24-11
1-12 15-12 22-12 25-12
?o
smient 50 25 300 250
Roodkeelduiker
kuifduiker
grauwe gans
rietgans
kolganS„ 220 230 325 160 7(?n ^0 150 50
bergeend 28 50 50 200 150 3 g
wilde eend l3
smient
wintertaling
pi jlstaart
slobeend
kuifeend
toppereend
tafeleend
i. zwarte zeeeend
5 brilduiker
grote zaagbek 261
middelste zaagbek
torenvalk 2
patrijs
fazant 120 37
meerkoet 1 85 125 150
scholekster *12
kluut
bontbekplevier
zilverplevier
steenloper n
kievit 10 ,0 5000 100
bonte strandloper 12Q 2J 155
tureluur
zwarte ruiter 35 15
wulp
6-12
27-12
28-12
1
1
2
2
15
30
2
5
525
330
200
150
150
15
150
150
75
18
12
28
10
7
30
1
1
20
65
5
1
60
50
5150
4000
4
1
50
1
29-12
kokmeeuw
50
10
45
20
50
100
zilvermeeuw
2
15
mantelmeeuw
10
1
9
3
stormmeeuw
1
1
2
houtduif
3
turkse tortel
velduil
1
ijsvogel
veldleeuwerik
15
50
55
10
graspieper
1
40
4
4
17
10
rietgors
5
5
sneeuwgors
2?
24
15
kneu
100
2
ringmus
8
40
spreeuw
100
200
720
roek
3
bonte kraai
12
6
1
1
zwarte kraai
12
3
5
2
groenling
1
5
gans spec.
30
1
roodborst
4
koolmees
4
hier te fourageren. Bij hoog water blijft er te weinig sohor droog om al die vo
gels te huisvesten. Ze vliegen dan binnendijks, hier dus de Braakman, en hier gaan
ze verder met hun dagelijkse bezigheden.
P. Maas e.v.a.
