Kluut: 15-4 2 koppels en op 12-6 werdén 2 jongen waargenomen» Boerenzwaluw: 50-4 1 ex», 5-5 1 ex, en op 5-8 1 juv» laat- stë~dïir op~21-10. Koekoek: 50-4 1 ex», 5-5 1 ex., 5-8 1 juv. Op 27-4 werd het ëërstë~dier gehoord, Huismus: talrijk, Klëlnë~karekiet20-5 2 ex. de laatste op 28-10 2 ex, Watërinip: 20-4 1 ex» "blatend» Eind mei werd dit hiaten voor hët~ïaatst gehoord, 11-6 2 ex. Grutto: 20-4 1 koppel, evenals op 22-4» Be dieren zijn onge- vëër=tot half mei te zien geweest, Ringmus28-4 4 ex,, 27=4 e.v, dagen 7 ex, G-een duidelijke aanwijzingen Tuinfluiter: Op 19=5 1 ex,, 2-6 e.v. dagen 2 ex, Baarnaast werden in 1075 ie volgende soorten gezien: Poelsnip: 20-4 en 25=9 1 ex, Baardmëësregelmatig in het najaar; 19=11 5 ex», 28-10 10 ëx., 5=11 1 ex, en 21-10 2 ex» Goudhaantje: 9=11 e.v. 1 ex. Wielewaal: 28-7 1 ex» 6 Grëtë~mantëlmeeuw: 25-11 1 ex, Spotvogël: 6-7 1 ex» gehoord. Kïeïnë~pïëvïërï~28=10 1 ex» Zwartë~mëes: 16-12 1 ex, Këëp7"4-3""ï"ix. en 20-4 1 ex» Bokjë7~25~5 1 ex» Matkop: 28-10 2 ex. Sïji7 27-10 1 ex. Vink: 6-5 6 ex., 6-5 1 ex. en 6=12~7~ëx„ Grotejbonte specht: 6-8 1 ex,, 28=11 t/m 5=12 1 ex. GÖudplëvïër7°19-TT 25 ex», en het laatste ex. op 1-12 1 ex» T5-ÏÖ~S~ëx7, 25=11 5 ex. Roodborst: geregeld, doch steeds 1 ex. zoals op 24-5, 1-11, T0-12"ën==15 12, Pijlstaart: 5=11 1 ex. en 15-10 5 ex» Wïntërkoning; 5=11 en 8-12 1 ex. Kneu: Beze soort zal wel op enige afstand van de kreek gebroed hëb'ben. 1-12 1 ex» Zwarte^kraai24-5 laatste ex» en 15=10 eerste ex. van het wïntërsëïzoën. Bonte_kraai0,a» 16-11 2 ex., 11-11 1 ex., 25-11 1 ex. en S-5"7~ëx7" kaatste 24 5 1 ex» en de eerste 22-10 1 ex. Op 21=10 werd ëën~groep gezien van bijna 150 ex» Kauw: laatste 15-5 en eerste 15-9 2 ex. Broedtijd bijna afwezig maar rond 15 9 hij- na evenveel huis zwaluwen als boerenzwaluwen» vanaf 9-11 enkele ex., op 28=10 2 ex» als eerste van hët"winterseizoen, 5^a^svogel25=5 2 ex. als laatste en op 51=5 1 ex», 19=11 2 ex. 92 Scholekster: 20-4 1 koppel» Een ev. broedvogel moet onwaarschijn lijk worden geacht. Wulp: Geregeld te zien maar minder in het broedseizoen. 8-12 T5" 'ëx. en 27-2 4 ex. Slobeend: 28-10 1 ex», 20-4 1 koppel en op 2-11 4 ex, Wïntërtaling: Laatste ex. op 20-4 en op 2-11 6 ex. KolgansLaatste op 4-5 8 ex, en de eerste op 18-11 15 ex. over- vïiëgënd. Op 15-12 1000 ex. Zilvermeeuw: Bijna het gehele jaar regelmatig te zien. Kökmëëüw7Ëvenals vorige soort. HoutduifBijna het gehele jaar gezien maar de aantallen waren bëdüidënd kleiner dan in 1972. Tortelduif: Beze soort heeft vrij zeker op enige afstand van de krëëk~gëbroed Blauwe reiger: Laatste op 51-5 1 ex. Ha de broedtijd weer op 15-9 ë7v7~dagën~2~ex. Ekster: Gedurende het gehele jaar regelmatig te zien geweest. Ö7a7~26-10 1 ex. en 11-5 2 ex. Groenling: half aug. 1 ex. Riëtzangër11-6 1 ex. Zanglijstër: Geregeld o.a. op 27-4 1 ex. Torënvaïk7~Vooral het laatste half jaar te zien geweest. O.a. op 14-9" 27-10 2 ex. en 15-12 1 ex» Grote Zaagbek: Op 2-12 50 ex, overvliegend Bit zijn in totaal 68 soorten. Er is een twijfelachtige waarne ming van een Bruine Kiekendief en Grote gele kwikstaart. Twee stootvogelsoorten nl. kerkuil en buizerd werden in tegenstelling tot vorig jaar niet meer waargenomen. II. BOMEH EH STRÏÏIKEH. Hotenboom - wilde kastanje - zwarte els - grauwe els - geoorde wilg - schietwilg - canadese populier - vlier - eik. Baarnaast groeien er enkele fruitbomen en aalbessenstruikenBeze laatste vermeld ik terwille van de vlindersoorten die in dit gebied voor komen Kruiden a) Oever- en weidevegetatie Pinksterbloem - scherpe boterbloem - gewone waterranonkel - ge woon sterrekroos - lidsteng - blaartrekkende boterbloem - fluite- kruid - Margriet - geknikte vossestaart - riet - melkkruid - gro te waterweegbree - zeeaster - wolfspoot - bitterzoet - moeraswal- stro - akkermunt - watermunt - harig wilgenroosje - smeerwortel - valeriaan - haagwinde - engels raaigras - watermuur - behaarde boterbloem - watertorkruid - madelief - heelblaadjes - klein kroos - zeeschijnspurrie - zeebies - pitrus - mannagras - itali aans raaigras - moerasandoorn - klein schorrekruid. 95

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1974 | | pagina 11