 mei 17, 2 juni 11, 7 juni 7 en op 9 juni 16. Op 17 juni zien we weer minder volwassen bergeenden (10) en op 21 juni nog minder (6). Daarna blijft hot aantal zichtbare volwassen dieren vrij con stant. Op 23 juni 14, 25 juni 10 en op 27 juni 12.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1972 | | pagina 7