ling 6; smient 200; kolgans 10; zwarte ruiter 1; "blauwe reiger 2; rietgors 1; frater 30; valk (spec,) (overvliegend); water snip 1; kokmeeuw 30; zilvermeeuw 40; graspieper 10; veldleeu werik 3; spreeuw 20; merel 1; koolmees 1, A, Klaassen, EXCURSIEVERSLAO PUTTING 7-2-1976. 21 deelnemers waren mooi op tijd "bij de kerk te Hengstdijk, Ruim 'n kwartier na de afgesproken tijd kwam de 22ste deelne mer afzakken, Dat was ik dus, I.v.m. de koude van de laatste dagen dachten we dat er veel ganzen zouden zitten in het gebied, maar dat viel goed tegen. Enkele "bewoners uit de omgeving schaatsten in het reservaat, We weten allemaal dat ganzen schuwe vogels zijn en dat "bleek ook hier weer» In het gehele gehied was er geen enkele gans aanwezig, uitgezonderd enkele overvliegende exemplaren. Ik mag hier misschien nog even verwijzen naar het schrijven van dhr. van Impe in de vorige Steltkluut: Een "beschouwing over de jacht op ganzen. Hij vertelt er o.a, dat als ganzen door de jacht verstoord worden (en dit is steeds voor 10 uur) dan kan het regelmatige levenspatroon van de dieren moeilijk her steld worden, Hu werden de vogels de hele dag gestoord, waar kunnen ze dan nog rust vinden, en waar kunnen ze dan fourage- ren Ongeveer 5 km ten zuiden van de Putting zag ik na de excursie een groep ganzen van ongeveer 1000 ex. Ze zaten op een klein stuk grasland waar ze normaal nooit zitten. De vogels waren in het geheel niet op hun gemak en graasden weinig. Mogelijk waren deze afkomstig van de Putting. Het zal zeker niet de "bedoeling zijn geweest van de schaat sers om de ganzen zó te verontrusten. Want misschien weten ze niet eens dat daar ganzen zaten. Zou het niet een mooie taak zijn voor de opzichter van de Putting om deze mensen eens wat voor te lichten over het bestaan van de ganzen Of misschien kan de "Steltkluut" hier eens iets aan doen, Mis schien worden de vogels dan niet meer zoveel verstoord. Want nu waren ze eindelijk eens van de jagers af (het jachtseizoen was gesloten) en nu worden ze opgejaagd door de mensen uit de omgeving. Maar nog even iets over de excursie. Er werd weer het gebrui kelijke wandelingetje gemaakt door het park achter de kerk, met z'n prachtige oude bomer, sommige begroeid met klimop en dit geheel wat "versierd" met enkele nestkasten. Ook de win terkoning vond het hier mooi en zong z'n welluidend lied, ver gezeld door het hoge gepiep van het goudhaantje en het schor re gekwaak van enkele tamme eenden. Bij het eindpunt aangeko men werden er enkele dode vogels uitgewisseld die waarschijn- 6 lijk doorgestuurd zullen worden naar Amsterdam. Er was een kerkuil bij en een waterral. Geobserveerde vogels: Veldleeuwerik 20; wilde eend 150, op het bouwland; kievit 10; watersnip 2; kolgans 125, in kleine groepjes overvliegend; kramsvogel 25; smient 505 bonte kraai 4; roek 50; koperwiek 4; bergeend 20, 1?; merel 3; kokmeeuw 10; patrijs 1 paar; fazant 10; waterhoen 10; sijs 20, 1?; torenvalk 1; pimpel mees 2; goudhaantje 1; winterkoning 1; rietgors 1; huismus 20; witte kwikstaart 1; vink 1. Peter Maas. UIT DE CORRESPOHDEHTIE VAH OHZE LEDEH. Regelmatig ontvangen we van verschillende leden mededelingen over hun veldervaringen en -waarnemingen. Helaas zijn er vaak zaken die prioriteit verdienen en dan blijft die corre spondentie liggen, Daardoor gaat soms de actualiteit verloren, Toch menen we deze keer eens enkele pagina's te moeten reser veren voor dergelijke bijdragen, We hopen dit vaker te doen en we mogen dan ook alle leden verzoeken hun ervaringen en waarnemingen op schrift te stellen. De veldwaarnemingen wor den in ieder geval verwerkt in de rubriek van Peter Maas. Redactie VOGELWAARHEMIHGEH OP 10-9-1975* Ondergetekenden zijn op 10 september j1de gehele dag met de auto en te voet, op pad geweest met o.a, de bedoeling vo gels waar te nemen, Het resultaat daarvan volgt hieronder, althans datgene wat ons meer of minder belangwekkend voor kwam» 1. Habij de Putting namen wij naar schatting 10 20 (of meer?) tapuiten waar, Het merendeel leek vrouwtjes te be treffen, of: mannetjes reeds in herfst- of overgangskleed De witte stuit met zwarte "omgekeerde T" was vrij duide lijk te zien. 2. In de westelijke waterleidingbossen tussen Kapellebrug en Heikant namen we aan een watertje bij een gemaaltje aan de noordkant van het waterleidinggebied - er staan daar o.a. enkele hoge abelen -, een ijsvogel waar Het diertje vloog bij onze nadering op van een metalen traliewerk ("vuilvang") in het water en verdween snel en rechtlijnig vliegend in het geboomte. Het felkleurige "tropische vis- senblauw" was onmiskenbaar. Wij verwijderden ons weer, om na ongeveer 20 minuten ter plekke terug te keren. Ditmaal vloog het, ondanks onze omzichtigheid, eerder, en wat ho ger vliegend op. Wederom het struikgewas in. Hiet te mis- 7®

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1976 | | pagina 4