'-3 steken van de. geulen veel problemen met zich. mee met als gevolg dab velen zich konden verheugen over een of twee sterk "bevochtig de voeten» De vogels trokken zich van al dat geploeter niets aen en bleven in grote getale opkomen, zodat alle lichamelijke onge makken ruimschoots gecompenseerd werden» Jammer genoeg :lcon het schorretpchuje niet lang duren en spoedig kregen we de vaste grond van de Gas dam weer onder de voeten, waar ons een macnuig schouw spel te wachten stond» lot dan toe was hes aantal stoofevogeis niet overweldigend» hu echter kregen we het neusje van de zalm voorge schoteld en wel velciuiien* voor de afwisseling eens niet een, maar 4» Ben Jnamentje dat lang zal heugen* Doordat de groep nogal üit- eengetrokken was, bleven een tiental deelnemers van dit schouw spel verstoken. Langs de vlo dlijn werden nog de geplukte resten van een waterral gevonden» Gm 143 0 uur werd de groep ontbonden» Waargenomen soorten: kolgans 4600; wilde eend, enkele honderden; bex^geend 7; grote zaagbek 20-tal; slobeend 1 m; knobbelzwaan 1 dood juveniel e.x$ pijlstaart 6; smient 8000; blauwe kiekendief 1 vr; bruine kiekendief 1; torenvalk 2; velöuil 4; blauwe reiger 3; grote manteluieeuw 1 O-tal 1 dood ex; bontestrandloper 1; water snip 1; wulp 10; oeverpieper 1; bonte kraai 30-tal; veldleeuwerik 200-tal;*"rietgors 30-tal; fratex> 200 a 230; sneeuwgors 4; groen- ling ca 300; grauwe gors 3» spreeuw 30-tal; wintertaling 100-bal; kokmeeuw '200-tal; zilvermeeuw enige tientallen; kauw minstens 1 ex in heb schor. Up de gasdam waren zeer veel hazen en konijnen aanwezig. De eerste waren door de hoge waterstand uit het schor en het poiderüje achter de gasd m verdreven; de tweede soort was door dezelfde oorzaak uit de lagergelegen holen in de gasöuia ver- dr e v enIvU ABui se* ^^ursiesL5_en 27_^kt£berp en_24 november^ 1 dec'.-mb_e.ru Voor 13 oktober zie verslag G. Ot tens op pagina 44» 27 oktober 1973 Een prachtig.herfstzonnetje, schijnend over heb wit e pluis van, de zeeaster en de mooiste tinten toverend op de bossage waarlangs wij naar de Jan Dekkerhut liepen, was het scenario waarin zaterdagmor gen een tiental vogelwachters zich. verzamelden om onder leiding van ondergetekende een hutexcursie te gaan beleven» Heb water in de boezem stond bijzonder laag (-2 m MAP) zodat er veel slik bloot lag, waarop een veertigtal wilde eenden, een zestigtal wintertalin gen, een stuj of drie bergeenden en wat kokmeeuwen liepen te fou- rageren* Aan de overkant van de boezem stond een torenvalk te bid den boven heb land en een fazantehaan liep over de weg te pronken met zijn felle kleuren in de zon. Hechts van de hut scharrelden enkele waterhoentjes en links in de bosjes een stuk of drie krams vogels eii een merelman» Da een uurtje de vogels vanuit de hut fce hebben geobserveerd, besloten we te voet rond de boezem te gaan» Nog maar neb op weg, zagen en hoorden we enkele eksters die de vo gels en zoogdieren o...ruimden, die eerder ten offer waren gevallen aan het verkeer. Kievi&ten liepen rustig te pikken en buitelden zo af en toe eens door het luchtruim. Een groep van ongeveer 40 roeken en kauwtjes trok over, waarbij heb "kauw-kauw" niet van de lucnt was. Zo af en toe maakte een groep van een vijfcigb 1 spreeu wen zich los van een stoppelveld en trok een baantje over heb ge bied oiu da; rna weer "en masse" in te va 11 n* Hen watersnip schoot zigzaggend uit de rietkraag en ook veldleeu werik) en en graspiepers waren weer ruimsénoots aanwezig* Bij de zuidboezem gekomen zagen wij kool- en pimpelmezen in de elzen jongleren. Er werd. een dode mol gevonden en wij observeerden onge veer een half uur lang een toronvalkvrouwtje, dab sbeeds vanuit de top van een boonpje op iets in naar orageveing stootte, zo te zien echter zonder resultaat. Ook heb roodborstje konden wij van vrij dichtbij volgen terwijl het driftig van net ene takje op het ande re sprong onder het uiten vn zijn karakter is fcieke roep. Het viel ons op dat er rund. de boezem verschillende soorten paddestoelen^ groeiden en hie? en daar nog bloemen bloeiden van zeeaster, kamille en madeliefje, la heb vinden van een stinkende korbschildkever en het demonstrere .1 van wat het bijvoegeiijk naamwoord "stinkende" be tekent, ging de groep terug :ur r de Jan Dekkerhut om alle waarne mingen van deze moi'gen te no ;eren in het invent ar is: tb Leboek.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1973 | | pagina 7