De visdiefjes, 5 in totaal waren heel wat rustiger. Lekker zonnend, zaten
ze, verheven boven het overigens vlakke terrein, op boomstronken, die doods
uit de modder oprezen.
Wat mij opviel was dat de vogels zich opvallend weinig aantrokken van het
voorbijrazende verkeer.
Pleviert jes waren er veel te zien: 2 strand-, 8 bontbek- en 3 kleine ple
vieren. De laatsten waren bijzonder op dreef: 2 mannetjes liepen, op een
drietal meters voor de hut, luid roepend, met de borstveren wijd uitgezet,
zodat ze veel breder leken achter een vrouwtje, dat zich, al hun moeite ten
spijt, schijnbaar niets van hen aantrok en uiteindelijk (verveeld van al
•dat opdringerige gedoe?) de vleugels nam.
Aan eenden bleek het terreintje rijk te zijn: 42 wilde eenden en 16 berg-^
eenden zaten lekker mot de kop in de veren op de wat drogere gedeelten,
terwijl enkele activelingen onder de bergeenden voedsel zochten of een
soort gevechten leverden, waarbij man en vrouw samenwerkten. Ook zwommen
er 14 dons jongen rond met de "trotse" moederbergeend erachter. 0ok kievitten
en kluten ontbraken niet.
Ik keek geboeid naar al dit facinerend gedoe; naar gedragingen die men in
het veld zelden van zo dichtbij te zien krijgt.
Het speet me, dat ik de terugtocht weer moest aanvaarden, maar ik ben
vastbesloten nog valeer van de hut gebruik te maken.
DRUKWERK
Hulst
VOGELWACHT "DE S TET jT17LUUT
OOST ZEEUWS-VLAAFDEREF.
44.