tellen dat er totaal 5 eieren waren gelegd maar dat hij steeds
maar één jong tegelijk had gezien. Er zal een torenvalkkast
worden opgehangen.
Op 15 maart werd door de heer A. Ahrahamse een kast opgehangen
in het Villapark te Sluiskil. Op 18 maart zat er voor het
eerst 1 ex, op de stok van het nest, een andere valk zat een
twaalftal meters verderop op een lantaarnpaal, Op 12 april
vloog er een uit de kast. hit paartje "blijkt in Sluiskil nog
voor enige consternatie te hebben gezorgd, Op 25 en 27 maart
streek er een valk om 18 resp, 15 uur neer op een volière met
grote parkieten, waarvan hij zich slechts met moeite liet ver
jagen, hoor schrik en angst liet een broedend paar parkieten
het nest in de steek. Half mei verdween een van de valken. Op
10 juni werden er tijdens een controle alleen maar braakballen
in gevonden, Sinds 8 augustus echter zijn er weer 2 vogels
aanwezig bij de nestkast.
In Sas van Gent bleken 2 paren de fabrieksgebouwen van suiker
en fosfaatfabriek (oud gedeelte) als woongelegenheid te hebben
betrokken, he nestplaatsen werden door J. v,d. Steen ontdekt
bij het observeren van jagende vogels, in de omliggende pol
ders, welke diverse malen met prooi naar steeds dezelfde
plaatsen vlogen. Beide nesten waren onbereikbaar. Later zijn
er jonge vogels waargenomen: nabij de suikerfabriek 1 juv.,
nabij de fosfaatfabriek 2 juv. Er zijn er mogelijk meer ge
weest. In beide gevallen werden de jonge vogels slechts 1 x
gezien,
In het najaar van 1973 zagen Sponselee en ik tijdens tellingen
aan de Koedamstraat bij Terhole een baltsend koppel, Ook meer
naar de Vlietdijk op werd wel eens een vogel gezien. Op 9-6
deelde P. Maas mij mede dat hij die dag bij de torenvalkkast
op de Vlietdijk torenvalken had gezien. Tijdens de controle
van 27-6 bleken er bijna vliegvlugge jongen in te zitten,
Op deze zelfde dag zagen we vlakbij Schelfhoutshoek een toren
valk een muis slaan, he vogel viel op door zijn onbeholpenheid
Het zou dus een jong kunnen zijn van een nabijgelegen onbekend
nest óf van de Vlietdijk, hoewel we dit laatste niet erg waar
schijnlijk achtten gezien het leeftijdsverschil,
Nabij de Muggenhoek (Prosperpolder) zou volgens R, Bleijenberg
een paartje gebroed kunnen hebben. In juli zag hij 4 vogels,
waaronder enkele jongen, jagen in de Louisapolderhit kunnen
echter ook vogels geweest zijn van een van de bekende nesten
uit de omgeving, zodat een broedgeval niet vaststaat.
Op 30-3 werd mijn aandacht getrokken door een paartje valken
aan de Zestigvoet, dat buitengewoon fel ageerde tegen een bui
zerd. Het felst waren ze rondom de boom waarin in het voorjaar
van 1973 een nestkast was opgehangen, Nadat de buizerd de af-
20.
tocht had geblazen gingen ze op en bij de kast zitten. Bij na
volgende controles waren ze steeds aanwezig. Een vogel zat
steeds in de kast, de ander meestal in de boom ernaast. Op
16-4 echter waren ze verdwenen. Bij de controle van 27-6 ech
ter vloog er een juv. bij de kast vandaan, de kast zelf zat
vol met braakballen en uitwerpselen.
Tenslotte komen we dan bij Hulst terecht waar zeer vermoede
lijk een paartje in een eksternest nabij de Waterstraat heeft
gebroed. Gedurende het voorjaar werden regelmatig valken in de
omgeving van Rijksweg 60 aangetroffen, welke steeds richting
Waterstraat vlogen. Op 18-7 zag A. de Kind 1 vogel met een rat
in de poten die richting opvliegen, hrie weken later op 11-8
verraste ik een vogel welke vrij onbeholpen van tussen de bo
men te voorschijn schoot.
Verder werden er gedurende het broedseizoen regelmatig vogels
gezien aan het Groot Eiland, de WMZ Sint Jansteen en Clinge
WMZ» Mogelijk hebben ze ook hier gebroed maar er zijn geen nes
ten gevonden of jonge vogels gezien.
Vergelijken we nu dit resultaat met dat van het voorgaande
jaar, dan mogen we toch wel concluderen dat er een kleine
vooruitgang in zit. Vermoedelijk zullen er wel enige paartjes
aan de aandacht zijn ontsnapt, (hoewel OZVL vrij intensief on
derzocht is). Een schatting van het totale aantal broedgeval-
len, met resultaat, van een 16-tal, lijkt me wel gerechtvaar
digd
Tenslotte mijn dank aan allen die hebben meegewerkt aan het
tot stand komen van dit verslag, met name: A. Abrahamse, R.
Bleijenberg, N, Buise-van Giesen, M. Lieleman, B. Grootjans,
A. van HaelstJ. v.d» Hoeve, A. de Kind, P. Maas, C. Riemslag,
C» Smet, G. Sponselee, J. v.d. Steen, F, Tombeur.
Ik hoop in 1975 weer op medewerking van hen allen (en zo moge
lijk anderen) te mogen rekenen.
M.A. Buise, Steensedijk 86, Hulst.
FAUNA EN FLORAVERSLAG VAN BE POLSVLIET 1973. Door M. Jansen,
(vervolg van jaargang 4> nr. 6 pag. 91-95.)
B) NACHTVLINDERS
Deze zijn verdeeld in een aantal families.
I. PIJLSTAARTEN: Twee overal algemene soorten werden als rups
waargenomen nl. de pauwoogpijlstaart en de populierenpijlstaart.
Als derde soort werd op 15-7 1 ex. van de vrij zeldzame koli
briepijlstaart gezien (een trekvlinder)
II. N0T0D0NTIDAE7 soorten werden aangetroffen zoals de her
melijnvlinder en de wapendrager, ^e eerste wordt meestal in
kleiner aantal aangetroffen. Van de laatste soort werden in de
21