BIJ EEN SPREEIJWEISLAAPP LAATSfebruari 1975»
Heeft u ze al gezien? De honderdduizenden spreeuwen, die iedere
avond sinds oktober 1974 al om plm. 5 uur komen slapen in het
struikgewas van hoeve La Salette en in het park van Vogelwaar
de. Ze komen in zwermen van enkele honderden tegelijk uit het
zuiden, oosten en westen aangevlogen en vallen (letterlijk) in
de struiken. Direct vliegen ze weer op om ergens anders een
vijf tot tien meter verder neer te strijken. In grote groepen
trekken ze tientallen keren van het struikgewas van hoeve La
Salette naar het park van Vogelwaarde en weer terug. Ha een
half uur hebben ze een vast plaatsje gevonden om de nacht door
te brengen. Het geritsel en geroezemoes vermindert gelijdelijk
aan tot algehele stilte invalt.
Prachtig is te zien hoe er -s morgens weer leven komt in de
grote massa. Je kunt de groep heel dicht tot 2 m benaderen.
Zwart tekenen de spreeuwen zich af tegen de steeds lichter
wordende lucht. Elk ogenblik moeten ze, nu ze wakker zijn
even van plaats verzitten 50 cm-1 m-2 m. Ze bevinden zich nog
steeds in de onderste helft van de boom. Kom je dichter bij
de vogels of maak je dia's met blitzlicht dan heeft dat geen
invloed. Geleidelijk aan komen de spreeuwen oo"k wat hoger te
zitten. Zo "komen ze tot in de toppen van de struiken en jonge
bomen. Dan zijn ze klaar voor de grote vlucht. Voor het hele
maal licht is zijn de ontelbaren verdwenen. Af en toe wordt
een biddende torenvalk gesignaleerd.
Waarheen trekken al deze spreeuwen? en tot hoever?
Dit weet ik in elk geval, ^ezelfde dag om 5 uur zijn ze weer
terug.
Vermeldenswaard is nog -dit. De eerste maanden hebben de
spreeuwen zich tegoed gedaan op het maisveld wat tot nog toe
niet geoogst is. De kolven liggen leeg op de grond of hangen
half leeggepikt omlaag. Het is mooi te zien hoe ze de buiten
ste kolfbladen uitgerafeld hebben.
De pleisterplaats ziet wit van de uitwerpselen van de vogels.
Je ruikt het ook als je voorbij loopt, Er hangt een zurige
amoniakachtige lucht. De struiken en bomen zullen hiervan bij
het uitlopen zeker een nadelige invloed ondervinden. De lente
zal het laten zien.
Dit zelfde gebeuren is vorig jaar in Terneuzen waargenomen
door Peter Maas, maar het is zo boeiend dat ik het niet kon
nalaten u hierover nog eens te vertellen
Josephine Hamelinck,
44.
C' 't/ 2> "V S
RECTIFICATIE. -j J c'
Enkele rectificaties behorende bij het fauna- en floraverslag van
de Polsvliet 1973. Februarinr. De Steltkluut, jaargang 59 nr. 1,
1975. Op pagina 2 zijn tussen de zesde en zevende regel van onder
af, twee regels weggevallen:
""Verdere specificatie van alle waargenomen dag- en nachtvlinder
soorten
A) DAGVLINDERS:"
Ook zijn op pag, 25 een vier bal foute benamingen opgenomen:
Mytmimna pallens, moet zijn: Mythimna impura;
Cosmia trapezina, moet zijn: Oligia faseiuncula;
Plastesis retusa, moet zijn: Plastenis subtusa;
Hypena proboscidalismoet zijn: Ortholitha chaenopodiata.
M» Jansen,
TREKVLIHDERWAARNEMINGEN
Ook in het komende seizoen houdt het Instituut voor Taxonomische
Zoölogie te Amsterdam weer aanbevolen voor waarnemingen van trek
kende vlinders. Gevraagd wordt gegevens in te zenden van:
Vanessa atalanta; V anessa cardui (distelvlinder); Autographa
gamma (pistooltje) en alle overige trekkers die u mocht waarne
men en goed kent.
Verzocht wordt om nauwkeurige opgaven: plaats, datum en zo moge
lijk aantal.
Aan het eind van het seizoen gegevens toezenden aan:
Hr B.J, Lempke, Oude IJselstraat 13-111, Amsterdam 1010, of via
'de redactie van de Steltkluut.
✓/£-(