kaar verbonden door vierkante holle balken. Aan de uiteinden zijn die iets open. Daarin bevond zich het nest. een avond, eind april, toen ik van 18.00 tot 23.00 uur dienst had, zag ik een derde Torenvalk op de brug. Toen is er echter een uur lang gevochten tussen het paartje wat reeds domicilie gekozen had en tussen de indringer. Later heb ik nooit meer zo'n vechtpar tij gezien. Controle was hier niet mogelijk, maar zij hebben rustig boven het intens drukke verkeer zitten broeden. Eind juni zag ik een der oudervogels met prooi in de poten komen aanvliegen en in de holle balk verdwijnen. Zover ik heb kunnen constateren zijn er hoogstens 2 jongen uitgevlogen. Al met al toch ook hier weer een bewijs dat deze vogels zich graag vestigen in door de mes geplaatste bouwwerken. En er kunnen zich, wat de holten be treft, nog meer op de brug vestigen. Maar ja., misschien zijn ze in dat op zicht niet half zo dom als wij mensen in onze moderne honingraten. M. Dieleman, Sasweg 18, Axel. PARASITAIRE INSEFTEN. Dit vormt een interessant gedeelte voor insectenonderzoekJammer genoeg is van deze insecten bitter weinig bekend en is dit gebied nog een braak ter rein der entomologie. Parasieten kunnen we in elke orde aantreffen, maar voorat in de orde der Hymenoptcra (Vliesvleugcligenwespen, mieren, etc.). Ik denk dan aan de diverse sluipwespen en enige Diptera (Sluipvliegen)Dq vrouwtjes van de eerste groep injecteren andere insecten. Zij leggen hun eieren in het lichaam in tegenstelling tot de sluipvliegen, die de eieren op de gastheer leggen. De sluipwespen zijn daartoe uitgerust met een leg- boor waarvan de lengte soms even groot is als de totale lichaamslengte Een voorbeeld is de houtsluipwesp (Rhyssia persuasoria) die houtwcsplarvon injecteert die centimeters diep in het hout leven. Deze sluipwesp heeft een verbazingwekkend goed gehoor en weet haar legboor in de onzichtbare larve te stoken. Iedere sluipwesp heeft een bepaald aantal soorten waarop ze pa rasiteert. Sommigen specialiseren zich op 1 soort zoals de kool-sluipwesp (Apantales glomeratus)Dit 2 mm grote wespje zorgt ervoor dat 90% van de rupsen van het koolwitje het popstadium niet bereikt./Soms worden ook de poppen van het koolwitje aangetast. Er kunnen ook hyperparasieten zijn. Dit zijn parasieten die op hun beurt weer de larven van andere parasieten aan tasten als deze laatste uit hun geparasiteerde larve of pop gekomen zijn en op het punt staan een cocon te maken. Ook het aantal imago's dat uit een geinfecteerde larve of pop komt ke.n verschillen. Bij do kool-sluipwesp kan dit 200 ex. bedragen. Ikzelf heb ook waargenomen dat het niet meer dan 1 was. Een speciale manier van voortplanting is d.m.v. polyembryonieDit betekend dat er door het vrouwtje enkele eieren worden gelegd, die zich vervolgens delen zode.t later uit de geinf ecteerde larve zo'n slordige 3000 wespelarven kunnen komen. De Italiaanse entomoloog Silvestri kwam bij Lito- mastix truncatella, die parasiteert op het algemene gamma-uilt je (Plusia gamma) tot ca. 2000 dieren. De Fransman Gerard kwam tot ca.. 3000 dieren en ikzelf heb bij toeval 2562 exemplaren gevonden, (determinatie Gijswijt), Ankeveen. De lfrve ondervindt in het begin geen of weinig last van de parasieten want deze tasten eerst het vetgedeclte en de steunweefseis aa.n en pas la.ter worden de vitale organen zoals hart en zenuwen aangetast. Als de larven volgroeid zijn, boren ze zich door de huid van de larve of pop en spinnen zich daar in. Later komen de imago's te voorschijn. Wil je zien hoe het in z'n werk gaat, dan kun je een rups van het koolwitje opkweken en je ziet al gauw de gele cocons verschijnen en het rupsenhuidje slap erbij hangen. Als je meer larven opkweekt (ook andere larven dan alleen rupsen kun je opkweken) zal je zeker eens een keer een sluipwesp i.p.v. een vlinder in handen krijgen. Imago volwassen insect 7 Als er dus weinig prodatie is, ka„n een grote koolwitjes-generatie ont staan, die niet veroorzaakt is door invasie. M. Ja.nse. ONTMOETING IN DE AVONDSCHEMERING. Op 7-8-'73 trokken we er met drieen weer eens op uit. Ons doel was veld- uilen opzoeken in de WMZ-terreinen te St. Jansteen. Wat altijd opvalt in dit mooie gebied is het grote aantal konijnen dat hier vertoeft. Op de gek ste plaatsen kun je deze wollige springers aantreffen. 37

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1973 | | pagina 5