vermelden, Dan natuurlijk ook de aantallen, indien moge lijk gesplitst in mannelijk of vrouwelijk, adult en juve niel, en ev. "bijzonderheden zoals baltsend, zingend, jagend, of met nest. Vooral het laatste is belangrijk, t.b.v. het Atlasproject. Dit alles geldt natuurlijk niet voor iemand die maar heel af en toe iets opschrijft. Die mag het ook gewoon op een kaartje zetten en zo opsturen. Maar voor iemand die behoorlijk wat opschrijft, is het sterk aan te bevelen om op dit systeem over te gaan. Wilt u zelf ook de waarnemingen houden, dan kunt u toch door maar een keer te schrijven twee maal deze waarnemin gen op papier hebben staan. Eenvoudig m.b.v. een blaadje carbonpapier. Het moet dan wel op dat formaat zijn als bo ven staat aangegeven. Voor mij zou het ook erg gemakkelijk zijn als u de vogels noteert op alfabetische volgorde. Als deze waarnemingen dan overgenomen zijn in het archief op soort dan hoeft er niet zoveel gebladerd te worden. Alle waarnemingen die in het gebied van de vogelwacht zijn gedaan zijn van harte welkom, dus geheel Oost Zeeuws- Vlaanderen, inclusief de Braakman. Hebt u nu een vogel gezien buiten dit gebied en u vind dat het toch de moeite waard is om deze te noteren, dan mag u die ook opsturen, dan zal ik er voor zorgen dat deze waar neming terecht komt bij de desbetreffende vogelwacht. Het is voor ons natuurlijk makkelijker dat u deze direct op stuurt naar iemand uit dat gebied, maar het kan zijn dat u niemand kent. Ik geloof dat u nu genoeg gegevens heeft om aan dit sys teem te beginnen en ik verwacht binnenkort dan ook stapels post met waarnemingen. Peter Maas, Axelsestraat 65, Terneuzen. Tel. 01150-5221. ONDERZOEK HAAR HET VOORKOMEN VAN DE REGENWULP IN NEDERLAND In grote lijnen is het voorkomen van de regenwulp in Ne derland vrij goed bekend. Toch blijkt dat in een groot aantal gevallen weinig concrete gegevens voorhanden zijn, Met behulp van literatuurgegevens is een beeld verkregen van de doortrek in Nederland en België, waarbij het opval lend is dat de gegevens over de doortrekperiodetrekwegen en aantallen dikwijls vaag zijn of geheel ontbreken. De "geheimzinnige" wijze van doortrekken, determinatie moeilijkheden en de afwijkende gedragingen ten opzichte van andere steltlopersoorten zullen aan de ontstane lakune niet vreemd zijn. Geïnspireerd door de resultaten van onderzoekingen aan de regenwulp op de voorjaarstrek in de omgeving van Antwer- 54. pen-Breda en in Drenthe is het plan opgevat om in deze gebie den een aantal simultaantellingen te organiseren. De regenwul pen worden hier op de slaapplaatsen geteld. Mede doordat juist op de top van de doortrek in het voorjaar (begin mei) in het gehele waddengebied de steltlopers worden geteld is besloten om ook van andere delên van Nederland een overzicht te verkrijgen over de loop van de trek. Moor dit onderzoek worden de volgende gegevens gevraagd: o in feite alle waarnemingen, met vermelding van datum, aantal, bizonderheden (trekrichting o.i.d.) plaats en dergelijke. Waarnemingen vanaf 1965 tot heden - en belangwekkende gege vens van daarvoor - zijn bruikbaar, o algemene gegevens over de doortrek in een bepaald gebied, ge splitst in voorjaars- (april-mei) en najaars?;aarnemingen juli-augustusBijv, gegevens van een periode nadat een avifauna is verschenen, o gegevens over het voorkomen van slaapplaatsen; slaaptrekwaar- nemingen 0 aanduidingen over jaarlijkse verschillen in doortrekperiode en getalsterkte; verschillen in voorjaars- en najaarstrek, o worden alleen overtrekkende vogels waargenomen of ook foura- gerende eksemplaren? Indien u een slaapplaats bekend is, wordt het zeer op prijs gesteld, wanneer u dit direct zou willen doorgeven, Mogelijk kunnen dergelijke plaatsen nog meegeteld worden met de simul taantellingen. Dit schrijven is bedoeld om de vogelwaarnemers te attenderen op de regenwulp en op het onderzoek naar deze soort. Het is de bedoeling dat in het eerste nummer van het tijdschrift "Watervogels" een kort artikel verschijnt over de stand van za ken van het onderzoek naar de regenwulp. Het spreekt vanzelf dat de waarnemers die hun gegevens - ook negatieve gegevens zijn van belang - ter beschikking stellen door middel van verslagen op de hoogte worden gehouden. Arend J. van Dijk, Ootmaandijk 1, Uffelte 7512. Tel.05215-531 VERSLAG VAN EEN ONDERZOEK NAAR NACHTVOGELS. door: J. Calle en A. Klaassen. Naar aanleiding van een artikel in het "Vogeljaar" nr. 3 1974: 1Nachtvogelonderzoek, een vergeten onderdeel van de ornitholo gie', zijn we in het voorjaar van 1975 gestart met een onderzoek naar het voorkomen van verscheidene nachtvogelsDaar er in Zeeuws-Vlaanderen zeer weinig van deze vogels bekend is, was het voor ons een uitdaging er meer van te weten te komen. De reden van die onbekendheid moet men zoeken in het feit dat deze vogels 35.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1976 | | pagina 10