Behoudens enkele uitzonderingen moeten de "biezen, russen en
zeggen nog gedetermineerd worden,
b) Pi,ik-, berm- en ruigtevegetatie
Klein hoefblad - akkerereprijs - schijfkamille - echte kamil
le - paarse dovenetel - witte dovenetel - gele dovenetel -
paardebloem - klein kruiskruid - hondsdraf - herderstasje -
heermoes - liggende klaver - kleine klaver - witte klaver -
rode klaver - hopklaver - voederwikke - vogelwikke - ridder-
zuring - krulzuring - veldzuring - avondkoekoeksbloem - Zil
verschoon - zachte ooievaarsbek - gewone melkdistel - akker
melkdistel - ruwe melkdistel - gewone klaproos - herik -
duivekervel - veldlathyrus - gele morgenster - perzikkruid -
veenwortel - zevenblad - peen - pastinaak - kleine brandne
tel - grote brandnetel - kleine ratelaar - gewone reigers-
bek - smalle weegbree - grote weegbree - kleefkruid - witte
krodde - guichelheil - gewoon duizendblad - varkensgras -
varkenskers - kroontjeskruid - tuinwolfsmelk - spiesbladmel-
de - melganzevoet - gewone hoornbloem - zwarte nachtschade -
knopkruid - gewoon knoopkruid - sint janskruid - middelste
vergeetmeniet - zwaluwtong - akkerwinde - weidetorkruid - ko
renbloem - herfstleeuwetand - zenegroen - witte munt - kool
zaad - muurpeper - straatgras - windhalm - kruipertje - ech
te witbol kropaar - kweek - duist - beemdgras vosse-
staart - reukgras - braam - muur - spiegelklokje
In totaal werden in 1975 125 soorten planten geteld. De vol
gende soorten werden in tegenstelling tot 1972 niet meer ge
vonden akkerhoningklaverveldereprijsakkerviooltje, wa
terscheerling.
III. ZOOGDIEREN.
Er komen minstens 7 soorten zoogdieren voor. De volgende
soorten werden in de loop van '73 gezien: mol - wezel (Op 2
plaatsen het gehele jaar door aangetroffen) egel (slechts
2 maal) - haas konijn - bruine rat - en een kleine vleer
muissoort. De (spits)muissoorten die moeilijk op naam zijn te
brengen zijn hier buiten beschouwing gelaten.
IV. AMEIBIEN.
Gewone pad en bruine kikker werden regelmatig gezien. Van de
laatste soort werd het eerste dier begin maart en het laatste
op 16-12 gezien. De indruk is, dat deze soort in iets groter
aantal aanwezig was dan vorig jaar, hetgeen van de gewone pad
niet gezegd kan worden.
V. VISSEN
Doordat de watergang tamelijk sterk vervuild is, is de soor
tenrijkdom er niet groot.
94
Wel komt aal en een enkele rietvoorn er nog in voor.
Twee soorten waarvan meestal jongere dieren worden gevangen zijn:
ruisvoorn en karper.
VI. PADDESTOELEN
In de maanden oktober en november werden door mij 40 soorten ge
vonden. Van 22 soorten heb ik de naam met enige zekerheid vastge
steld: Elzevlam - kale inktzwam - geschubde inktzwam - glimmer-
inktzwam - oesterzwam - fopzwam - helmmycena - weidekringzwam -
kopergroenzwam - rookzwam - elfenbankje - scharlaken wasplaat -
harige bekerzwam - gele wasplaat - akker (weide?)champignon -
hertenzwam - valse kampernoelje - steenrode zwavelkop - voor-
jaarspholiota - fluweelpootje - honingzwam - leliewasplaat.
VII. GROOTVLINDERS
In totaal werden in 1973 160 soorten vlinders aangetroffen. Hier
van zijn ongeveer 120 soorten grootvlinders en 40 soorten klein-
vlindersTot de laatste groep behoren de motten. Van ongeveer 100
soorten grootvlinders is de naam met zekerheid bekend.
A) Dagvlinders:
Het aantal dagvlindersoorten die dit jaar in de Polsvliet gezien
zijn is 15. Hiertoe behoren 2 trekvlindersoorten n.l. de distel
vlinder en de atalanta. De eerste soort heb ik ook in 1970 gezien
doch ze ontbrak in '71 en '72. Deze soort kan. van jaar tot jaar
erg in aantal verschillen. Deze verschillen zijn voor de atalanta
kleiner. We krijgen deze soort dan ook ieder jaar te zien.
Het groot koolwitje, dat in 1970 voor het laatst werd gezien, werd
dit jaar een paar maal waargenomen. Ofschoon deze soort niet tot
de trekvlinders gerekend wordt, zijn er wel sterke aanwijzingen
dat deze trekt. Het klein koolwitje is daarentegen ieder jaar in
behoorlijke aantallen aanwezig evenals het klein geaderd witje,
al verdween deze soort omstreeks half juni plotseling.
De kleine vos was dit jaar duidelijk in kleiner aantal aanwezig
maar de dagpauwoog werd dit jaar weer meer aangetroffen dan vorig
jaar.
De zandoogjes waren vertegenwoordigd door de volgende soorten:
Argusvlinder, koevinkje, hooibeestje, bonte zandoogje, bruine
zandoogje en het oranje zandoogje. De laatste soort komt plaatse
lijk voor. In ons gewest is hij in behoorlijke aantallen te vin
den maar de soort schijnt daarentegen in de omgeving van Stekene
(b) te ontbreken.
Het gewoon blauwtje en het groot dikkopje waren regelmatig te zien
al was met name de eerste soort in kleiner aantal aanwezig dan
vorig jaar.
wordt vervolgd.
95