10. Mussenist Knuitershoek (Gegevens J. Morcus). Hier werd in de "periode mei-juli geregeld een exemplaar waar- j genomen dat steeds terugvloog naar een - vermoedelijk - oud eksternest. Vanaf begin augustus werd de waarnemer in die om- j geving echter geconfronteerd met de aanwezigheid van 4 toren- 1 valken - 2 adulten cn 2 juvenielcn -, zodat hier -sprake is van i een broedgeval waarbij minstens 2 jongen zijn grootgebracht 11c. Cornclissen, Gr. CgmbronpolderHontenissc Fa het afsluiten ven dit verslag werd via Sponselee vernomen dat hier een paar gebroed heeft tussen pakken stro in een open 1andbouwschuurEr zijn 2 of 3 jongen uitgevlogen. i VONDSTEN. Totaal zijn er 2 vondsten van juveniele vogels bekend. Het ex. van Kruisdorp werd op 4-8 op de glooiing van de Schcldcdijk aldaar gevonden. Het kon zonder moeite gepakt j worden en werd de hc-cr Sponselee ter hand gesteld. Het ex. van Sluiskil werd ook op 4-8 gevonden (of beter gevangen) door de heer Abrahamso en belande bij zijn soortgenoot in Hulst. De heer Sponselee kreeg nu de lastige taak ze op te voeden tot ze in staat waren voor zichzelf te zorgen. Dit hield in dat ze per dag toch wel op een levende mus (dit om i jachtinstinct te ontwikkelen) de man konden rekenen. Toen.zo na ruim een weck volgroeid waren herkregen ze (geringd uitcr- j aard) hun vrijheid terug: Kruisdorp op 10-8 cn Sluiskil op 12-8, beide vlogen richting Groot Eiland. Tijdens het opvoeden kwam ons steeds één vraag weer op: Hce is de aanwezigheid van het ex. van Kruisdorp te verkleren. Dat het van een van de aan ons bekende broedplaatsen kwam is zeer onwaarschijnlijk gezien de onbeholpenheid van de vogel. Ook ligt de dichtstbijzijnde broedplaats Pauluspolderplm. 5 km van de vindplaats vandaan. Het lijkt ons onwaarschijn lijk dat de vogel deze afstond heeft kunnen overbruggen. Hot moest voor de hand lijkt ons een broedgeval waarvan de pleats onbekend is gebleven, mogelijk in het bosje aan de Veekhoek. Ons vermoeden wordt gesterkt door mededelingen als zouden enige vogels regelmatig zijn waargenomen aldaar gedurende het broedseizocn. Conclusie Samenvattend kan gezegd worden dat het broedseizocn 1973 t.o.v. andere jaren gunstig afsteekt. Negen broedpaartjes misschien zelfs tien, hebben totaal 25 (26?) jongen gr tgc- 30 bracht. Slechts één broedgeval is mislukt. Dit houdt in een gemiddelde van ongeveer 2,5 uitgevlogen jongen per broe^- paar, hetgeen niet slecht genoemd mag worden, ook al omdat 1973 geen al te best muizenjaar was. Indien we nu alle ge gevens de revue laten passeren, lijkt me een schatting van het aantal broedgeval len op een stuk of twaalf wel te ver antwoorden. Het is ten ene male onmogelijk alle nesten op te sporen ook al doordat diverse terreinen waar ze regelmatig gezien worden en waar broedgelegenheid volop is, niet te be treden zijn. Ik denk hierbij a an delen van de WMZ_terreinen, Groot Eiland e.d. Ook kunnen plotselinge concentraties van enkele exemplaren op een plaats waar regelmatig wel een ex. te zien is, op een broedgeval wijzen. Ik denk hierbij aan de omgeving van de Vlaamse Kreek waar vanaf half augustus meer dere exemplaren aanwezig zijn. Daten we hopen dat de verbetering welke nu t.o.v. de vorige jaren is opgetreden, zich zal voortzetten opdat deze, voor het oostelijk Zeeuwsvlaamse landzo karakteristieke vogel tenminste het predicaat "zeldzaam" kwijt is. We kunnen er met zijn aanwezigheid, alleen maar op vooruit gaan Kort dankwoord. Bijzonder veel dank ben ik verschuldigd aan de heer Sponse lee, welke mij veel steun verleende bij het opsporen van *re- gevensaan de heren M. Dieleman, B. GrootjansJv.d. Hoeve, K. de Kraker en J. Mcrcus voor de uitvoerige broedverslagen welke ik van hen ontvangen heb; tenslotte aan A. en P. Mangnus voor de assistentie tijdens het veldwerk. M.A. Buise, Steensedijk 86, Hulst. Opmerking van de redactie: Bijzonder veel dank zijn wij verschuldigd aan de heer P.Buise die het grootste gedeelte van de ruim 30 nestkasten welke inmiddels door het geheel OZVL verspreid opgehangen zijn, heeft vervaardigd. Ook danken wij de leveranciers van oud, maar zeer bruikbaar hout: A. Boogaert te Sint Jansteen, Jan senius Scholengemeenschap, P. Buise en G. Geerken te Hulst, Mej. B. v.d. Voorde te Stekene en uiteraard de LTS te Hulst, die de eerste serie voor ons vervaardigde tegen kostprijs. M. Dieleman, de combinatie Calle/Maas en Daniël v.d. Hoeve maakten elk een kast die in de serie werden opgenomc-n.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1974 | | pagina 2