Soort blauwe kiekendief torenvalk scholekster kievit zilverplevier goudplevier kleine plevier bontbekplevier strandplevier watersnip bokje wulp regenwulp rosse grutto tureluur zwarte ruiter groenpootruiter oeverloper kanoetstrandloper bonte strandloper kleine strandloper kluut kleinste jager grote mantelmeeuw kleine mantelmeeuw zilvermeeuw visdief dwergstern zwarte stern gierzwaluw huiszwaluw boerenzwaluw veldleeuwerik 22/9 18/10 1 240 10 22 10 400 11 1 1 500 4 5 200 3 30 60 3 134 4 14 470 10 10 1 3 1 400 1 200 3000 10 2/12 1 30/12 1 500 12/1 23/2 218 4 15 500 28/3 1 200 20 100 222 10 400 130 30 50 2000 2600 1700 800 10 26 5 5 30 16/5 200 2 25 12 12 10 150 120 70 5 500 15 300 20 6 3 20 graspieper gele kwikstaart 6 witte kwikstaart 1 1 spreeuw 200 bonte kraai 2 tapuit 1 kramsvogel 8 groenling 1 20 1 kneu 5 putter 1 37 frater 5 50 grauwe gors 1 rietgors 10 15 Scholekster De scholekster is gedurende de winter en herfstmaanden vrijwel constant met enkele honderden ex. aanwezig. De vogels kan men overal verspreid over de slikken aantref fen. Plm, 1-2 uur voor hoogwater gaan ze wat meer samentroepen tot kleine groepjes van enkele tientallen waarna deze zich weer naar een soort algemene verzamelplaats begeven, vanwaar ze uiteindelijk verdreven worden door het opkomende water. Opval lend is dat de vogels steeds in de vorm van een zeer uitgerekte ellips gaan zitten op deze verzamelplaats. Ze plegen voornamelijk te fourageren op kokkels die ong. aan het Hellegat de grens van hun verspreidingsgebied langs de Westerschelde bereikt hebben. Meer stroomop waarts is het water te brak. Bij vorst bleken de vogels afwezig te zijn. Het geringe aantal op 12/1 wordt ver oorzaakt door het toen nog maar 1-2 uur na laagwater was zodoende zaten dé vogels nog overal verspreid over de slikken, ook werd toen maar een deel afgezocht. Wulp Ook deze soort is aan het Hellegat goed vertegenwoordigd. Ook voor deze soort geldt dat ze zich bij het naderende water steeds meer gaan concentreren. Hier ech ter geen vaste verzamelplaats» Blijkbaar had ook hier de vorst grote invlóed op het aantal vogels.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1974 | | pagina 5